Amsterdam: capaciteitsproblemen belemmeren opschalen patiëntenbegeleiding
Onder de vlag van het regionale samenwerkingsverband Sigra implementeerde de proeftuin in Amsterdam een maatwerkinterventie voor mensen die moeite hebben met therapietrouw. En met succes: 522 patiënten kregen een proactieve begeleiding vanuit de apotheek, en ze waren daarover erg tevreden. Patiënten voelen zich gezien en gehoord en zijn positief over deze nieuwe vorm van zorg, vertelt Marcel Kooij. Ook is de band tussen apotheekmedewerker en patiënt duidelijk verstevigd. ‘We hebben geprobeerd de aanpak verder uit te rollen in de stad. Maar onder de huidige omstandigheden is dat erg moeilijk. De workload in de apotheek is vooral de laatste twee jaar enorm toegenomen. Elke collega die ik spreek zegt: prachtig idee, maar nu even niet…’
Niet leverbare medicijnen
Kooij illustreert het uit eigen ervaring: ‘Ik ben elke dag zeker een uur kwijt aan het oplossen van beschikbaarheidsproblemen. Vanochtend was hier een patiënt aan de balie. De bloeddrukmedicijnen waren bijna op, en de nieuwe waren nog niet geleverd. De medicijnen zijn eenvoudigweg niet leverbaar, dus klim ik maar weer in de telefoon voor een alternatief. Soms ben ik binnen een minuut klaar, maar het kan ook zomaar een half uur duren.’ Het is deels een pervers markteffect, aldus Kooij. Als een bepaald geneesmiddel in Nederland maar 2 euro mag kosten en de fabrikant krijgt elders 6 euro, is het duidelijk waar een partij pillen als eerste naartoe gaat. ‘Soms zijn patiënten boos dat ze hun medicijnen niet krijgen. Of dat het wéér een ander merk is. Het is dan toch aan mij als apotheker om met ze in gesprek te gaan.’
Risicogestuurde begeleiding
Daar komt het personeelstekort nog bij: de forsere workload – die door demografische ontwikkelingen alleen nog maar groter wordt – moet met steeds minder mensen worden opgevangen. Op recente vacatures in zijn apotheek kwamen vooralsnog precies nul reacties binnen, vertelt Kooij. Hij en zijn team lossen het in eigen huis deels op door wat Kooij een ‘risicogestuurde benadering’ noemt: focussen op die patiënten die van begeleiding het meeste baat mogen verwachten. ‘Ook los van de capaciteitsproblemen is daar overigens veel voor te zeggen. Als iemand na de uitleg bij de eerste uitgifte en een korte controle bij de tweede uitgifte prima zelf verder kan, is begeleiding echt niet nodig. Juist met het oog op de toekomst is maatwerk beter.’
Soms zijn patiënten boos dat ze hun medicijnen niet krijgen. Of dat het wéér een ander merk is. Het is dan toch aan mij als apotheker om met ze in gesprek te gaan.
Intercollegiaal overleg
In Amsterdam is de samenwerking binnen de eerste lijn al langer goed. Er is geprobeerd om proactieve begeleiding op te nemen in de regionale afspraken rond het Integraal Zorgakkoord (IZA), maar dat is niet gelukt. Wel ziet Kooij dat behandelaars en andere zorgverleners elkaar steeds beter weten te vinden. Van het Calimero-effect – waardoor apothekers door andere zorgverleners voorheen niet altijd even serieus werden genomen – merkt hij al lang niets meer. ‘Vroeger werd ik naar mijn gevoel nog wel eens afgeblaft door een specialist als er naar mijn idee iets niet helemaal klopte met een recept. Nu hebben we gewoon intercollegiaal overleg en bedankt de ander je voor een signaal of je advies.’
Administratieve last
Kooij ziet beslist mogelijkheden voor opschaling van de proeftuininterventie. ‘Een passende vergoeding voor de begeleiding is zeker nodig, maar geld alleen is niet de oplossing. We moeten ook de processen beter stroomlijnen. Dat kunnen we deels zelf, bijvoorbeeld met die risicogestuurde aanpak. Maar we zijn – als samenleving – ook wel een beetje doorgeslagen met alle protocollen en bureaucratische vereisten. De administratieve last zou echt veel lager kunnen.’ Kooij noemt als voorbeeld de benodigde artsenverklaring als hij van een bepaald medicijn een alternatief uit het buitenland moet laten komen. Het vergt een paar formulieren heen en weer voordat dit geregeld is. Kooij noemt als voorbeeld de benodigde artsenverklaring als hij van een bepaald medicijn een alternatief uit het buitenland moet laten komen. Het vergt een paar formulieren heen en weer voordat dit geregeld is. ‘Ik zeg vaak: geef ons eerder meer tijd dan geld! Laten we daarvoor met z’n allen een paar dingen weer durven loslaten, die het proces echt niet beter of veiliger maken.’
Extra opschalingsimpuls
Als suggestie wil Kooij nog wat meegeven aan ZonMw: om de geslaagde aanpakken uit de proeftuinen op te schalen, zijn goede faciliteiten op landelijk niveau nodig. Denk aan tools voor implementatie en intervisiemogelijkheden tussen verschillende regio’s, eventueel samen met beroepsorganisatie KNMP. En opties om de lessen uit de proeftuinen nog beter te delen. ‘Lokaal kun je veel voor elkaar krijgen. Dat hebben we als proeftuinen laten zien. Maar verder opschalen vergt toch een extra impuls.’
Tekst: Marc van Bijsterveldt (juni 2024)
Dit artikel is een vervolg op het in december 2022 gepubliceerde verhaal met Marieke Maier: ‘Amsterdam: patiënten waarderen multidisciplinaire zorg rond therapietrouw’. Marcel Kooij is openbaar apotheker/onderzoeker in Service Apotheek Koning in Amsterdam.
Nieuwe STIP Ronde Proeftuinen van start
Therapietrouw is een belangrijke voorwaarde voor een optimale inzet van geneesmiddelen. In de eerste STIP Ronde Proeftuinen Therapietrouw zijn 4 projecten afgerond. STIP staat voor ‘Stimulering Toepassing In de Praktijk’. Eind 2022 sloten in een tweede STIP Ronde 4 (nu nog lopende) projecten op de eerste projecten aan, waarbij ze de aanpak uit de eerste proeftuinen doorontwikkelden. Op 9 juli 2024 start STIP Ronde 5b, die thematisch breder wordt ingezet dan de eerste 2. Daarin gaan 4 nieuwe proeftuinen aan de slag met het implementeren van bewezen effectieve interventies in de dagelijkse praktijk van thuiswonende patiënten. Het gaat bijvoorbeeld om interventies op het gebied van afbouwen of stoppen van medicatie, medicatieoverdracht van tweede- naar eerstelijnszorg, therapietrouw en medicatiebeoordeling.