‘Bouw tijdig aan de vertrouwensrelatie, samen met huisarts’
Behoeften eerder signaleren
In PaTz-groepen ontstaat een hechte samenwerking tussen de betrokken disciplines. Houthuijse: ‘Als wijkverpleegkundige signaleer je vaak eerder wat er met iemand aan de hand is en of er behoefte is aan meer ondersteuning. Ook omdat wij goed in beeld hebben hoe het met de mantelzorgers gaat. Als die overbelast dreigen te raken, is dat vaak een signaal dat extra palliatieve zorg nodig is. Door dit met de anderen uit de groep te bespreken, kun je in afstemming met de huisarts in gesprek met de patiënt en de naasten.’ Een belangrijke meerwaarde van het teamwerk is ook dat je van elkaar kunt leren, bijvoorbeeld in de bespreking van ingewikkelde casussen. ‘In de PaTz-groep zit altijd een consulent palliatieve zorg. En soms nodigen we mensen uit met een specifieke deskundigheid, zoals een apotheker of een kaderarts geriatrie.’
Gelijkwaardig samenwerken
Belangrijk is dat de verschillende disciplines in het team op basis van gelijkwaardigheid samenwerken. Zo vul je elkaar goed aan, heeft Houthuijse ervaren. Huisartsen en wijkverpleegkundigen kunnen open naar elkaar zijn, omdat er in de groep vertrouwen is ontstaan. ‘We durven ons kwetsbaar op te stellen. En als een huisarts iets signaleert bij een patiënt, weet hij ons nu veel makkelijker te vinden. Je hebt elkaars nummer en mailadres. De drempel is laag om ons bijvoorbeeld te vragen bij iemand langs te gaan voor een eerste gesprek. We benadrukken het ook steeds binnen de groep: heb je een niet-pluisgevoel? Schakel ons dan tijdig in!’
Rustig de tijd nemen
Een belangrijke meerwaarde is dat de wijkverpleegkundige meer tijd aan een patiënt kan besteden. En precies dat is in de palliatieve fase van groot belang. Houthuijse: ‘Wij kunnen 1 uur tot 1,5 uur inplannen voor zo’n eerste gesprek. Zo kun je rustig en in vertrouwen met elkaar praten en dan komen er vanzelf veel vragen naar boven. Of zaken waar mensen bang voor zijn, maar die ze niet zo snel aan de huisarts vertellen. Ook laten mantelzorgers eerder merken als het ze af en toe teveel wordt. Als ik dat signaleer, kan ik weer schakelen met de vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg. Die kunnen veel doen, zodat de mantelzorger even wat tijd voor zichzelf kan nemen.’
Transmurale samenwerking
Houthuijse is betrokken bij het transmurale pilotproject PalliSupport, waarin ze nauw samenwerkt met het OLVG en het Amsterdam UMC. ‘Een belangrijke ontwikkeling is een betere communicatie tussen tweede en eerste lijn. De overdracht na een ziekenhuisopname kan beter – en andersom trouwens ook – zowel tussen specialist en huisarts als tussen de verpleegkundige in het ziekenhuis en de wijkverpleegkundige. In het project Toward a seamless palliative care trajectory (PalliSupport) zochten we uit hoe je de patiënt beter kunt ondersteunen. Ik zat als wijkverpleegkundige al in het palliatieve team van het OLVG, de samenwerking werd nog intensiever. Dit soort experimenten zijn belangrijk. Zo sluit de zorg nog beter aan op de behoeften van de patiënt en de naasten.’
3 tips voor wijkverpleegkundigen in de palliatieve zorg
- Zoek elkaar op. Als een patiënt regelmatig in het ziekenhuis komt, bel dan gewoon eens met de verpleegkundige daar. Iedereen vindt het belangrijk om met collega’s te praten en elkaar te helpen.
- Ga als wijkverpleegkundige samen met de huisarts op huisbezoek. Praktisch soms lastig te organiseren, maar het is goud waard voor de samenwerking. En voor het vertrouwen bij de patiënt.
- Blijf huisartsen erop wijzen wat je als wijkverpleegkundige kunt betekenen. Koers aan op vroegtijdige kennismaking met patiënten die misschien een palliatieve zorgbehoefte hebben. Een belangrijke eerste stap in de vertrouwensrelatie.
ZonMw en samenwerking en overdracht in de palliatieve zorg
De projecten PalliSupport en PaTz ontvingen financiering vanuit ons programma Palliantie. Met het programma zetten we ons in voor een zo goed mogelijke kwaliteit van leven voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. Bij de zorg en ondersteuning voor patiënten in de palliatieve fase zijn veel verschillende disciplines en organisaties betrokken (van zorg én welzijn). Belangrijk is dat zij op de hoogte zijn van wensen en behoeften van patiënten. Wij stimuleren goede samenwerking, coördinatie en warme informatieoverdracht tussen deze partijen. Kijk voor meer informatie hierover bij ons thema Samenwerking en overdracht.