‘Ik denk dat we wereldwijd echt actie moeten ondernemen. Dat we iets moeten doen aan antibioticaresistentie, is een gegeven.’

Wouter Rottier, recent gepromoveerd in de microbiologie, dacht enkel zijn promotie te doen op 19 februari 2019. Hij had nooit kunnen bedenken dat zijn promotie misschien nog wel het minst spannende zou zijn van die dag. Uitgelicht door de NOS, een radio-interview, en een symposium waar zijn onderzoeksresultaten centraal stonden. Lisa Scheefhals en Linda van Gaalen van ZonMw (programma Antibiotica Resistentie en JPIAMR) spraken Wouter tijdens de ECCMID (European Congress of Clinical Microbiology & Infectious Diseases) over deze grote dag. Heeft hij zijn kernboodschap over weten te brengen via deze verschillende communicatiekanalen?
Geef ons een kijkje in de grote dag van jouw symposium en promotie: Hoe heb jij deze dag ervaren?
‘De dag vóór mijn promotie belden persvoorlichters mij met het bericht ‘De NOS wil je spreken’. Dit kwam als een volslagen verrassing. Dit veranderde totaal wat ik tot dan toe aan het doen was. Ik was vooral druk bezig geweest met mijn promotie en eigenlijk helemaal niet met media exposure. Ik ben vervolgens van Groningen naar Utrecht gegaan en daar moest ik voor de camera verschijnen. Toen heb ik nog wel gevraagd of ze er in wilde houden dat ‘antibioticaresistentie (ABR) wereldwijd wel een ernstig probleem is’. Mij werd toen gezegd, je kunt ook nog een radio-interview houden op de dag zelf. Kwart over 6 ’s ochtends. Dat vond ik echt het aller spannendst. Die promotie was een beetje naar de achtergrond verdwenen. Laat ik eerst maar eens opletten dat ik niet ontzettend ga haperen op de radio.’
Heb je jouw onderzoeksperspectief naar voren kunnen brengen zoals je wilde?
‘Bij de NOS bleef natuurlijk vooral hangen ‘Nederland heeft antibioticaresistentie onder controle’. Ik denk dat ik bij mijn radio-interview net iets beter de context heb kunnen schetsen. Daar heb ik beter kunnen inleiden dat ABR wereldwijd een ernstig probleem is. Achteraf denk ik ook dat ik wat meer had kunnen benadrukken dat we in Nederland wel degelijk last hebben van ABR. Het is alleen dat we voor een van de meest ernstige gevolgen, namelijk sterfte, niet echt een probleem zien. Daarnaast hoop ik wel dat voldoende duidelijk naar voren is gekomen dat dit ook juist komt doordat we in Nederland zo veel aandacht besteden aan ABR.’
Kunnen ziekenhuizen dan ook stoppen met hun beleid om antibioticaresistentie tegen te gaan? Of ligt dat wat genuanceerder?
‘Dat ligt zeker genuanceerder! In de setting die wij hebben onderzocht leidt ABR niet tot sterfte in Nederland. Maar als we wereldwijd kijken, zijn er genoeg studies die wel sterfte door ABR laten zien. Op dit moment kan ik het niet hard maken, maar dit zou te maken kunnen hebben met het beleid dat wordt gevoerd rondom infecties en de manieren waarop diagnostiek en empirisch antibioticabeleid worden toegepast. We kunnen veel verschillen vinden in factoren en op regionaal niveau wordt dit nog een stuk complexer. Er is hier dus nog veel te onderzoeken: Wat doen we dan precies goed in Nederland? En wat ga je uiteindelijk echt implementeren? En zijn al die maatregelen wel echt nodig?’
Zijn er kennislacunes in het ABR-veld en welke verantwoordelijkheid draagt Nederland hierin?
‘Aan de ene kant heb je heel veel soorten onderzoek zoals wij hebben gedaan: hoeveel ABR hebben we en tot wat voor een ziektelast leidt dit? Daar zijn inderdaad nog lacunes. Maar ik denk dat we wereldwijd echt naar actie moeten. Dat we iets moeten doen aan ABR, dat is een gegeven. Als je specifiek naar Nederland kijkt, heb ik de volgende vragen: Wat betekent ABR in de huisartsenpraktijk? Worden patiënten vaker in het ziekenhuis opgenomen als gevolg van ABR? Blijven ze langer last houden van infecties, die normaal sneller over zouden gaan? Hoe veranderen patiëntstromen door ABR in de community? Als je naar het buitenland kijkt, is de vraag relevant of landen onderling kunnen worden vergeleken? Zijn daar andere soort patiënten? Duurt de diagnostiek langer? Waar ligt de verklaring dat we in bepaalde landen wel sterfte zien? Daarnaast is er in Nederland veel variatie in het toegepaste empirische antibioticaregime. Het zou veel kennis opleveren als we die verschillende strategieën naast elkaar kunnen leggen. Tot slot denk ik absoluut dat wij vanuit onze geprivilegieerde positie internationaal ook een rol moeten blijven spelen.’
Als jij nu ‘from scratch’ een nieuwe onderzoeksproject kon opzetten, welke ‘gap’ zou je dan als eerste willen aanpakken?
‘Er zijn wellicht bepaalde patiëntengroepen waar ABR wel een dramatisch effect heeft. Omdat wij in ons onderzoek eigenlijk naar de gemiddelde infectie heb gekeken, komt dat er nu niet uit. Bijvoorbeeld patiënten met septische shock, die op de IC liggen. Dit zou een interessante groep zijn om daar dieper op in te gaan. In onze eigen studie is het kijken naar dergelijke subgroepen statistisch geen goed idee. De aantallen worden te klein, en het wordt onzekerder of een gevonden effect dan toeval of een daadwerkelijk causaal verband betreft. Daarnaast zou ik de vertraging in diagnostiek willen aanpakken. Met een goede risico inschatting kunnen we beter anticiperen op ABR en tegelijkertijd het gebruik van onnodige breed-spectrumantibiotica terugdringen. Er is nog andere winst te behalen dan alleen sterfte. Denk bijvoorbeeld aan bijwerkingen. Ook moet er meer aandacht uitgaan naar Low and Middle Income Countries (LMICs). De gevolgen van ABR zijn daar vele male groter. Niet alleen de hoeveelheid antibioticagebruik is van belang, maar denk ook aan transmissiepreventie, zoals het verbeteren van de sanitaire voorzieningen.’
Wat zijn je toekomstplannen?
‘Ik wil in de breedte meer leren over infectieziekten. Met een promotieonderzoek zoals ik heb gedaan, heb je niet volledig zicht op de wereld waarin patiënten echt worden behandeld. Je weet eigenlijk niet zo goed wat er in de kliniek gebeurt. Wat speelt er allemaal rond infectieziekten en wat voor impact heeft dit op patiënten? Daarom volg ik momenteel de opleiding medische microbiologie. Daar ga ik me nu de komende jaren op richten. Verder heb ik nog een vrij open blik. Openbare gezondheid en het beleid rondom ABR vind ik erg interessant. En ik wil zeker in een later stadium nog iets bijdragen aan het ernstige probleem dat ABR is. Alles wat er rondom mijn proefschrift is gebeurd, heeft mijn ogen ook geopend voor de maatschappelijke impact die je onderzoek kan hebben.’
Over het promotieonderzoek
In de afgelopen decennia is antibioticaresistentie wereldwijd een groot probleem geworden. Nederland is zeer succesvol geweest met het zoek-en-vernietig-beleid gericht op methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA). Daarentegen is bij een andere groep resistente bacteriën, de multiresistente Gram-negatieven, de situatie in Nederland niet beduidend anders dan in omliggende West-Europese landen. Onderzocht is of er in Nederland een verschil is in sterfte (binnen 30 dagen na het begin van een infectie) tussen infecties met multiresistente Gram-negatieven en de gebruikelijke varianten van Gram-negatieven. Uit een studie over 8 Nederlandse ziekenhuizen is gebleken dat er geen verhoogde sterfte is bij patiënten met een infectie met een bijzonder resistent micro-organisme (BRMO). Ook bij infecties met vancomycineresistente enterokokken (VRE) werd geen effect op sterfte gevonden. Dit was ondanks het feit dat adequate antibiotica later werd gestart bij patiënten met een infectie met een resistentie bacterie. Aangezien in andere studies wel een effect op sterfte is gerapporteerd, wordt als mogelijke verklaring voor dit verschil aangedragen dat dit kan komen door verschillen in het beleid rondom antibiotica en diagnostiek.
Samenvattend kan worden geconcludeerd dat op dit moment in Nederland het antibioticaresistentieprobleem beheersbaar is en niet tot extra sterfte leidt. Het is echter ook belangrijk om waakzaam te blijven gezien de op wereldwijde schaal continu veranderende epidemiologie van resistente bacteriën.
Wouter Rottier promoveerde bij het Julius Centrum van het UMC Utrecht, onder supervisie van promotor Marc Bonten en co-promotor Heidi Ammerlaan. Dit onderzoek werd door ZonMw financieel ondersteund.
Meer informatie
- over het onderzoeksproject van Wouter Rottier dat is gefinancieerd door ZonMw
- over antibioticaresistentie
- over het programma Antibiotica Resistentie