Noord-Limburg: patiënten blij met telefoontje van de apotheek
Meer dan 1.000 patiënten hebben de 10 Noord-Limburgse proeftuin-apotheken weten te includeren, vertelt projectleider Erna Mombarg. Potentiële kandidaten voor een telefonisch interventiegesprek kwamen uit gegevens van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). En vrijwel iedereen die na een nadere selectie werd gebeld, stelde een telefoontje vanuit de apotheek op prijs. ‘We werven nu een student voor de data-analyses. Uit eerder door een andere student gehouden diepte-interviews weten we dat mensen tevreden zijn. Uit de data moet blijken of de interventie ook daadwerkelijk tot betere therapietrouw leidt.’ Om te voorkomen dat de student straks alle apotheken af moet, werkt SFK in overleg met de projectgroep aan 1 bestand met alle relevante gegevens.
Vanuit de apotheek
Hoewel er dus nog geen definitieve resultaten zijn, lijkt al wel duidelijk dat Noord-Limburg niet ‘beter scoort’ dan Amsterdam bij de selectie van de op te bellen patiënten. De projectgroep had verwacht dat een aangescherpte uitvraag vanuit de SFK-gegevens de voorselectie efficiënter zou maken, zodat je nog gerichter diegenen belt die het meeste baat bij de interventie hebben. Dat lijkt dus anders uit te pakken. Mombarg: ‘Soms wordt pas in een telefoongesprek duidelijk dat iemand in afstemming met de arts bewust is gestopt of is omgezet. Dan is er dus niet zozeer een probleem met therapietrouw. Zoiets filter je er van tevoren toch niet goed uit.’ Duidelijk anders is de bewuste keuze de opsporing én alle gesprekken vanuit de apotheek te doen. Daarmee worden de huisartsen sterker ontlast, is het idee. Er is overigens wel altijd een terugkoppeling met de eerste lijn, benadrukt Mombarg, en indien nodig ook met de cardioloog.
Open het gesprek in
Een derde student is net begonnen de belemmerende en bevorderende factoren van de implementatie in kaart te brengen. Dat gebeurt met evaluaties van de deelnemende apotheken en van het project als geheel. Wat gaat goed en wat kan beter? Ook de verslagen vanuit de Make-IT-begeleiding worden meegenomen, zodat alle factoren en ervaringen in beeld komen. Twee apotheken hadden aanvankelijk moeite goed aan te haken, vertelt Mombarg: ‘Onze projectcoördinator – iemand die net zijn apotheek had verkocht en de praktijk van binnenuit kent – is toen persoonlijk langsgegaan. Bij 1 apotheek bleken medewerkers de gesprekken te openen met: we zien dat u uw medicatie niet heeft opgehaald. Dat kan meteen weerstand bij de patiënt oproepen. Het werkt beter als je het gesprek open ingaat, bijvoorbeeld: wat zijn uw ervaringen met uw medicijnen?’
Je kunt heel snel beginnen met deze interventie, maar voor het volhouden heb je tussentijdse deadlines nodig om het ook echt tot een vaste routine te maken.
Stok achter de deur
Een intensieve begeleiding vanuit de projectgroep is een belangrijke succesfactor voor implementatie. Plus regelmatige evaluaties met collega’s. Mombarg: ‘Met elkaar evaluatiegesprekken plannen zorgt voor een stok achter de deur. Je kunt heel snel beginnen met deze interventie, maar voor het volhouden heb je tussentijdse deadlines nodig om het ook echt tot een vaste routine te maken.’ Een belangrijke voorwaarde is verder dat het hele apotheekteam wil meedoen. Als alle assistenten enthousiast zijn en de apotheker niet, gaat het niet werken. Andersom overigens net zomin, want je kunt als apotheker onmogelijk in je eentje alle gesprekken doen.
Vergoeden als prestatie
Gezien het enthousiasme wil Noord-Limburg de aanpak opschalen naar andere apotheken in de regio. Maar dan moeten de gesprekken wel vergoed worden als prestatie, stelt Mombarg. Daarover wil ze snel weer met de zorgverzekeraars in gesprek, in aansluiting op de gesprekken in de startfase. ‘We zien veel kansen, onder meer binnen het Integraal Zorgakkoord (IZA). Ook in deze regio zijn veel IZA-initiatieven voor meer afstemming rond passende zorg. Onze gesprekken ontlasten de huisartsen. En ze leveren door het verbeteren van het medicijngebruik waarschijnlijk indirect ook minder ambulanceritten op, om een voorbeeld te noemen. In het huidige stelsel denken we nog te veel in budgetten per deelsector. We hebben contacten met Burgerkracht Limburg, dat zich sterk maakt voor patiëntenparticipatie. Misschien kunnen we bij de zorgverzekeraars samen pleiten voor financiering over de schotten heen.’
Leuke samenwerking
Aan collega-apothekers zou Mombarg willen zeggen: gewoon doen! ‘Een groot project mét onderzoek is pittig, en ik dacht ook wel eens: pfff… Maar vervolgens hoor ik collega’s zeggen: wat is het toch ontzettend leuk om op deze manier met elkaar samen te werken! Dan denk ik: inderdaad! Uiteindelijk is dat toch waar je apotheker voor bent geworden: samen zorgen dat de patiënt beter af is met medicijnen.’
Tekst: Marc van Bijsterveldt (juni 2024)
Dit artikel is een vervolg op het in december 2022 gepubliceerde verhaal met Erna Mombarg: ‘Noord-Limburg: telefonisch interventiegesprek over medicatie hart- en vaatziekten’. Mombarg is apotheker in Apotheek MC Wieënhof in Venray.
Nieuwe STIP Ronde Proeftuinen van start
Therapietrouw is een belangrijke voorwaarde voor een optimale inzet van geneesmiddelen. In de eerste STIP Ronde Proeftuinen Therapietrouw zijn 4 projecten afgerond. STIP staat voor ‘Stimulering Toepassing In de Praktijk’. Eind 2022 sloten in een tweede STIP Ronde 4 (nu nog lopende) projecten op de eerste projecten aan, waarbij ze de aanpak uit de eerste proeftuinen doorontwikkelden. Op 9 juli 2024 start STIP Ronde 5b, die breder is dan de eerste 2. Daarin gaan 4 nieuwe proeftuinen aan de slag met het implementeren van bewezen effectieve interventies in de dagelijkse praktijk van thuiswonende patiënten. Het gaat bijvoorbeeld om interventies op het gebied van afbouwen of stoppen van medicatie, medicatieoverdracht van tweede- naar eerstelijnszorg, therapietrouw en medicatiebeoordeling.