Duizeligheid bij ouderen

Hoe effectief is een prognosegerichte behandeling?
De diagnose van duizeligheid bij ouderen is vaak niet zo duidelijk te stellen. Mogelijk is het effectiever om voor de behandeling ook naar beïnvloedbare risicofactoren te kijken. Of dat zo is, moet het project Verbetering van de prognose bij duizelige ouderen bij het VUMC uitwijzen.
Duizeligheid bij ouderen is samen met incontinentie en vallen een van de geriatric giants: veel voorkomende gezondheidsklachten bij ouderen die tot hoge zorgconsumptie leiden. Jaarlijks bezoekt 1 op de 10 vijfenzestigplussers de huisarts met duizeligheid als klacht, vertelt projectleider dr. Otto Maarsingh van het VUMC. In 40% van de gevallen stelt de huisarts geen diagnose. In andere gevallen stelt hij wel een diagnose maar is er geen behandeling mogelijk, of is het beter die achterwege te laten vanwege andere gezondheidsklachten bij de patiënt.

Therapeutisch nihilisme

Ouderen die veel last hebben van duizeligheid, kunnen daar in hun dagelijks leven ernstige beperkingen door ondervinden. Maar als de diagnosegerichte benadering niets oplevert, lijken patiënt en huisarts samen toch vaak te concluderen dat de oudere er maar mee moet leven. Dat concludeert Maarsingh uit een kwalitatieve projectstudie onder 13 ouderen. De geïnterviewde ouderen hadden niet minder last van hun klacht gekregen na bezoeken aan de huisarts, maar ze waren veelal toch tevreden over de gekregen zorg. Maarsingh vermoedt dat hier een ‘gedeeld therapeutisch nihilisme’ in het spel is.

Prognosegericht behandelen

Huisarts en ouderen kunnen het met hun gelaten opstelling allebei wel eens mis hebben, denkt hij. Om daar achter te komen is wel een nieuwe manier van kijken nodig: van diagnosegericht- naar prognosegericht. Er zijn meerdere beïnvloedbare voorspellers van een ongunstig beloop van duizeligheid als klacht. Maarsingh noemt: angst- en stemmingsstoornissen, polyfarmacie en verminderde functionele mobiliteit.

Minder beperkingen?

In een interventiestudie krijgt de interventiegroep gebruikelijke zorg in combinatie met behandeling van de beïnvloedbare risicofactor, in de vorm van psychotherapie, herziening en vermindering van medicijngebruik of fysiotherapie. De controlegroep krijgt alleen gebruikelijke zorg overeenkomstig de NHG-standaard. ‘De eerste onderzoeksresultaten komen nu binnen,’ zegt Van Maarsingh. Een follow-up na een jaar moet uitwijzen of de ouderen uit de onderzoeksgroep minder beperkingen hebben dan de ouderen die de gebruikelijke zorg kregen.

Beslisregel

Al eerder ontwierpen de onderzoekers een beslisregel voor het voorspellen van een ongunstig beloop van duizeligheid bij ouderen. Die regel heeft tot doel de huisarts te helpen om patiënten te identificeren die het risico lopen op chronische duizeligheid met ernstige beperkingen. De validiteit van de beslisregel is naast de interventiestudie een onderwerp in het huidige onderzoek.

Programma Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde

Vanuit het programma Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde (HGOG) financieren we projecten die bijdragen aan kennisontwikkeling én aan de academisering van de opleiding huisartsgeneeskunde. Artsen in opleiding tot (klinisch) onderzoeker (AIOTO's) doen onderzoek naar wetenschappelijke vragen uit de klinische praktijk van de huisarts rondom diagnostiek, beloop en beleid van klachten en ziekten. In een interviewreeks vertellen de AIOTO's waar zij tegenaan lopen in hun onderzoek en welke kennis hun project oplevert.

ZonMw voert het programma uit in opdracht van SBOH; de werkgever van huisartsen in opleiding en specialisten ouderengeneeskunde in opleiding. SBOH financiert de hele huisartsopleiding en opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.

Colofon

Tekst: Veronique Huijbregts
E
indredactie: ZonMw