Professionalisering in de JGZ. Een veelzijdige taak.

Wat is het belang van professionalisering voor de jeugdgezondheidszorg? Daarover vertellen Annemieke Korver, voorzitter van de V&VN-vakgroep Jeugdverpleegkundigen en Mascha Kamphuis, voorzitter van de AJN (Jeugdartsen Nederland).

‘Professionalisering betekent voor mij dat je continu je kennis up-to-date houdt en meegaat met nieuwe ontwikkelingen, zoals digitalisering’, zegt Korver. ‘Dat je je verdiept in wetenschappelijke onderzoeken, vakbladen leest en je aansluit bij een beroepsvereniging. En natuurlijk dat je werkt volgens de laatste richtlijnen en wetenschappelijk onderbouwde methoden.’ Kamphuis noemt doorlopende bijscholing voor jeugdartsen een belangrijk aspect. ‘En dan niet alleen medisch-inhoudelijk, maar ook op het gebied van beleid, publieke gezondheid en gespreksvoering.’

Afbeelding
‘Professionalisering betekent voor mij dat je continu je kennis up-to-date houdt en meegaat met nieuwe ontwikkelingen’

Noot van de redactie: Inmiddels zijn zowel Mascha Kamphuis als Annemieke Korver geen voorzitter meer. Zij zijn opgevolgd door Astrid Nielen respectievelijk Annemieke Goudkuil

Samenwerking met partners, groeiende verbinding

Ook intensievere samenwerking met partners in het sociaal domein maakt deel uit van professionalisering in de JGZ. ‘In vrijwel alle gemeenten zijn wijk- en jeugdteams actief. Dat wij ons met hen verbinden is essentieel, net als met medisch specialisten en bijvoorbeeld (voor)scholen’, zegt Kamphuis. ‘Een voorwaarde bij dat groeiend contact is dat iedereen dezelfde taal spreekt en vanuit hetzelfde theoretisch kader werkt. We hebben allemaal onze eigen expertise, maar die verbinding is heel belangrijk om goed van elkaar te weten wie wanneer wat doet.’

Soms maken partijen daarbij gebruik van dezelfde methodieken. Kamphuis noemt de ontwikkeling van de methodiek voor het Gezamenlijk Inschatten van Zorgbehoeften (GIZ)  als voorbeeld. ‘Die methodiek is binnen een academische werkplaats jeugd ontwikkeld. De GIZ is tot stand gekomen door wetenschappers, sámen met de praktijk. Daardoor wordt hij snel opgepikt door professionals zoals in de JGZ. Zo’n onderbouwde tool helpt ook weer om taken beter uit te voeren en dus om professioneel te werken.’

‘Je moet weten wanneer je kunt afwijken van richtlijnen. Dan werk je pas écht professioneel’

Ook volgens Korver is het belangrijk dat JGZ-professionals intensief contact zoeken en onderhouden met collega’s en partners. ‘Als je onderling veel contact hebt, zie je sneller zaken waar je allemaal tegenaan loopt. Ga in gesprek met elkaar en geef aan wat jij denkt dat beter kan. Als je dat deelt, kan dat aanleiding vormen voor een nieuw wetenschappelijk onderzoek of aanpassing van het beleid.’

Richtlijnen en methoden

Een belangrijk onderdeel van professionaliteit is werken volgens de nieuwste JGZ-richtlijnen. Korver: ‘Als professional moet je die gebruiken om je kennis te toetsen. Het is belangrijk dat je handelt op basis van de richtlijnen om uniformiteit te creëren.’ Volgens Kamphuis laten richtlijnen goed zien wat je zelf moet doen en wanneer je moet verwijzen. ‘Die zijn evidence of practice based en dus gebaseerd op de laatste stand van het wetenschappelijk onderzoek en/of consensus uit de praktijk.’ Daarmee kun je duidelijkheid scheppen in die enorme berg informatie. Maar soms moet je daar met goede reden vanaf wijken. Dan werk je pas écht professioneel.’

Aansluiten bij de klant, kind centraal

Met reden afwijken van richtlijnen hangt samen met een ander aspect van professioneel werken: nauw aansluiten bij de wensen en behoeften van ouders en kinderen, waarin het belang van het kind centraal staat. ‘Professionals vinden het lastig om af te wijken van routine’, ziet Kamphuis. ‘Maar professionaliteit betekent ook dat je als professional kritisch kijkt en durft mee te gaan met de eisen die zorg vandaag de dag stelt.’ Korver beaamt dat: ‘De behoefte aan extra aandacht verschilt van ouder tot ouder. Het is niet meer van deze tijd om iedereen standaard hetzelfde te bieden. Professionaliteit is ook: verder denken, uit je comfortzone komen en de ruimte nemen om beter aan te sluiten bij de behoeften van je klant’. Kamphuis: ‘Alle professionalisering heeft uiteindelijk als doel om ouders, kinderen en jongeren nog beter te ondersteunen. Wij willen bijdragen aan de meest optimale ontwikkeling voor ieder kind.’

Tekst Leene Communicatie. Portret Annemieke Korver door Laura Bausch | Mascha Kamphuis door Dirk Jansen Photography

1 / 3

Professionalisering

Professionalisering

De veranderende wereld en vele (digitale) ontwikkelingen vragen veel van de professional in de JGZ. Een leven lang leren is voorwaarde om in de JGZ professioneel te kunnen handelen. Het verschil te maken en aan te sluiten bij de wensen van ouder en kinderen. In verbinding met andere partners in het sociaal domein en aanpalende beroepsgroepen zoals verloskunde, kindergeneeskunde en de jeugd-GGz. Een belangrijk onderdeel van professionaliteit is werken volgens de nieuwste JGZ-richtlijnen. Én de inzet van instrumenten en methodieken die bewezen effectief zijn. Met als uiteindelijk doel om ouders, kinderen en jongeren optimaal te ondersteunen.

2 / 3

Rol van ZonMw 

Rol van ZonMw 

ZonMw investeert in onderzoek en ontwikkeling binnen de JGZ. De huidige tijd stelt de JGZ voor nieuwe vraagstukken. ZonMw helpt de JGZ daarop te anticiperen. Bijvoorbeeld met de ontwikkeling van richtlijnen. Deze richtlijnen moet leiden tot verdere professionalisering en uniformering in de jeugdgezondheidszorg. Dit gebeurt door de ontwikkeling en herziening van richtlijnen, samenwerkingsrichtlijnen en producten die de invoering van richtlijnen ondersteunen. Maar ook door het verder onderbouwen en waar nodig doorontwikkelen van veelbelovende werkwijzen. En het ontwikkelen van innovatieve werkwijzen voor de JGZ die de positionering van de JGZ in het sociale domein betreffen.

3 / 3

Samenwerking

Samenwerking

ZonMw werkt voor de jeugdgezondheidszorg samen met talrijke organisaties, zoals het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, het Nederlands Jeugdinstituut, beroepsverenigingen, brancheorganisaties, praktijkinstellingen, hogescholen, universiteiten en kennisinstituten zoals TNO en Trimbos instituut.

Colofon

Tekst: Leene Communicatie
Beeld: Laura Bausch, Dirk Jansen Photography