Therapeutisch beter
In eerste instantie was de wens om verschillende vaccins te kunnen combineren vooral logistiek gedreven door tekorten. ‘Die mogelijkheid maakt vaccinatierondes makkelijker. Maar gaandeweg kwamen er aanwijzingen dat het combineren van vaccins ook béter zou kunnen werken. Zo verschoven we van een logistieke naar een therapeutische reden.’ De SWITCH-studie includeerde 461 gezondheidswerkers die een Janssen-vaccinatie tegen SARS-CoV-2 hadden gekregen. ‘We wilden weten: is één Janssen-vaccinatie voldoende? En zo nee, moet je dan die tweede keer vaccineren met Janssen, Moderna of Pfizer?’
Beste combinatie
De deelnemers werden volgens deze scenario’s gerandomiseerd over vier groepen. ‘We maten daarna op meerdere momenten de immunologische respons in het bloed. De afweer bleek heel veel sterker bij mensen die een tweede vaccin kregen dan bij slechts één vaccinatie. Verder bleek een tweede vaccinatie met Moderna of Pfizer – de mRNA-vaccins – het nog weer stukken beter te doen dan een tweede Janssen-vaccinatie (homologe vaccinatie). De bijwerkingen tussen de verschillende groepen verschilden niet significant.’
Lage-inkomenslanden
Waarom keken de onderzoekers alleen naar combinaties met telkens Janssen als eerste vaccin? Dat is toch niet het meest gebruikte vaccin? ‘Dat klopt, al zijn er in Nederland toch ongeveer 900.000 mensen mee gevaccineerd. Maar in de staat New York bijvoorbeeld kregen 13 miljoen mensen een Janssen-vaccinatie. In lage-inkomenslanden was de eerste vaccinatie meestal ook geen mRNA-vaccin zoals Pfizer of Moderna, maar een vaccin gebaseerd op virusvectoren, zoals het Janssen-vaccin. Inmiddels zijn mRNA-vaccins ook voor lage-inkomenslanden veel beter beschikbaar. Dankzij onze studie weten zij nu dat ze verschillende vaccins veilig en effectief kunnen combineren.’ Internationaal werd er nog geen dergelijk onderzoek gedaan, waardoor dit Nederlandse onderzoek een internationaal waardevolle bijdrage leverde.
"Bij mijn eerdere studies heb ik nooit meegemaakt dat de overheid de conclusies zó snel overnam”
In de beleidsstukken
Van der Kuy voelt zich vereerd met de Parel van ZonMw, zegt hij. ‘Het was een onderzoeksproject met veel hoogte- en dieptepunten. We hebben heel hard gewerkt met z’n allen maar kregen ook veel energie van dit project. We voelden de maatschappelijke verantwoordelijkheid.’ De samenwerking tussen Erasmus MC, UMC Groningen, Amsterdam UMC en Leids UMC pakte goed uit. ‘We kenden elkaar nog niet, maar dat veranderde snel door de wekelijkse online-overleggen, vaak in de avonduren.’ Onderzoek doen in roerige tijden vormde een flinke uitdaging, maar er zaten ook leuke kanten aan, vertelt de onderzoeker. ‘Bij mijn eerdere studies heb ik nooit meegemaakt dat de overheid de conclusies zó snel overnam. De RIVM en de Gezondheidsraad gebruikten onze data en via hen belandden die al na ruim een maand al in de beleidsstukken voor de Tweede Kamer.’
Blijven praten
De multidisciplinaire samenwerking met onder meer virologen, immunologen en internisten vond Van der Kuy heel waardevol. ‘Ik heb wel gemerkt dat je moet blijven praten met elkaar: zit iedereen nog op dezelfde lijn? Er waren soms moeilijke momenten; we werkten onder hoge tijdsdruk en moesten ingewikkelde besluiten nemen. Ons zorgvuldig uitgedachte studieprotocol moest bijvoorbeeld op de schop toen de minister eind 2021 besloot dat iedereen een tweede booster kreeg. Maar steeds weer kwamen we er samen sterker uit.’