Medicijninformatie in de praktijk: aan welke informatie heeft jouw patiënt behoefte?
In deze sessie gaven Jasper-Hugo Brouwers, Annemiek Linn en Gudule Boland met sessievoorzitter Ton de Boer praktische handvaten voor in de praktijk.
Sessievoorzitter:
Prof. dr. Ton de Boer, CBG
Sprekers:
- Jasper-Hugo Brouwers BBA BCom, CBG
- Dr. Annemiek Linn, Universiteit van Amsterdam
- Dr. Gudule Boland, Pharos
Ton de Boer neemt ons in deze subsessie mee in de verschillende informatiebehoeften van patiënten over medicijnen en vaccins. Hij is zelf de afgelopen tijd veel in het nieuws geweest en legt in talkshows uit wat de rol is van het CBG bij de beoordeling van vaccins en hoe vaccins werken. In deze sessie kijken we naar de verschillende informatiebehoeften; denk aan animatiefilmpjes (Kijksluiter), vaccin-in-het-kort, de complete bijsluiter of mondelinge informatie door een zorgverlener. Hoe herken je welke behoefte een patiënt heeft? En wat kun jij doen om te checken of jouw uitleg begrijpelijk genoeg was? En hoe stel jij als zorgverlener de juiste vragen over medicijngebruik?
Begrijpelijke patiënteninformatie
Jasper-Hugo Brouwers is als voorzitter Netwerk Patiënteninformatie nauw betrokken bij het schrijven van begrijpelijke patiënteninformatie. Brouwers geeft aan dat de arts, apotheker en de bijsluiter voor de patiënt veel gebruikte, betrouwbare informatiebronnen zijn. Naast deze bronnen wordt ook in toenemende mate het internet gebruikt om informatie over medicijnen op te zoeken. Als zorgverlener is het belangrijk om te vertellen welke websites betrouwbaar zijn. De websites van het Netwerk Patiënteninformatie (NPI) (geneesmiddeleninformatiebank.nl, thuisarts.nl, apotheek.nl en lareb.nl) vormen samen een betrouwbaar netwerk en zijn aan elkaar gekoppeld door middel van links.
Er is een aantal tools ontwikkeld die kunnen helpen bij het schrijven van begrijpelijke patiënteninformatie. Bijvoorbeeld de schrijfwijzer van het Netwerk Patiënteninformatie die ook verwijst naar Pharos. En de toolkit op de CBG-website met onder andere de patiëntvriendelijke termenlijst. (Zie de links in de presentatie.)
Samen met het Netwerk Patiënteninformatie, het RIVM en farmaceuten heeft het CBG ‘Vaccin in het kort’ ontwikkeld voor alle voorwaardelijk toegelaten COVID-19-vaccins en de vaccins uit het Rijksvaccinatieprogramma. De tekst van het ‘Vaccin in het kort’ wordt ondersteund door pictogrammen en de effectiviteit en begrijpelijkheid zijn getest. ‘Vaccin in het kort’ van de COVID-19-vaccins wordt meegegeven op priklocaties van de GGD en wordt soms ook toegevoegd aan de uitnodiging voor de vaccinatie. Je kunt hem ook zelf uitprinten.
Informatiebehoefte verschilt per persoon
Goede communicatie is lastig, maar ook belangrijk. Als mensen informatie beter begrijpen dan onthouden ze het ook beter en zullen zij deze informatie eerder gebruiken. Annemiek Linn begint met het vragen aan de deelnemers waarom goede communicatie zo lastig is. Aan de hand van de reacties gaat zij in gesprek over de verschillende manieren van communiceren en over het inleven in het type patiënt en de specifieke informatiebehoefte. Hiervoor gebruikt zij verschillende persona’s. Persona’s zijn archetypen met kenmerken van bepaalde doelgroepen. De volgende persona’s worden gepresenteerd:
- De informatiezoeker heeft vaak een onderliggende angst en gebruikt informatie om met die angst om te gaan. De informatiezoeker kun je helpen door te verwijzen naar relevante en betrouwbare informatie. Bijvoorbeeld de websites van het Netwerk Patiënteninformatie.
- De luisteraar geeft aan veel informatie te willen weten, maar heeft geen specifiek onderwerp op de agenda. Vraag daarom na welke informatie hij of zij wil weten.
- De vermijder steekt zijn kop in het zand en wil op het moment van het gesprek niet veel weten. Dit betekent niet dat hij nooit iets wil weten. Vaak ligt bij deze persona een angst ten grondslag aan het gedrag. Je kunt deze patiënt later nog eens uitnodigen of aangeven waar hij betrouwbare informatie kan vinden, zodat hij alsnog betrouwbare informatie kan vinden als hij daar aan toe is.
Een valkuil is vaak dat we andere mensen (en patiënten) behandelen zoals we zelf behandeld willen worden. De informatiebehoefte verschilt per persoon, per onderwerp en verandert in de loop der tijd ook weer. Ga daarom altijd in gesprek met de patiënt en vraag wat iemand al weet en wat iemand wil weten.
Verantwoord medicijngebruik bij migranten en laaggeletterden
Gudule Boland geeft aan dat mensen met een lage opleiding meer voorgeschreven medicijnen gebruiken dan mensen met een hoge opleiding. Naarmate het onderwijsniveau oploopt, daalt het medicijngebruik. Het is belangrijk dat iedereen op een begrijpelijke manier geïnformeerd wordt over het gebruik van medicijnen.
De meest aanbevolen methode door zorgverleners is de terugvraagmethode:
- Vraag iemand om in zijn eigen woorden te vertellen wat je hem/haar zojuist hebt uitgelegd.
- Blijkt dat iemand het niet heeft begrepen? Vul aan of stel bij.
- Geef iemand niet het gevoel dat je hem controleert: houd de vraag bij jezelf. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil weten of ik het goed uitgelegd heb.’ Of: ‘Kunt u me vertellen…
- wat u nu moet doen.’
- wat ik verteld heb.’
- hoe u de medicijnen gaat innemen.’
Deze methode kan bij iedereen worden toegepast, zoals als in de film te zien is: https://www.pharos.nl/nieuws/zorgverleners-passen-terugvraagmethode-toe-bij-uitleg-nieuwe-medicijnen/
Discussie
De subsessie is afgesloten met een gezamenlijke discussie. De sprekers delen hun inzichten over vragen die binnenkomen via de chat. Dit levert een interessant en levendig gesprek op aan tafel, onder andere over risicocommunicatie.