Goed gebruik vaccins
In tijden van vaccinschaarste kan het combineren van vaccins de vaccinatiecampagne mogelijk flexibeler maken en daarmee versnellen. In deze sessie kwamen de RECOVAC- en de SWITCH-studie aan de orde. Welke kennis is er gedurende de vaccinatiecampagne opgedaan over goed gebruik van Covid-19 vaccins?
Sessievoorzitter:
Dr. Nynke Rots, RIVM
Sprekers:
- Prof. dr. Hugo van der Kuy, Erasmus MC
- Drs. Roos Sablerolles, Erasmus MC
- Prof. dr. Luuk Hilbrands, Radboudumc
Aanvullend onderzoek
De sessie start met een korte introductie over de verschillende onderzoeksprojecten rond coronavaccinaties die door ZonMw zijn uitgezet. Deze onderzoeken zijn een aanvulling op vaccinatieonderzoeken van het RIVM en die van de vaccinproducenten. Een deel van de studies gaat over vaccinatie bij mensen met een verstoord immuunsysteem. Een ander deel betreft onderzoek naar het combineren van coronavaccins. Het idee, zo legt sessievoorzitter Nynke Rots uit, is om met onderling goed vergelijkbare studies aanvullende kennis op te doen over het gebruik van de vaccins in de praktijk. Hoe doen de verschillende groepen het, met name de kwetsbare mensen die in het onderzoek van de fabrikanten niet goed in beeld komen? En wie worden er nog ziek na een vaccinatie? Momenteel wordt er een data-infrastructuur opgezet waarin alle verzamelde data samenkomen. Met deze data worden openstaande kennisvragen beantwoord. Wat bepaalt bijvoorbeeld of er toch nog doorbraakinfecties zijn? Kunnen we markers ontdekken die iets zeggen over hoe het immuunsysteem reageert?
Vaccins combineren of niet?
De sessie vervolgt met een presentatie van Hugo van der Kuy en Roos Sablerolles over de SWITCH-studie naar het gecombineerd gebruik van coronavaccinaties. Erasmus MC, UMC Groningen, LUMC en Amsterdam UMC onderzochten de voor- en nadelen van het combineren van verschillende vaccins. Het combineren zou vaccinatiecampagnes in de toekomst kunnen versnellen en de impact van leveringsproblemen verminderen, zo stellen de onderzoekers.
In de studie zijn ziekenhuismedewerkers met een Janssen-prik een tweede maal gevaccineerd met Janssen, of met een Pfizer- of Moderna-vaccin. De resultaten laten zien dat gezonde mensen verschillende combinaties van boosterprikken goed verdragen. Ook is er een duidelijke respons, waarbij de hoogste respons werd gezien bij vaccinatie met een mRNA-vaccin (Moderna of Pfizer) na een Janssen-vaccinatie. Op 3 november 2022 ontving de onderzoeksgroep een ZonMw Parel voor de studie. In de vervolgstudie SWITCH-ON zoeken zij nu bij dezelfde deelnemers uit hoe vaak een booster echt nodig is en op welk moment die dan gegeven moet worden.
Effecten bij nierpatiënten
Het tweede onderzoek in de sessie is de RECOVAC-studie. Luuk Hilbrands vertelt dat bij het initiële onderzoek naar de coronavaccinaties weinig kennis is opgedaan over werking en effect bij bepaalde kwetsbare groepen, zoals nierpatiënten. Juist voor hen is bescherming extra belangrijk, want zij hebben vanwege een verslechterd immuunsysteem veel meer kans om ernstig ziek te worden of te overlijden aan Covid-19. Dit gaat bij nierpatiënten met name op voor mensen die een niertransplantatie hebben ondergaan. Uitgerekend deze groep laat een lage respons op de coronavaccinaties zien. Toen de vaccinatiecampagne werd uitgebreid met een booster, zijn er in de RECOVAC-studie verschillende regiems uitgeprobeerd, inclusief een dubbele dosis.
De conclusie: niertransplantatiepatiënten hebben inderdaad een lage respons op Covid-19-vaccinatie. Wel is herhaalde vaccinatie de meest effectieve manier om deze patiënten te beschermen. De onderzoekers bevelen aan om voor kwetsbare groepen een gerichte vaccinatiestrategie te ontwikkelen.
Vaccineren is maatwerk
De discussie wordt gevoerd aan de hand van een aantal stellingen. De eerste luidt:
- ‘Bij een tekort aan vaccins moeten eerst alle kwetsbare mensen gevaccineerd zijn voordat anderen toegang krijgen.’
De meningen lopen uiteen. Een van de bezwaren is dat het ook verstandig kan zijn eerst mensen te prikken die een infectie vooral doorgeven. Een ander stelt dat het sterk van de omstandigheden afhangt wat verstandig is. Als er een vogelgriepvirus zou opduiken dat op mensen overspringt, is het misschien wijs om juist eerst de mensen in de pluimveesector te vaccineren. In alle gevallen lijkt maatwerk geboden.
Zoals Nynke Rots het samenvat: ‘De ene immuungecompromitteerde patiënt is de andere niet. Het beter karakteriseren van subgroepen is het gericht testen van vaccins zeker waard.