Therapietrouw: van onderzoek naar praktijk
Tijdens de subsessie ‘Therapietrouw: van onderzoek naar praktijk’ stond de vraag centraal hoe een bewezen (therapietrouw)interventie het beste in de praktijk kan worden ingevoerd.
Sessievoorzitter: Ir. Kick Visser
Sprekers:
- Prof. dr. ir. Liset van Dijk, NIVEL | Rijksuniversiteit Groningen
- Prof. dr. Marijn de Bruin, Radboudumc
- Drs. Peter Wognum, Long Alliantie Nederland | KNMP
Proeftuinen
Liset van Dijk spreekt over de zogenoemde proeftuinen die worden begeleid door het Make-It consortium. Dit consortium bestaat uit verschillende onderzoekers/zorgverleners met expertise op het gebied van therapietrouw, implementatie, zorgonderzoek, farmacie, geneeskunde, verpleegkunde, gedragswetenschappen en communicatiewetenschappen.
Het doel van het project is het implementeren van laagdrempelige, bewezen therapietrouwinterventies gericht op de thuiswonende patiënt in de praktijk. Daarnaast zullen de opgedane kennis, ervaringen en resultaten breed worden verspreid om regio’s te stimuleren tot therapietrouwverbetering.
Van Dijk gaat tijdens haar presentatie in op het implementatieproces en schetst hoe het implementatieproces er uitziet:
- De interventie is Het Ding
- Effectiviteitsonderzoek kijkt of Het Ding werkt
- Implementatiestrategieën zijn wat we doen om mensen te helpen om Het Ding te doen
- Implementatie-uitkomsten gaan over Hoe Veel/Vaak en Hoe Goed we Het Ding doen
Het mooie aan dit project is dat de implementatiestap richting de praktijk snel gezet kan worden, doordat:
- Er gebruik wordt gemaakt van reeds bewezen interventies;
- Motiverende en enthousiaste proeftuinleiders meedoen die hun basis hebben in de praktijk;
- Make-It consortium een minimale uitkomstenset ontwikkelt en de proeftuinen begeleidt in het opzetten van een draaiboek, zodat de interventies naar andere regio’s kunnen worden uitgerold;
AIMS-project
Voor langdurige effectiviteit van hiv-behandeling dienen patiënten hun medicatie regelmatig en levenslang in te nemen. Niet alle patiënten lukt het om altijd de medicatie volgens de voorschriften te gebruiken. Om de therapietrouw te bevorderen, heeft Marijn de Bruin het AIMS-project opgezet. De Adherence Improving self-Management Strategy (AIMS) is een interventie om therapietrouw met medicatie te ondersteunen. Patiënten die de AIMS-interventie kregen, bleken het hiv-virus beter te onderdrukken dan patiënten die de reguliere zorg ontvingen. Bovendien is AIMS zowel goedkoper als effectiever dan de reguliere zorg. De resultaten zijn opgenomen in de behandelrichtlijn. De volgende stap was om deze interventie verder uit te rollen naar tenminste de helft van de hiv-klinieken in Nederland. Inmiddels is de interventie geïmplementeerd in 8 van de 24 klinieken.
De Bruin kwam tijdens het onderzoek de volgende barrières tegen:
- De grootte van de elektronische pillenpotjes/-deksels was een belemmering. Het pillenpotje met een drukbutton bleek gebruiksvriendelijker;
- Geen grip op zorgverzekeraars met betrekking tot vergoeding van de behandeling;
- Het bevorderen van therapietrouw wordt als minder urgent ervaren onder zorgverleners.
Inhalatiemedicatie
Nederlandse zorgverleners zijn ‘goed bezig’ met het verbeteren van het juiste gebruik van inhalatiemedicatie. Daarmee gaat de effectiviteit van de medicatie omhoog. Naast het juiste gebruik van medicatie is therapietrouw een belangrijke factor voor het verbeteren van de effectiviteit van de medicatie. Hier is nog veel winst te behalen voor inhalatiemedicatie. Peter Wognum legde uit hoe De Longalliantie Nederland (LAN) een plan heeft ontwikkeld voor de aanpak van dit probleem in de hele keten. De ambitie is om de therapietrouw te verhogen van 63% naar 80%. Het doel is om een toolbox te ontwikkelen die de regio’s ondersteunt bij het implementeren van het landelijk inhalatiemedicatie zorgpad.
Op dit moment wordt het zorgpad getest in vier regio’s waarbij gebruik wordt gemaakt van een multidisciplinaire aanpak. In elke regio zit namelijk: minimaal 1 zorggroep, minimaal 1 apotheekpraktijk, eventueel verzekeraars en longartsen. Veel winst is te behalen in de ketenzorg.
Na afloop van de presentaties komt een levendige discussie op gang tussen de drie sprekers en de sessievoorzitter:
- De projecten kunnen van elkaar leren door de verschillende aanpak van de projecten. Het project van de LAN is vanuit een ‘topdown’-principe benaderd: vier verschillende regio’s doen hetzelfde project. Terwijl het Make-It consortium het project heeft aangevlogen vanuit een ‘bottom-up’-principe: verschillende therapietrouwinterventies worden uitgerold in verschillende regio’s.
- Grote belemmeringen voor het implementeren van therapietrouw interventies worden gezien in de opzet van het huidige zorgsysteem. Dit is niet ingericht om gedragsverandering te borgen en het systeem investeert niet in ketenzorg. Daarnaast is het nodig dat er een gedragsverandering plaatsvindt bij de zorgprofessionals om het belang van therapietrouw in te zien. De Bruin noemt een mooi voorbeeld in Schotland, waar ze zogenoemde ‘health sociologists’ kennen; dit zijn gedragsspecialisten die gedragsspecialistische zorg leveren aan zowel zorgverleners als patiënten.