SPREAD+: nuttige interventies voor mensen met dementie

Er zijn in de loop der jaren veel interventies en producten ontwikkeld voor mensen met dementie. Toch wordt er nog onvoldoende gebruik van gemaakt. Het consortium SPREAD+ onderzoekt hoe het beter kan én vult eventuele hiaten aan.

Wat is goede zorg voor mensen met dementie? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. De ziekte schrijdt voort en in elke fase ontstaan er andere behoeften. Wat iemand vandaag nodig heeft, is over een half jaar misschien weer achterhaald. Bovendien zijn er verschillende vormen van dementie, met elk hun eigen kenmerken. Het treft mensen uit alle culturen, opleidingsrichtingen, en met verschillende achtergronden. Al die mensen hebben andere behoeften.

Bewezen werkzaam, maar weinig gebruikt

Er bestaan veel psychosociale en technologische interventies om mensen met dementie, hun naasten en de professionals te ondersteunen. Bijvoorbeeld online programma’s die helpen bij een gezonde leefstijl, of die mantelzorgers leren omgaan met hun veranderende partner. En producten voor valpreventie, dwaaldetectie en veilige medicatietoediening. Of e-health-apps die voor professionals de zorg efficiënter maken. Van veel van die producten, interventies en activiteiten is bewezen dat ze werkzaam zijn. Toch vinden ze nog onvoldoende hun weg naar praktijk.

Bij al onze initiatieven betrekken wij de professionals op de werkvloer, de mantelzorgers én de mensen met dementie zelf.
Prof. dr. Marjolein de Vugt
Gezondheidszorgpsycholoog, UMC Maastricht

De mensen met dementie denken mee

Het consortium Spread+ inventariseert het aanbod van interventies én inventariseert de behoeften van verschillende groepen betrokkenen. Ze passen bestaande interventies en producten per doelgroep aan, zodat meer mensen er profijt van hebben. Bovendien vullen ze eventuele hiaten op met innovaties: nuttige producten en interventies die nog niet bestaan. Gezondheidszorgpsycholoog prof. dr. Marjolein de Vugt (UMC Maastricht) is projectleider van het consortium. ‘Bij al onze initiatieven betrekken wij de professionals op de werkvloer, de mantelzorgers én de mensen met dementie zelf of desnoods cliëntvertegenwoordigers. Zij weten als geen ander aan welke zorg er behoefte is.’

Voor iedereen, dus inclusief

Inclusiviteit is bij SPREAD+ een sleutelwoord. De Vugt: ‘We zoeken de samenwerking met mensen met dementie uit verschillende culturen en met verschillende achtergronden. Jonge onderzoekers leren van ons welke vragen je moet stellen om te ontdekken wat iemand nodig heeft. We willen iedereen horen. Dat is een belangrijk startpunt voor goed onderzoek.’ Ook intersectionaliteit is binnen SPREAD+ een aandachtspunt, oftewel kruispuntdenken. De Vugt: ‘We richten ons op mensen uit alle lagen van de bevolking, met verschillende achtergronden en in alle fasen van dementie. Dat noemen we intersectionaliteit. Je houdt hierbij rekening met meerdere kenmerken van een persoon. Iemand heeft bijvoorbeeld een Turkse of een Nederlandse achtergrond, is vrouw of man en is laag of hoog opgeleid.’

Bij implementatie hoort scholing

SPREAD+ staat voor: Sustainable and PeRsonalisEd Advances in Dementia care. Oftewel: Duurzame en gepersonaliseerde vooruitgang in de zorg voor dementie.

Specialist Ouderengeneeskunde prof. dr. Sytse Zuidema (UMCG) coördineert de innovatieportefeuille van het consortium. Voor de garantie van duurzaamheid benadrukt hij graag het belang van scholing van professionals. ‘In het verleden zijn veel goede innovaties zonder enige instructie geïntroduceerd’, zegt hij. ‘Onderzoekers zeiden dan bijvoorbeeld: “Kijk, een nieuwe app. Veel succes ermee.” Zorgverleners antwoordden op hun beurt: “Leuk bedacht, maar hier hebben wij geen tijd voor.” Bij implementatie hoort scholing. Zorgverleners moeten de voordelen inzien en zelf ervaren. Bovendien moeten interventies gemakkelijk in te passen zijn in de zorg. Pas dan gaan zorgverleners ze gebruiken of adviseren aan een cliënt.’

Nuttige interventie die nog verbeterd kan worden

De Vugt en Zuidema kennen meerdere voorbeelden van goede interventies die niet of moeizaam van de grond komen, en dus verbeterd moeten worden. De Vugt: ‘We hebben in Maastricht informatie ontwikkeld voor mensen met beginnende dementie en hun mantelzorger, genaamd: Partner in Balans. Wij constateren dat die niet wordt gebruikt door mensen met weinig opleiding en mensen met een niet-Nederlandse achtergrond. Dat is zonde. Want we weten dat de interventie bijdraagt aan de kwaliteit van leven.’

Sytse Zuidema noemt valdetectie als voorbeeld van een nuttige interventie waaraan nog een en ander te verbeteren valt. ‘Te vaak gaan de alarmbellen zonder dat er iemand is gevallen’, zegt hij. ‘Als zorgverleners 5 keer tevergeefs zijn gaan kijken bij een ouderere met dementie, denken ze een 6de keer misschien: Het zal wel weer loos alarm zijn. Ze stoppen dan met het gebruik van de interventie.’

Lerende netwerken

Hoe bereiken de onderzoekers van SPREAD+ de mensen met dementie, hun naasten en professionals op de werkvloer? Dat doen ze onder andere via de academische netwerken ouderenzorg en de hbo- en mbo-scholen, die lerende netwerken hebben opgebouwd met onder andere de zorg- en welzijnsopleidingen en ouderenzorg- en welzijnsorganisaties in de regio. Zo zijn ze op de hoogte van wat er speelt in de praktijk en het onderwijs, en kunnen zij nieuwe kennis snel verspreiden.

Kruisbestuiving en wederkerigheid

De Vugt: ‘Wij gaan de verbinding leggen met deze lerende netwerken. Zo kunnen wij professionals nog beter al aan de voorkant laten meedenken over oplossingen, en verspreiden we vervolgens via het netwerk de nieuwe kennis. Deelnemen aan het netwerk bevordert de kruisbestuiving en wederkerigheid tussen de academische onderzoekers, het HBO- en MBO-onderwijs en de praktijk. Het voorkomt dat we producten ontwikkelen waar niemand op zit te wachten, of producten die niet werken zoals ze zouden moeten werken.’

Tussentijdse bevindingen worden meteen gedeeld

Als het gaat om implementatie, is er volgens Sytse Zuidema de laatste jaren veel veranderd in de wetenschappelijke onderzoekswereld. Waar het thema voorheen weinig aandacht kreeg, is het nu een voorwaarde voor goede wetenschap. Bovendien worden onderzoeksresultaten vaker gedeeld nog voordat het onderzoek is afgerond. Zuidema: ‘Tussentijdse bevindingen worden dan omgezet tot bruikbare interventies of producten. Zo gaan we het ook doen binnen SPREAD+. Het is een uitstekende manier om de implementatie te versnellen en de zorg efficiënt te verbeteren. We moeten af van het traditionele denken: eerst 4 jaar wetenschappelijk onderzoek doen, en daarna anderen opschepen met de implementatie. Onderzoek is bedoeld om de zorg te verbeteren. Er moet geen kloof staan tussen de wetenschap en de zorg.’

De plus van SPREAD+

De plus van SPREAD+ staat voor de vele focuspunten binnen het consortium.

Er zijn 6 werkpakketten. Voor alle pakketten geldt dat ze betrekking hebben op zowel mensen met dementie, hun mantelzorgers als professionals. Bovendien moeten ze inclusief zijn, dus voor mensen uit alle lagen van de bevolking.

3 werkpakketten verbeteren of ontwikkelen interventies op het gebied van:

  1. Psychologisch welbevinden
  2. Leefstijl en omgeving
  3. Gezondheid en Veiligheid

Deze 3 pakketten worden doorsneden door 3 andere werkpakketten:

  1. Technologie
  2. Intersectionaliteit
  3. Leren en Implementeren

Colofon

Tekst: Riëtte Duynstee 
Eindredactie: ZonMw