Consortia halverwege zoektocht naar gezonde leefomgeving
Vijfde leernetwerkbijeenkomst Maak ruimte voor gezondheid
De bijeenkomst van 18 februari jl. stond in het teken van terugkijken, inspiratie en samen weer vol energie verder gaan. ZonMw en RIVM nodigden uit tot reflectie: hoe dragen de consortia bij aan de transitie naar een gezonde leefomgeving? En hoe bereik je de bewoners in coronatijd?
Nicole Schell van VWS verzorgde de opening. Ze is dossierhouder van het rijksprogramma in wording Gezonde Leefomgeving. Samen met RIVM en ZonMw en vele andere partijen gaat ze werken aan invulling van dit programma, waarbij integraal beleid en verbinding met het veld centraal staan. Het is een jaar geleden dat de consortia elkaar voor het laatst troffen. Corona heeft elk project geraakt, en soms pakte dat goed uit. Bram Oosterbroek van RuimteGIDS en Yvonne Vendriger van IGLO vertelden hoe zij bewoners toch nog goed wisten te bereiken en betrekken.
In november en december vonden reflexieve bijeenkomsten plaats met alle consortia. Dat leverde veel stof tot nadenken en inspiratie voor actie op. ‘Reflectoren’ Astrid van den Broek, Wessel Eren en Hanneke Kruize en procesbegeleider Edwin van Uum gaven inzicht in tendensen en de opvallendste punten bij elk consortium. Vervolgens gingen de deelnemers uiteen in breakoutrooms om samen de diepte in te gaan rond vijf gedeelde thema’s aan de digitale dialoogtafels. Edwin van Uum sloot de middag af. Hij merkte op dat de gezonde leefomgeving urgentie begint te krijgen. Niet alleen op lokaal en provinciaal niveau, maar nu ook landelijk, bij VWS. “De timing van Met Ruimte voor Gezondheid is dus perfect en van ons zal worden verwacht om iets bij te dragen aan kennisagenda’s en het opzetten van nieuwe programma’s.”
VWS zoekt verbinding met lokaal en regionaal voor gezonde leefomgeving
Het ministerie van VWS gaat – samen met het ministerie van Landbouw (LNV) – invulling geven aan het programma Gezonde leefomgeving. Met integraal beleid kan het Rijk lokale en regionale initiatieven beter ondersteunen, stelt Nicole Schell, dossierhouder Gezonde Leefomgeving VWS.
Schell werkt sinds juni 2020 op het dossier Gezonde Leefomgeving. Het programma moet invulling geven aan beleid rond de gezonde leefomgeving en de rol van VWS. VWS zal met het Programma Gezonde Groene Leefomgeving niet in de bevoegdheden, noch in de verantwoordelijkheden treden van deze ministeries. Het programma Gezonde Groene Leefomgeving faciliteert het beleid van deze ministeries, zodat we gezamenlijk de handschoen op kunnen pakken. Daarbij werkt ze mee om de strategische lijnen rond gezonde leefomgeving uit te zetten en ze bouwt voort op de bestaande initiatieven die er zijn.
Met partijen in het veld, waaronder RIVM en ZonMw, besprak ze hoe zo’n rol er idealiter uit zou zien: “In essentie komt het erop neer dat we praktijk, beleid en kennis rond de inrichting van een gezonde leefomgeving op een goede manier aan elkaar gaan verbinden en onze rol pakken als er bij die partijen behoeftes zijn, als ze ergens tegenaan lopen.”
Behoefteninventarisatie
Het RIVM heeft ondertussen die behoefteninventarisatie gemaakt, waaruit onder meer de behoefte aan een duidelijke rolverdeling tussen lokaal, regionaal en landelijk naar voren kwam en de behoefte aan effectiviteitsstudies en aan instrumenten zoals stappenplannen. Schell: “Daarnaast moeten we zorgen dat we de structuur rond het thema leefomgeving borgen, dus dat we de governance zelf inrichten. Daarvoor ligt nu een brief aan de Tweede Kamer klaar die wordt verzonden zodra we weten of het ministerie van Landbouw gaat meetekenen.”
Hamvraag
Samen met ZonMw en RIVM wil Schell het programma Gezonde Leefomgeving bouwen. Daarvoor zijn al de drie randvoorwaarden beschreven: het creëren van een stevige kennisbasis en kennisinfrastructuur, het stimuleren van de ontwikkeling en het gebruik van passende beleidsinstrumenten en evaluatie & monitoring. Schell: “De hamvraag is: wat kunnen wij voor elkaar betekenen?”
Goed nieuws
Voor de consortia is het verhaal van Nicole Schell goed nieuws. Masi Mohammadi van TU Eindhoven en consortium GELIJK is verheugd dat het Rijk zich zo goed inzet voor de Gezonde Leefomgeving. Ze stelt dat Fieldlabs zeer geschikt zijn om te werken aan de door de RIVM geïdentificeerde behoeften en monitoring. Ook Marieke Zwaving van Gemeente Groningen en UDIHiG is blij. “We vragen al heel lang aan het Rijk om een interdepartementale samenwerking op dit thema.” Ze hoopt dat het er nu van gaat komen.
RuimteGIDS en IGLO over participatie in tijden van corona: complicatie of kans?
Corona liet de consortia niet onberoerd afgelopen jaar. Bij sommige projecten zetten de coronamaatregelen een fikse streep door het onderzoek. Bij andere leidde de crisis tot bijzondere creaties. Lees de ervaringen van RuimteGIDS en IGLO Utrecht.
Bij veel consortia konden activiteiten door de coronamaatregelen niet doorgaan of werden ze uitgesteld of aangepast. Bewonersonderzoek kon soms online, maar niet elke bewonersgroep was even digitaal vaardig. Soms bleken bestaande data ook een goede oplossing. Een positieve ontwikkeling is de herwaardering voor de gezonde leefomgeving. Zeker voor mensen met weinig leefruimte is het ommetje belangrijker geworden. Die positieve houding ten opzichte van de leefomgeving creëert meer draagvlak voor de onderzoeken.
Meetfiets als participatietrekker
RuimteGIDS heeft sinds corona veel minder directe interactie met de bewoners in de wijk, waardoor het lastiger is om ze bij hun onderzoek te betrekken. Daarvoor kwam spontaan een oplossing: hun ‘meetfiets’, de Urban Hotspotter, bleek een ware participatietrekker. Bram Oosterbroek: “De meetfiets is uitgerust met apparatuur om luchtkwaliteit en hittestress te meten. Als we daarmee door de wijk fietsen trekken we veel bekijks. En als we ‘m ergens neerzetten voor metingen, maakt minstens een op de twee passanten een opmerking of komt die even een praatje maken. Onze panels van bewoners en professionals, de leergemeenschappen, kunnen altijd nieuwe leden gebruiken. Soms zijn mensen heel geïnteresseerd en dan weet ik: dát zijn mensen die vast interesse hebben om mee te denken over een gezonde ruimtelijke inrichting binnen een leergemeenschap. De reden waarom mensen zo enthousiast zijn, is omdat ze zien dat je als onderzoeker echt betrokken bent bij hun buurt.”
Bekijk de presentatie van RuimteGIDS: De Urban Hotspotter
Moeilijk bereikbare doelgroep tóch bereiken in coronatijd
IGLO Utrecht evalueert de effecten van de sociale renovatie van een flatgebouw op de bewoners, waarvan velen laaggeletterd zijn en een migratieachtergrond hebben. Om deze groep die traditioneel moeilijk bereikbaar is voor onderzoek toch te bereiken, had IGLO Utrecht de vragenlijst extra makkelijk gemaakt. En onderzoekers konden vragenlijsten live afnemen door mee te lopen bij huisbezoeken van de sociaal makelaar. IGLO Utrecht stond klaar voor de eerste testmeting, toen de lockdown inging.
Yvonne Vendrig: “Dat was heel frustrerend: we konden de bewoners niet meer live spreken. Maar gelukkig was er een alternatief: het Centrum voor Woononderzoek dat ook bij het renovatieproject betrokken was, zou nu alle bewoners gaan bellen over de renovatie namens de woningcorporatie. Zij hebben onze vragenlijst voor de voormeting meegenomen.” De helft van alle bewoners deed mee. “Onze lessen? Werk samen met partners die de mensen uit je doelgroep goed kennen en sluit aan bij de contactmomenten die zij al hebben. Dat is drempelverlagend en legt minder beslag op de tijd van de bewoner. Stel je flexibel op als onderzoeker: qua tijdstip, qua onderzoeksmethode (ga bijvoorbeeld langs bij de mensen die daarom vragen) en in de samenwerking met andere partijen. Dat verhoogt de respons.
Bekijk de presentatie van IGLO Utrecht: Hoe bereik je ‘moeilijk bereikbare mensen’
Zo gaan alle projecten om met bewonersparticipatie
In deze rubriek leest u hoe de verschillende consortia de bewoners betrekken en wat de impact is van corona voor de projecten.
Terugblik op reflexieve monitoring
In oktober en november 2020 vond een serie online Reflexieve Monitoring-bijeenkomsten plaats. Elk consortium voerde een reflectief gesprek met Astrid van den Broek (ZonMw), Hanneke Kruize en Wessel Eren (RIVM) met Edwin van Uum als procesbegeleider. Besproken thema’s waren innovatie, samenwerking, participatie, resultaat en impact.
Astrid: “De consortia vonden de reflexieve monitoring over het algemeen een interessante en positieve ervaring. Soms werden dingen opgehaald die mensen nog niet van elkaar wisten. Maar dat hoort bij dit soort bijeenkomsten.” Ze deed daarnaast de suggestie om voortgangsrapportages met elkaar te delen als vorm van intervisie. “Het zijn interessante verslagen en het is zonde als die alleen bij ons blijven liggen.”
Corona
In 2 korte presentaties, Impressies op reflecties (RIVM) en Reflectie per consortium, schetste Astrid de gemeenschappelijke thema’s en lessen. Consortia gaven onder meer aan dat er niet alleen veel energie gaat zitten in kennis verzamelen, maar dat ook samenwerken en verbindingen leggen binnen een breed consortium veel energie vraagt. En corona bleek zowel voor uitdagingen als kansen te zorgen. Hanneke Kruize en Wessel Eren benoemden vervolgens opvallende punten per consortium.
Verbinding
Als procesbegeleider stond Edwin van Uum een stukje van de inhoud af. Hij ziet dat er nog veel winst te behalen valt in het maken van nieuwe verbindingen. Hij noemde onder meer de ‘participatie’ van de bewoner: “Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat bewoners vooral participeren ten behoeve van de onderzoekers, maar niet voor zichzelf. Wat maakt het aantrekkelijk om als bewoner of als ondernemer in de wijk om mee te doen? Kunnen we dit soort onderzoeken niet meer inzetten als doen-experimenten, als empowerment?”
In dialoog voor verdieping
Tijdens de reflexieve monitoring zijn veel gemeenschappelijke knelpunten naar boven gekomen. Hoe kun je hierop handelen? In vijf breakoutrooms bundelen deelnemers hun ervaring in tips waar alle consortia hun voordeel mee kunnen doen.
Hoe werk je zo optimaal mogelijk samen binnen een consortium?
In interdisciplinaire samenwerking zijn (voor)oordelen over andere disciplines fnuikend. Neem tijd om elkaar te leren kennen en wissel de beelden uit die je van elkaar hebt. Als je elkaar niet kent, kun je geen verbinding maken en kan een flauwe grap helemaal verkeerd vallen. Een andere bottleneck is te makkelijk denken over het werk van de ander. Wees je daar bewust van.
Hoe sluiten onderzoek en praktijk wederzijds goed op elkaar aan?
Uitgangspunt is dat onderzoek en praktijk beiden profijt halen uit de samenwerking. Zorg dat je niet alleen maar informatie haalt of alleen maar inspanning vraagt, zonder dat de praktijk daar iets voor terugkrijgt. Het is ook handig om iemand te hebben die bekend is in beide werelden. Iemand van de praktijk die meeloopt in het onderzoek en van beide kanten de gevoeligheden kent. Ze zullen pas enthousiast worden als ze echt betrokken zijn en ook het voordeel zien.
Waar wil je impact bereiken? Hoe doe je dat? En hoe leg je die vast?
Impact vastleggen in een dynamische omgeving kan niet met klassieke methoden. Je kunt een heel komen: big data kun je inzetten om de invloed van de gebouwde omgeving op bewegen te meten. Maar dat is ontoereikend voor de meting van een interventie in de gebouwde omgeving op de gezondheid.
Bewoners bereiken en betrekken, hoe doe je dat?
Wil je bewoners bereiken, zorg dan voor een win-winsituatie waarin ook de bewoner voordeel heeft van de samenwerking. Wees zelf aanwezig en keer ook terug, zodat mensen je leren kennen. En zorg dat de bewoner zich gehoord voelt. Dat betekent respectvol met zijn input omgaan en blijven terugkoppelen wat je ermee doet. Tot slot is vroeg starten met communicatie belangrijk. Dat kan ook een ludieke aankondiging zijn met straattheater.
Voortgang en aanpassingen in cases en schaalgrootte vanwege corona
Corona kan een bedreiging lijken voor bewonersonderzoek, maar er zijn nog voldoende opties open. Je kunt elkaar nog steeds ontmoeten, maar dan op gepaste afstand. Investeer daarnaast in techniek en creatieve werkvormen, zodat ook digitaal contact leuk en verrassend kan zijn. En net zoals bij fysiek onderzoek geldt: zet de vraag van de bewoner centraal. Dan heeft ook de bewoner er baat bij om net even die extra moeite te doen om contact te maken.
Leernetwerkbijeenkomsten Maak ruimte voor gezondheid
U heeft net het verslag gelezen van één van de leernetwerkbijeenkomsten van Maak ruimte voor gezondheid. Benieuwd naar de andere verslagen? Bekijk ze via onze pagina Leernetwerkbijeenkomsten Maak ruimte voor gezondheid.
Maak ruimte voor gezondheid - omgevingsgerichte aanpak
Groen in de wijk lijkt een positieve invloed op gezondheid te hebben. Professionals uit praktijk, beleid en wetenschap uit verschillende vakgebieden onderzoeken hoe dit precies werkt. Zeven regionale consortia onderzoeken de effecten van de inrichting van de leefomgeving op gezondheid, duurzaam (on)gezond gedrag, en deelname aan de samenleving. Het laatste nieuws over deze projecten staat op onze pagina Gezonde wijk.
Misschien is het Mediatorartikel ‘Ontwerp leefomgeving met oog voor gezondheid’ ook interessant voor u om te lezen.