GGG van A tot Z: projectresultaten in vogelvlucht (2)

Congres Goed Gebruik Geneesmiddelen 'Schakelen naar de toekomst'
Ook deze tweede sessie met korte presentaties en aansluitende discussie, laat de diversiteit aan projecten zien die het GGG-programma financiert. En ook hier ligt de focus op de implementatie van de resultaten. Wat zijn de lessen en ervaringen vanuit de 4 projecten in deze sessie?

Sessievoorzitter:
Prof. dr. Catherijne Knibbe St. Antoniusziekenhuis

Sprekers

Ellen Oyen: Implementatie Efudix-crème bij actinische keratose

Actinische keratose (AK) is het meest voorkomende voorstadium van huidkanker in Nederland. Uit de studie komt Efudix-crème als beste én goedkoopste optie naar voren. In een vervolgproject (GGG-project 8360310111) is uitgezocht hoe deze crème daadwerkelijk de eerste behandelkeuze kan worden, zo mogelijk ook via de huisarts. Ellen Oyen: ‘Het is een goedkoop middel, maar vergt ook het nodige van de patiënt. Niet iedereen lukt het om 4 weken lang elke dag te smeren. We hebben 5 patiënten in een minipanel laten meedenken. Je moet mensen vooral goed voorlichten over de bijwerkingen. De ingesmeerde huid ziet er een tijdje heel akelig uit, maar dat hoort erbij en gaat weer weg.’ Uit de zaal komt de vraag of de online scholing goed is gevolgd. Oyen: ‘Voorschrijvers moesten die volledig doorlopen om de eindtoets te kunnen doen. De herkenning van AK bleek te verbeteren. We streven nu naar accreditering van de scholing voor huisartsen. Dat ondersteunt de verdere implementatie.’

Enno Wildschit: Paracetamol voor kinderen goed alternatief voor morfine 

Enno Wildschut presenteert een studie waarbinnen Gerdien Zeilmaker in 2020 is gepromoveerd. De onderzoeksvraag: kan intraveneuze morfine als pijnstiller vervangen worden door intraveneuze paracetamol na een openhartoperatie bij jonge kinderen (0-3 jaar)? Wildschut: ‘We hebben alleen al 2 jaar gedaan over de discussie of het wel ethisch was om geen morfine te geven. Het overheersende gevoel is toch dat morfine pas écht pijnstilling is. De studie laat nu zien dat er geen verschillen zijn in pijnscores.’ Het blijkt dat alleen al het meedoen met de studie artsen helpt hun voorschrijfpraktijk te veranderen. Het effect van studieresultaten loopt als het ware vooruit op de concrete implementatie, aldus Wildschut. Volgens hem is de wereld van kinderintensivisten zó klein dat goede resultaten zich snel verspreiden. Toch is er nog implementatiewerk te doen, omdat ook andere beroepsgroepen bij deze patiëntengroep betrokken zijn. Bijvoorbeeld kinderverpleegkundigen die juist in de nazorg een cruciale rol hebben.

Frank Hoentjen: Minder adalimumab-injecties kán bij mensen met Crohn 

Frank Hoentjen doet zijn presentatie online vanuit Canada. Hij spreekt over de LADI-studie, die onderzocht of mensen met de ziekte van Crohn ook af kunnen met minder injecties met adalimumab. Dit (dure) geneesmiddel remt het immuunsysteem en kan de ziekte onder controle houden. Maar het kent ook bijwerkingen, zoals infectierisico’s en spuitreacties. Patiënten die dat willen, kunnen inderdaad met minder injecties af. Deze strategie leeft volgens Hoentjen duidelijk al in de praktijk. Vanwege de brede deelname van 20 centra is er veel ervaring opgedaan door de collega’s, stelt hij vast. Uit de zaal komt een vraag waarom de studie alleen met Crohn is gedaan en bijvoorbeeld niet met colitis ulcerosa. Hoentjes: ‘Dat is toch een heel ander ziektebeeld. Als we deze patiënten hadden meegenomen, waren onze resultaten waarschijnlijk toch te veel verwaterd. Onze primaire uitkomstmaat – niet-acceptabele opvlammingen bij minder injecties – was dan lastiger te meten geweest.’

Nick de Jonge: Antibiotica stoppen na koorts bij lymfklierkanker en acute leukemie

Kun je eerder stoppen met antibiotica als mensen met lymfklierkanker en acute leukemie koorts hebben? Nick de Jonge vertelt over de ‘heel spannende’ studie die dat uitzocht Spannend, omdat het hier gaat om een groep uiterst kwetsbare patiënten. Het punt is dat deze mensen vaak koorts hebben, maar dat die slechts in een derde van de gevallen door een infectie komt. Zij krijgen dan onnodig het antibioticum carbapenem. Een gericht stopbeleid blijkt heel goed mogelijk, aldus De Jonge. Bij de implementatie helpt de prijs voor het beste buitenlandse abstract, die het projectteam won op een Amerikaans congres. Inmiddels is de richtlijn ook aangepast. Op een vraag uit de zaal zegt De Jonge dat veel patiënten graag wilden meedoen met de studie, maar mensen met een niet-westerse achtergrond juist niet. ‘Dat verschil was echt opvallend, en moet je dus ook meenemen in studies als deze.’ En meenemen in de implementatie, want kennelijk zijn er verschillen in opvatting over nut en noodzaak van antibiotica bij lymfklierkanker en acute leukemie.