Atriumfibrilleren opsporen om herseninfarcten te voorkomen
Het risico op een TIA is goed te verlagen met een bepaald soort bloedverdunner. Nu lopen patiënten volgens protocol 3 dagen met hartregistratie-apparatuur rond. ‘De patiënten in mijn onderzoek hebben allemaal al een herseninfarct of TIA gehad,’ vertelt Himmelreich. ‘Van hen was onbekend of ze daarvóór een hartritmestoornis hadden. Voor het onderzoek lopen ze 14 dagen met een hartritmemeter rond. Zo gaan we na of ze AF hebben. In de algemene populatie is dat bij zo’n 20 tot 30% van alle mensen die een herseninfarct hebben gehad het geval.’
Algoritme-analyse
Met zijn onderzoek toetst Himmelreich of de SRA-methode helpt om het risico op AF te voorspellen. Deze Duitse methode is gebaseerd op een algoritme. Voor het onderzoek wordt dit algoritme gevoed met de data van 432 patiënten die Himmelreich in het Amsterdam UMC wierf voor deelname, plus de data van 270 personen uit een eerder onderzoeksbestand uit huisartsenpraktijken. ‘Met die gegevens willen we bekijken of het mogelijk is op basis van de eerste 24 uur van de meting onderliggende hartritmestoornissen te vinden. Daarmee kunnen we het Duitse model valideren.’
Zo kort mogelijke tijdsspanne
Himmelreich zoekt naar de kortst mogelijke tijdspanne waarmee AF is op te sporen. Daarvoor heeft hij de data van de eerste 24 uur van de meetgegevens, onderverdeeld in stukken van 1, 2, 6, 12 en 24 uur. ‘Maar patiënten lopen 14 dagen met het meetinstrument rond en wij kennen de uitslag van de hele periode van 14 dagen. Wij kunnen die vergelijken met de Duitse resultaten. Het kan best zo zijn dat de ritmestoornis zich pas op dag 13 of 14 voordoet. We zijn heel benieuwd of de Duitse analyse de stoornis er in de eerste 24 uur al uitpikt.’
Foutmarge
De database is inmiddels afgesloten en één derde van de data is geanalyseerd. Te weinig voor definitieve uitspraken, zegt Himmelreich. ‘Maar het lijkt erop dat het algoritme het redelijk doet. Al is het wat overenthousiast, omdat het mensen als risicovol aanmerkt terwijl wij dat op basis van de 14-daagse meting niet vonden.’
Uit de metingen van de ziekenhuispatiënten komt tot dusver dat AF bij de patiënten uit het onderzoeksbestand minder vaak voorkomt dan op basis van de internationale literatuur te verwachten was, namelijk slechts bij 2,5%.
‘Dat maakt het risico op ruime foutmarges best groot, omdat het om zo’n kleine groep gaat. Mogelijk kunnen we daardoor over de werkzaamheid van de SRA-methode minder sterke uitspraken doen dan we vooraf hadden gehoopt. Ik ben benieuwd naar de verdere resultaten.’
Bij de patiënten uit het onderzoeksbestand wordt minder vaak AF gevonden dan de verwachting was op grond van internationale onderzoeksliteratuur.
Verklaring voorlopige resultaten
Het Amsterdam UMC heeft ook de gegevens verzameld van alle patiënten die met een herseninfarct bij het Amsterdam UMC zijn gekomen, maar niet in de studie zijn betrokken omdat de oorzaak van het herseninfarct bij hen al bekend was. In 40% van de gevallen was dat AF. ‘Mogelijk vinden we daardoor bij onze onderzoeksgroep relatief weinig patiënten met AF. Misschien hebben we in Nederland de zorg al zo ingericht dat we deze mensen al in een eerder stadium vinden. Tegelijkertijd zijn er mogelijk ook patiënten die wij zelfs met onze 14-daagse meting nog niet hebben gevonden. Dat komt omdat AF zich soms wekenlang niet voordoet en de patiënt er soms ook niets van merkt. Dat roept de vraag op of je met een screening van 14 dagen wel zo veel nieuwe mensen vindt.’
Uitdagingen
Gevraagd naar lastige zaken, zegt Himmelreich dat de inclusie van patiënten altijd meer tijd kost dan gepland, om redenen die vaak niet te voorzien zijn. Zo heeft de werving tot 2 keer toe stilgelegen door COVID-19. ‘En ik ben een groot voorstander van de veilige omgang met data, maar de komst van de nieuwe Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft het niet eenvoudiger gemaakt. De juridische omlijsting van onderzoek kan veel vertraging opleveren en je onderzoek bemoeilijken, omdat je bepaalde data niet mag gebruiken die wel heel nuttig kunnen zijn. Om die reden kan ik de AMC-patiënten van wie al bekend was dat ze AF hadden, niet vergelijken met de patiënten uit mijn onderzoek. Die hadden we niet vooraf toestemming gevraagd voor gebruik van hun gegevens.’
Ga als beginnend aioto gewoon eens met andere onderzoekers praten en vraag hoe ze bijvoorbeeld de beperkingen door de AVG hebben opgelost.
Uitwisseling en samenwerking
Himmelreich raadt iedere aioto aan ervaringen uit te wisselen met andere aioto’s en zijn/haar licht op te steken bij mensen die al langer met het onderzoeksbijltje hakken. ‘Ga gewoon eens met andere onderzoekers praten en vraag hoe ze bijvoorbeeld de beperkingen door de AVG hebben opgelost. En werk samen met begeleidende afdelingen, zoals de afdeling juridische zaken. Zo voorkom je missers.’
Voorrecht
Na zijn basisopleiding wilde Himmelreich zowel graag huisarts worden als onderzoek doen. 'Deze combinatie van neurologie met huisartsgeneeskunde ís het voor mij. Ik vind het een voorrecht om me te kunnen onderdompelen in de onderzoekswereld. Het creatieve proces vind ik leuk, nuttig en leerzaam. Al onze richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek. Ik ken nu ook de nuances om een richtlijn toe te passen.'
De combinatie van weten hoe het in het veld toegaat en weten hoe je dat kunt onderzoeken, is van onschatbare waarde.
Meer informatie
Programma Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde
Vanuit het programma Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde (HGOG) financieren we projecten die bijdragen aan kennisontwikkeling én aan de academisering van de opleiding huisartsgeneeskunde. Artsen in opleiding tot (klinisch) onderzoeker (aioto's) doen onderzoek naar wetenschappelijke vragen uit de klinische praktijk van de huisarts rondom diagnostiek, beloop en beleid van klachten en ziekten. In een interviewreeks vertellen de zij waar ze tegenaan lopen in hun onderzoek en welke kennis hun project oplevert.
ZonMw voert het programma uit in opdracht van SBOH; de werkgever van huisartsen in opleiding en specialisten ouderengeneeskunde in opleiding. SBOH financiert de hele huisartsopleiding en opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.
Colofon
Tekst: Veronique Huijbregts
Eindredactie: ZonMw