Diagnose dementie: Tijdig, Accuraat en Persoonlijk
Als iemand de diagnose dementie krijgt, volgt de vraag: Om welk type dementie gaat het? De ziekte van Alzheimer is vrij nauwkeurig te stellen door middel van een (invasieve) ruggenprik of (kostbare) PET-scan. Maar voor andere typen dementie – zoals vasculaire-, Lewy body- en frontotemporale dementie – is de diagnostiek ingewikkelder. Veel mensen krijgen daardoor te laat de juiste zorg. Voor diagnostiek en beter zorg aan mensen met dementie werken onderzoekers steeds intensiever samen.
Gemengde pathologie
Bovendien is er vaak spraken van gemengde pathologie. Prof. dr. Wiesje van der Flier (Alzheimercentrum Amsterdam UMC) is hoofdonderzoeker van het consortium TAP-dementia (Tijdig, Accuraat en Persoonlijk). Ze vertelt: ‘Bij veel mensen met dementie zie je zowel vaatschade als de afwijkende eiwitten die kenmerkend zijn voor Alzheimer, Lewy body dementie of frontotemporale dementie. Hoeveel procent van de symptomen zijn verklaarbaar door welke eiwitten, of door welke mate van vaatschade? En wáár in de hersenen wordt de schade gezien?’
Een goede diagnose voor iedereen
Een goede diagnose is belangrijk. Van der Flier: ‘Nu nog lopen mensen en hun partner soms een lang traject bij de relatietherapeut omdat er thuis van alles fout gaat. Veel te laat blijkt dat er frontotemporale dementie in het spel is. Of iemand worstelt onnodig lang met waanbeelden die worden veroorzaakt door Lewy body dementie.’
Mensen met dementie als uitgangspunt bij de 5 onderzoeksprojecten
Het consortium TAP-dementia omvat 5 onderzoeksprojecten over diagnostiek. Steeds zijn de mensen met dementie het uitgangspunt en werken wetenschappers uit verschillende projecten met elkaar samen. Van der Flier: ‘Dankzij deze onderzoeken kunnen we zorg en behandeling steeds beter afstemmen op de kenmerken van individuele mensen.’
Eén test en een app om diagnose te stellen
Een diagnose begint altijd met een test naar cognitie, gedrag en dagelijks functioneren. Er bestaan verschillende diagnostische tests. Elke geheugenpoli heeft een eigen voorkeur. Van der Flier: ‘Binnen het eerste project gaan wij deze tests zo veel mogelijk harmoniseren tot één digitale test en een app die helpt bij interpretatie van de testuitslag. Wij nemen voorbereidende stappen om dit nationaal te implementeren. Zo wordt een diagnose voor alle mensen met dementie preciezer en accurater. Dat leidt tot persoonsgerichte en effectieve zorg.’
Persoonsgerichte informatie bieden
Ook verbetert TAP-dementia binnen dit project de communicatie met mensen met dementie en hun mantelzorger. Van der Flier: ‘Mensen met dementie zijn minder mondig. Met goede communicatie sluit de zorg beter aan bij hun wensen. We gaan mensen de informatie geven die ze nodig hebben.'
Klinische problemen door vaatschade
In het tweede project van TAP-dementia willen de onderzoekers weten welk type hersenschade bijdraagt aan de problemen van mensen met dementie. Van der Flier: ‘Vasculaire schade is zichtbaar op MRI-beelden. Maar in hoeverre is deze vaatschade verantwoordelijk voor de klinische problemen, en niet een afwijkend eiwit? Of omgekeerd? Dat gaan wij onderzoeken.’
Biomarker voor Lewy body dementie
Biomarkers zijn indicatoren – bijvoorbeeld eiwitten – waaraan je bepaalde eigenschappen in het lichaam kunt afmeten. Voor Lewy body dementie is er een nieuwe veelbelovende biomarker in hersenvocht ontdekt die de ziekte aantoont. Van der Flier: ‘In het tweede project wordt óók onderzocht hoe we de diagnose Lewy body dementie kunnen verbeteren met behulp van deze biomarker.’
Paspoort
Biomarkers in hersenvocht zijn al veel langer bekend voor de ziekte van Alzheimer. Kun je deze eiwitten ook aantonen in bloed? En kun je in bloed Alzheimer onderscheiden van frontotemporale dementie? Het wordt eveneens onderzocht in het tweede project van TAP-dementia. Van der Flier: ‘In project twee valideren we dus reeds bestaande diagnostische tests. De verschillende tests zijn ook te combineren. Zo willen we op termijn voor iedereen met dementie een paspoort maken: een fingerprint voor de verschillende typen pathologie.’
Wanneer heeft een PET-scan voor Alzheimer toegevoegd waarde?
Het derde project bestudeert toepassing van de Tau-PET-scan voor Alzheimer. Van der Flier: ‘Je toont er Tau-kluwens mee aan; je ziet ze als roodgele vlekken op kenmerkende locaties in de hersenen. Het is een dure techniek, die we niet voor iedereen kunnen toepassen. In dit project onderzoeken we bij welke mensen zo’n test de meeste toegevoegde waarde heeft. Wellicht zijn het mensen bij wie de andere tests elkaar tegenspreken. Of mensen met een atypisch ziektebeeld waarbij vergeetachtigheid niet op de voorgrond staat.’
Kunstmatige intelligentie voor betere diagnoses
Het vierde project onderzoekt de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie voor steeds meer verfijnde diagnoses. Prof. dr. Meike Vernooij is neuroradioloog en onderzoeker bij Erasmus MC. Ze vertelt: ‘Bij het vermoeden van dementie wordt bij het merendeel van mensen een MRI-scan gemaakt. Zo'n scan bevat een rijkdom aan informatie, veel meer dan wij met het blote oog kunnen zien. Met wiskundige modellen en computergestuurde technieken gaan we meer informatie uit de beelden halen. Ook nemen we informatie mee uit bijvoorbeeld neuropsychologisch onderzoek of biomarkers in hersenvocht. Dankzij de samenwerking tussen alle vijf de projecten en met deze combinatie van informatie én de wiskundige modellen verwachten wij een grote slag te kunnen maken.’
Toegankelijke wiskundige modellen
Voor kunstmatige intelligentie verzamelen onderzoekers grote hoeveelheden geanonimiseerde data van mensen, nationaal en internationaal. Wiskundige modellen kunnen in deze data patronen ontdekken. Die patronen helpen om met meer zekerheid de verschillende vormen van dementie te onderscheiden. Dus in de toekomst kunnen neurologen op geheugenpoli’s deze modellen gebruiken om bij individuele personen met dementie de diagnose te verfijnen. Vernooij: ‘Wij onderzoeken ook hoe we deze modellen zo toegankelijk mogelijk kunnen maken en we maken inzichtelijk hoe de modellen tot stand zijn gekomen. Dat vergroot de kans dat artsen ze ook daadwerkelijk zullen gebruiken in de dagelijkse praktijk.’
Grote stap voorwaarts
Voor de ziekte van Alzheimer bestaat al kunstmatige intelligentie waarmee je mensen met de ziekte met vrij grote nauwkeurigheid kunt onderscheiden van de gezonde populatie. Vernooij: ‘Die modellen zijn zinvol voor onderzoek, maar niét praktisch voor de dagelijkse praktijk. Voor de oorzaak van de dementie wil je immers het verschil zien tussen iemand met frontotemporale dementie, Lewy body dementie of Alzheimer. Dat is de stap die we nu gaan maken. We hebben de kennis en infrastructuur in huis om hier binnen het consortium gezamenlijk aan te werken.’
Nog meer kennis ontwikkelen over eiwittenmarkers
Tot slot het vijfde en laatste project. Daarbinnen speuren onderzoekers naar nieuwe eiwitmarkers die nu nog niet bekend zijn. Van der Flier: ‘Bij dementie vind je vaak afwijkende eiwitten. Een aantal daarvan kennen we (zie kader 2). Er moeten er meer zijn. In dat laatste project gaan we op zoek naar deze nieuwe eiwitten. Het zijn de biomarkers waarmee we in de toekomst diagnoses kunnen verfijnen. Ook zijn er subtypes voor Alzheimereiwitten. Wat kunnen we daarvan leren? Meer kennis helpt ons een steeds betere diagnose te stellen.’
Afwijkende eiwitten
Bij 3 vormen van dementie zijn specifieke eiwitten betrokken.
- Bij Alzheimer: amyloïd en tau
- Bij Lewy body dementie: alfa-synucleïne
- Bij frontotemporale dementie: TDP 43
Colofon
Tekst: Riëtte Duynstee
Eindredactie: ZonMw