Kwantitatieve meetinstrumenten leren & verbeteren in de zorg

‘Dit is de eerste stap naar een overzichtelijke set meetinstrumenten’
Welke meetinstrumenten zijn geschikt om inzicht te geven in de resultaten van het samen leren & verbeteren in de zorg?

2 studenten van de HAN University of Applied Sciences maakten een inventarisatie van de meetinstrumenten die worden gebruikt in 13 projecten over leren & verbeteren in de zorg. Waarbij ze inhoudelijk begeleid werden door Frank Verbeek (docent en onderzoeker aan de HAN) en associate lector Organisatie van Zorg en Dienstverlening Anneke van Vught (eveneens HAN). Opgeteld worden in de projecten maar liefst 33 kwantitatieve instrumenten gebruikt. ‘Zoek elkaar meer op’, luidt het advies.

In de 'leren & verbeteren'-projecten worden methodieken ontwikkeld en onderzocht die het (interprofessioneel) leren & verbeteren van zorgprofessionals stimuleren. Daarmee wordt bijgedragen aan een betere kwaliteit van zorg.

Frank Verbeek

Frank Verbeek
1 / 1

Frank Verbeek

‘Hoewel de projectteams allemaal hetzelfde overstijgende doel hebben, gebruiken ze verschillende methoden om te achterhalen wat de effecten zijn van wat ze doen’, vertelt Verbeek.

Iedereen is dus voor zichzelf het wiel aan het uitvinden.

'Daarom hebben we besloten om te inventariseren welke meetinstrumenten gebruikt worden om leren & verbeteren inzichtelijk te maken, zodat we in de toekomst misschien een overkoepelende set kunnen aanraden, omdat we weten welke instrumenten het beste aansluiten bij de verschillende zorgcontexten.'

Studenten leren onderzoeksvaardigheden

HAN-verpleegkundestudenten Nina Janssen (25) en Astrid van Leendert (22) voerden de inventarisatie van de kwantitatieve meetinstrumenten uit in het kader van hun afstudeerscriptie, waarbij ze inhoudelijk begeleid werden door Verbeek en Van Vught, die betrokken zijn als achtereenvolgens onderzoeker en projectleider bij Evidence 2.0, een van de 13 leren & verbeteren-projecten.

Dat de inventarisatie werd uitgevoerd door studenten is bijzonder: op die manier kregen zij de kans om onderzoek te doen en maakten ze tegelijkertijd kennis met verschillende sectoren in de zorg, vertelt Verbeek. ‘Als begeleiders hebben we hen gestimuleerd om zelf na te denken over hoe ze het onderzoek wilden aanpakken.’

Uiteenlopende instrumenten

Janssen en Van Leendert namen semi-structurele interviews af met alle projectleiders en een aantal onderzoekers. ‘De projectleiders van de leren & verbeteren-projecten die we spraken hebben heel bewust voor hun meetinstrumenten gekozen’, vertelt Janssen. ‘En hoewel ze zeiden het belangrijk te vinden dat hun meetinstrumenten met die van andere projecten vergelijkbaar waren, concluderen wij dat dat niet helemaal gelukt is.’ In totaal worden er maar liefst 33 meetinstrumenten gebruikt, waarvan er slechts 3 in meerdere projecten werden ingezet. ‘Projectleiders vonden bestaande instrumenten niet altijd goed passen bij hun situatie’, legt Janssen uit.

Nina Janssen

Nina Janssen
1 / 1

Nina Janssen

'Ze vonden vragenlijsten bijvoorbeeld te lang of geschreven op het verkeerde niveau. Denk aan een vragenlijst die was opgesteld voor verpleegkundigen, terwijl hij gebruikt moet worden door verzorgenden.'

'Of de vragenlijsten waren geschreven voor een andere zorgcontext dan waar behoefte aan was. Instrumenten werden daarom aangepast of samengevoegd. En regelmatig werden kwantitatieve instrumenten aangevuld met focusgroepen en interviews, om een beter beeld te krijgen van de praktijk.'

Eilandjes

Het is een direct gevolg van het feit dat elk project de definitie van leren & verbeteren anders invult, constateert Verbeek. ‘Er worden heel verschillende keuzes in gemaakt, zoals het kijken naar competenties, het leerklimaat, leren rondom een thema als persoonsgerichte zorg of de toepassing van kennis. Dat maakt het moeilijk om onderlinge dwarsverbanden te leggen.’

Samen met Anneke van Vught bracht Verbeek categorieën aan in de meetinstrumenten, gericht op:

  • competenties
  • de leer- en teamcultuur
  • verbeteren kwaliteit van zorg/leven
  • en evaluatie

‘Maar zelfs daarbinnen zijn er belangrijke verschillen.’

Astrid van Leendert

Astrid van Leendert
1 / 1

Astrid van Leendert

Op de vraag hoe de wildgroei aan meetinstrumenten het beste gestroomlijnd kan worden, zeggen de 2 jonge onderzoekers: laat projectleiders onderling meer contact met elkaar zoeken.

‘De eerste stap daarvoor is het inzicht krijgen in elkaars instrumenten en de motieven om de instrumenten te gebruiken. Zo krijgen ze een beeld van elkaars projecten, wat hen misschien stimuleert om hun ervaringen te delen. Op dit moment zijn de projecten nog teveel eilandjes.’
 

'Samenwerking tussen projecten is van grote meerwaarde, en juist daar kan deze inventarisatie bij helpen.'

Ervaringen

Als onderzoeker bij het project Evidence 2.0 heeft Verbeek de meetinstrumenten proberen af te stemmen op soortgelijke projecten, maar ook hij stuitte op verschillen in setting. Samen met Van Vught heeft hij een informeel leernetwerk opgericht met andere leren & verbeteren-projecten in verpleeghuizen.‘We wisselen niet alleen informatie uit over onze vragenlijsten, maar over alles wat we tegenkomen.’

Dat er veel variatie is, was bekend, maar dat er zóveel verschillende instrumenten gebruikt worden, is een eyeopener geweest, vindt Verbeek. ‘De volgende stap is: alle projecten kort na afronding van de projecten bevragen over hun ervaringen met de meetinstrumenten. Dan kun je goed onderbouwde aanbevelingen doen over wat nu de mooiste instrumenten zijn. 'De inventarisatie bleek namelijk nét te vroeg te komen om op die vraag antwoord te kunnen geven: het gebruik en daarmee de evaluatie van de meetinstrumenten was in de meeste gevallen nog maar net gestart. Er is vervolgonderzoek nodig, concluderen de 2 studenten dan ook. ‘Pas dan kun je iets zeggen over de geschiktheid van de instrumenten’, zegt Van Leendert.

Trots

Hoe kijken de 2 studenten op het onderzoek terug? ‘Het was leuk om zelf een onderzoek op te zetten, er een eigen draai aan te geven en theorie in praktijk te brengen, zegt Van Leendert. Ze loopt momenteel stage in de thuiszorg, en hoewel ze niet verwacht verder te gaan in het onderzoeksveld, vond ze het interessant om een doorkijkje naar de wetenschap te krijgen. Janssen, die stage loopt op de kinderafdeling van het Maasstad Ziekenhuis, denkt er hetzelfde over. ‘We zijn trots op het eindresultaat. Ik ben nu veel beter in het vinden van relevante wetenschappelijke artikelen, dat zal in ons vak altijd nuttig blijven.’

ZonMw en leren & verbeteren

ZonMw werkt samen met Zorginstituut Nederland aan onderzoek naar en de ontwikkeling van instrumenten om de kwaliteit van zorg te verbeteren (programma Ondersteuning Zorginstituut). Het gaat zowel om brede overzichtsstudies als om thematische verdiepingen rond bepaalde actuele (maatschappelijke) thema’s. Eén van die thema’s is (interprofessioneel) leren en verbeteren door zorgprofessionals in verschillende sectoren in de gezondheidszorg. Zoals verpleeghuiszorg, wijkverpleging, verpleging in het ziekenhuis, intensive care en integrale geboortezorg. In 13 projecten wordt gewerkt aan methodiekontwikkeling en onderzoek. Het project EVIDENCE 2.0 is daar één van.