Er zijn verschillende implementatiestrategieën die je kunt inzetten als je een nieuwe werkwijze wilt invoeren. Bijvoorbeeld educatieve-, patiëntgerichte- of organisatorische strategieën. Maar hoe bepaal je nu welke strategieën je kiest? In deze nieuwsbrief ga ik in op enkele punten die van belang zijn bij het maken van deze keuze.

Voordat je start met implementeren…

De eerste stap is het formuleren van heldere implementatiedoelen en het in kaart brengen van hoe de zorg er nu uitziet en op welke manier die afwijkt van de nieuwe werkwijze. Dit maakt duidelijk waar de meeste aanpassing nodig is. Vervolgens verdiep je je in de doelgroep, de setting en de factoren die implementatie van de nieuwe werkwijze belemmeren en bevorderen. Maak daarbij onderscheid tussen verschillende (sub)doelgroepen. Deze kunnen namelijk andere behoeften en andere problemen hebben en zitten veelal in verschillende fasen van het veranderingsproces. Het is goed om helder te hebben wat deze doelgroepen moeten weten (kennis), denken (houding) en doen (gedrag) met betrekking tot de nieuwe werkwijze. Op basis van je bevindingen in deze stappen, bepaal je welke implementatiestrategieën je inzet (Wensing & Grol, 2017).

Fasen in het veranderingsproces

Wensing en Grol (2017) onderscheiden 5 fasen die een individu, groep of organisatie doorloopt om tot implementatie en integratie van een nieuwe werkwijze of innovatie te komen: Oriëntatie, inzicht, acceptatie, verandering en behoud. De oriëntatiefase is erop gericht dat de doelgroep op de hoogte is van (het bestaan van) de innovatie en dat de nieuwsgierigheid is gewekt. De inzichtfase is erop gericht dat de doelgroep weet wat de innovatie precies inhoudt en dat zij inzicht heeft in hoe deze verschilt van de eigen huidige werkwijze. In deze fase moet een gevoel van urgentie ontstaan. In de acceptatiefase gaat het erom dat de doelgroep gemotiveerd raakt om echt tot verandering over te gaan. Deze fase is gericht op een positieve houding ten aanzien van de innovatie, en het besluit om te gaan veranderen. In de veranderingsfase maakt de doelgroep (op beperkte schaal) een start met de innovatie en gaat het erom dat de doelgroep het gevoel krijgt dat deze werkt en haalbaar is. De laatste fase, het behoud, is erop gericht dat de innovatie onderdeel wordt van de bestaande routines en deze verankerd wordt in de organisatie.

Koplopers en achterblijvers

Bij de implementatie van een nieuwe werkwijze zijn er vaak koplopers, achterblijvers en een middengroep. Deze groepen verschillen in hun drijfveren om te veranderen en hebben daarom een andere benadering nodig. Koplopers zijn snel te porren voor verandering, en kunnen daartoe worden aangezet met behulp van goede wetenschappelijk verantwoorde informatie, bijvoorbeeld via publicaties of scholing. De middengroep is meer gevoelig voor sociale druk, bijvoorbeeld via de mening van gerespecteerde collega’s en opinieleiders. Deze groep bereik je door de inzet van sleutelfiguren, feedback van collega’s en intercollegiale activiteiten. Achterblijvers staan sceptischer tegenover verandering. Waar koplopers intrinsiek gemotiveerd zijn tot veranderen, is de motivatie van de achterblijvers extrinsiek. Zij zijn gevoeliger voor dwang en druk en voor stimulans in de vorm van praktische steun, formele regelgeving of financiële prikkels (Wensing & Grol, 2017; ZonMw implementatieplan).

Selectie van strategieën

Als je inzicht hebt in hoe de huidige zorg afwijkt van de nieuwe werkwijze, welke doelgroepen er zijn, in welke fasen van het veranderingsproces zij zich bevinden en welke belemmerende en bevorderende factoren een rol spelen, kun je passende implementatiestrategieën selecteren. Omdat verschillende doelgroepen vaak in verschillende fasen van het veranderingsproces zitten, kom je meestal uit op een combinatie van meerdere strategieën. In de volgende nieuwsbrief ga ik dieper in op de verschillende implementatiestrategieën die je kunt inzetten.

Wil je met mij van gedachten wisselen over implementatie in jouw project? Of is er een onderwerp dat je graag aan bod ziet komen in de volgende nieuwsbrief? Laat het mij weten!

Moniek Zijlstra-Vlasveld
zijlstra-vlasveld@zonmw.nl

Bron:

-    Wensing, M. & Grol, R. (2017). Implementatie. Effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
-    ZonMw implementatieplan

Meer implementatietip? Bekijk de implementatiereeks

 

Naar boven
Direct naar: InhoudDirect naar: NavigatieDirect naar: Onderkant website