Werken aan betere samenwerking tussen zorg en welzijn in Amsterdam
Waarom wordt er weinig samengewerkt?
Veel organisaties en initiatieven binnen het sociale domein weten nog niet goed wat palliatieve zorg is. De palliatieve fase kan jaren duren en patiënten en hun naasten kunnen (bij tijd en wijle) nog zeer actief in het leven staan. Palliatieve zorg wordt echter vaak verward met terminale zorg (waarin de patiënt bedlegerig is). Door dit misverstand is men zich niet bewust welke belangrijke rol het sociale domein kan hebben in het leven van mensen in de laatste levensfase. Tegelijk zijn veel zorgverleners niet goed op de hoogte van de mogelijkheden en hulpbronnen die binnen Amsterdam beschikbaar zijn. Daardoor wijzen zij mensen niet op deze ondersteuning en stimuleren zij mensen niet om hier gebruik te maken. Met de proeftuinen willen we hier met ons project 'Bouwen aan vanzelfsprekende samenwerking tussen zorg en welzijn in Amsterdam' verandering in brengen.
Wat zijn proeftuinen?
Proeftuinen zijn kleinschalige praktijkexperimenten, in dit geval per stadsdeel. Binnen de stadsdelen worden manieren van samenwerking ontwikkeld en uitgeprobeerd. Dit gebeurt door de lokale partijen zelf. De begeleidingsbehoeften van mensen in de laatste levensfase en hun naasten die in de stadsdelen wonen, vormen daarbij het uitgangspunt voor het verbeteren van de samenwerking. Gedurende ons project is er een nauwe samenwerking tussen de netwerkmanagers en de onderzoekers.
Eerste stappen
We gaan eerst in kaart brengen hoeveel Amsterdammers in de laatste levensfase begeleidingsbehoeften hebben op het gebied van welzijn en psychosociale ondersteuning, welke begeleidingsbehoeften dit zijn, en welke hiaten er zijn in het huidige welzijnsaanbod. Verder kijken we welke organisaties en initiatieven er zijn voor mensen met een levensbedreigende ziekte, in hoeverre die nu al samenwerken en waar aangrijpingspunten voor verbeteringen liggen. Dit doen we op basis van (grijze) literatuur en groepsinterviews met bewoners en informele en formele zorgverleners. Verder gaan we op zoek naar partijen die willen deelnemen aan de proeftuinen. Dit kunnen professionals vanuit zorg en welzijn, bewoners, vrijwilligersorganisaties en andere mogelijke partners (bijvoorbeeld religieuze organisaties) zijn. Zo vormen we 3 proeftuinen om de samenwerking vorm te geven.
Aan de slag in proeftuinen!
In de eerste bijeenkomst van de proeftuin wordt aan de hand van een casus gesproken over de doelgroep van mensen met een levensbedreigende ziekte en hun naasten. Al pratend over de casus besteden we aandacht aan onderliggende waarden, normen en houdingen ten opzichte van palliatieve zorg, de doelgroep en samenwerking tussen formele en informele zorg. Misvattingen die er zijn en die betere samenwerking in de weg kunnen zitten, komen zo aan het licht.
In de daaropvolgende bijeenkomsten verkennen we aan de hand van casussen wat er in het leven van mensen met een levensbeperkende ziekte speelt. Hoe kunnen mensen uit de formele en informele zorg hierin van betekenis zijn? Dan worden actiepunten vastgesteld; wat gaan de deelnemers aan de proeftuin doen om de samenwerking te verbeteren? De werkgroep gaat samen met hun achterban aan de slag met deze verbeteracties. In het onderzoek wordt de impact gemonitord via interviews met alle betrokkenen, waaronder mensen met een levensbedreigende ziekte. Dit kan leiden tot tussentijdse bijstellingen of aanscherpingen.
Borging in de stadsdelen
In de proeftuinen is ook aandacht voor duurzame borging van de activiteiten. Samen wordt besproken: Hoe nu verder? Hoe blijven we een lerend netwerk? Welke rol spelen bestuurders en beleidsmakers? Hoe zorgen we dat de werkprocessen in de verschillende organisaties op elkaar afgestemd blijven? In een laatste ronde van interviews vragen we wat de proeftuinen hebben opgeleverd en wat de leerpunten rond uitvoering en borging zijn.
Verder stellen we een sociale netwerkkaart op. In de netwerkkaart staan alle sleutelorganisaties van Amsterdam opgenomen met informatie over het soort activiteiten wat zij aanbieden, hun doelgroep en werkgebied. Zo maken we inzichtelijk waar mensen voor welke ondersteuning terecht kunnen.
Verdere verspreiding
Na afronding van de proeftuinen willen we andere stadsdelen motiveren om ook de samenwerking tussen welzijns- en zorgorganisaties te verbeteren. We gaan ondersteunende materialen maken, zoals infographics en een draaiboek. De netwerkmanagers van de stadsdelen hebben een belangrijke rol in de borging en verdere verspreiding van de resultaten. Al met al willen we met dit project een betere samenwerking tussen het sociaal en medisch domein realiseren, die beter aansluit op de ondersteuningsbehoeften van patiënten en naasten.
Dit artikel staat in de nieuwsbrief Palliatieve Zorg, editie juni 2024, over sociaal domein en de palliatieve zorg. Wilt u de nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan aan.
ZonMw en palliatieve zorg in het sociaal domein
Met het programma Palliantie zetten we ons in voor een goede kwaliteit van leven voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. Zodat zij palliatieve zorg en ondersteuning ontvangen die aansluit op hun wensen en behoeften, op fysiek, psychisch, sociaal en spiritueel gebied. Om te zorgen dat mensen in de laatste levensfase hun leven tot aan het einde zinvol, in verbinding met anderen en waar mogelijk en wenselijk zelfstandig kunnen leven, is sterke samenwerking nodig tussen zorg- en welzijnsinitiatieven in het sociaal domein.