Zorgverleners zijn grootste kapitaal in verpleeghuiszorg
De ouderenzorg wordt steeds complexer, daarom moet er volgens Karin Bosch werk gemaakt worden van leren en verbeteren in de verpleeghuiszorg. Karin is programmamanager Innovatie en Ontwikkeling bij Amsta. Ze vertelt: ‘Ouderen blijven steeds langer thuis wonen en als ze dan eenmaal in de verpleeghuiszorg terecht komen, hebben ze vaak complexe aandoeningen.’
Robbert Gobbens, lector Gezondheid en Welzijn van kwetsbare ouderen bij Hogeschool Inholland en Zonnehuisgroep Amstelland, herkent dit: ‘De zorg voor cliënten vraagt veel van zorgverleners. Wat je ziet is dat de focus van deze professionals vooral op het primaire proces ligt: de dagelijkse zorg voor hun cliënten. Heel logisch, maar het is belangrijk dat je je blijft ontwikkelen. Uiteindelijk zorgt dat voor betere zorg.’
Leer- en InnovatieNetwerken
Gelukkig gebeurt er op het vlak van leren en verbeteren de laatste jaren al aardig wat, vertelt Robbert. Zo ontstaan steeds meer Leer- en InnovatieNetwerken (LINs) in zorginstellingen. Dit zijn afdelingen waarbij zowel studenten als zorgmedewerkers onder begeleiding van docenten werken aan verbeterprojecten en samen leren en reflecteren. ‘En dat is belangrijk’, vertelt Karin. ‘Ons grootste kapitaal zijn de zorgverleners. Je moet je mensen dus goed opleiden, ze boeien én aan boord houden. Want het arbeidstekort en het verloop is groot en zal anders alleen nog meer toenemen, wat de kwaliteit van zorg niet ten goede komt.
Arbeidstekort
Naast het complexer worden van de zorg in verpleeghuizen is het arbeidstekort dus een belangrijke reden om met leren en verbeteren aan de slag te gaan. En natuurlijk kun je zeggen: daar hebben we toch helemaal geen mensen en dus tijd voor, maar dan krijg je het kip en ei-verhaal. Zonder leren en verbeteren blijf je met die tekorten zitten. We laten ons niet ontmoedigen.’
Wat gaat goed en kan nog beter
‘Een van de opbrengsten van het opzetten van Leer- en InnovatieNetwerken is dat we als zorginstellingen veel meer samenwerken en uitwisselen over wat we doen op het gebied van leren en ontwikkelen’, gaat Karin verder. ‘We leren van elkaar en reflecteren op onze eigen werkwijzen. Uiteindelijk is het doel natuurlijk om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Wat overigens niet betekent dat het nu allemaal kommer en kwel is. Het gaat er juist om dat zorginstellingen kijken wat er nu goed gaat en hoe dat nog beter kan.’ Robbert vult aan:
We willen dat zorgmedewerkers zich gewaardeerd voelen en trots zijn op het complexe werk dat ze doen. Dat ze meer plezier hebben in hun werk, omdat ze nieuwe, boeiende dingen leren.
Studenten en zorgverleners leren van elkaar
Een leren en verbeteren-cultuur stimuleren vraagt veel van organisaties erkennen Karin en Robbert, maar uiteindelijk brengt het meer. In verschillende projecten die de 2 projectleiders draaien in Amsterdam en omgeving, zien ze nu al mooie dingen gebeuren. Zo zijn er hybride leerwerkplekken waar zowel hbo- als mbo-studenten ervaring opdoen in de praktijk. Door de komst van de studenten is er bovendien meer tijd en aandacht voor de cliënten. De zittende zorgverleners leren op hun beurt ook veel door de komst van de studenten.
Studenten zorgen ervoor dat de heersende cultuur wordt opengebroken, omdat ze anders en met een frisse blik naar situaties kijken, aldus Robbert.
‘Ik zeg altijd: het aantal rondlopende studenten moet bijna ongemakkelijk worden. Als ze met veel zijn, durven ze zich makkelijker uit te spreken én kunnen ze het zittende personeel tijdelijk vervangen als zij vrij geroosterd zijn voor leren en verbeteren.’ ‘En dat vrij roosteren is wel echt nodig’, reageert Karin. Je moet mensen onttrekken aan de hectiek.’
Toolbox leren en verbeteren
De projectleiders delen hun kennis en ervaringen op landelijk niveau met andere leren en verbeteren-projecten in de verpleeghuiszorg. Ook probeert Robbert zoveel mogelijk te publiceren in vaktijdschriften en zorgt promotieonderzoek voor internationale aandacht. Op dit moment werken Robbert en Karin aan een toolbox Leren en Verbeteren voor zowel zorginstellingen als het onderwijs. Deze komt online te staan en is straks voor iedereen in de verpleegzorg beschikbaar. Karin: 'Hierin geven we allerlei tips voor het opzetten van een Leer- en InnovatieNetwerk en geven we ook valkuilen aan, zoals het onvoldoende plannen. Dat is echt nodig zodat medewerkers en studenten samen kunnen werken aan verbeterprojecten.'
Blijvende aandacht is nodig
Karin: ‘Dit project ligt zo dicht tegen het primaire proces aan dat iedereen ermee te maken krijgt: van zorgverleners tot bestuur en opleidingsadviseurs tot praktijkopleiders. Die wil je dus allemaal informeren en betrekken. Het is dan ook belangrijk dat er blijvend aandacht voor is, ook vanuit financiers.’ Heel erg bang dat het project een stille dood sterft zijn Robbert en Karin niet. Robbert: ‘Iedereen ziet de meerwaarde hiervan in, juist door die toegenomen complexiteit van het werk en de personeelstekorten. Een stip op de horizon is voor mij dat ook fysiotherapeuten, psychologen en artsen die verbonden zijn aan verpleeghuizen gaan deelnemen.’
ZonMw en leren & verbeteren
ZonMw werkt samen met Zorginstituut Nederland aan onderzoek naar en de ontwikkeling van instrumenten om de kwaliteit van zorg te verbeteren (programma Ondersteuning Zorginstituut). Het gaat zowel om brede overzichtsstudies als om thematische verdiepingen rond bepaalde actuele (maatschappelijke) thema’s. Eén van die thema’s is (interprofessioneel) leren en verbeteren door zorgprofessionals in verschillende sectoren in de gezondheidszorg. Zoals verpleeghuiszorg, wijkverpleging, verpleging in het ziekenhuis, intensive care en integrale geboortezorg. In 13 projecten wordt gewerkt aan methodiekontwikkeling en onderzoek. De projecten die in dit interview zijn besproken, zijn daar onderdeel van.
Colofon
Tekst: Kim Nelissen (KimTikt)
Eindredactie: ZonMw