Verduurzamen topspecialistische functie radiotherapie

Indrukwekkende stappen gezet
Maastro is een topspecialistische radiotherapie centrum met locaties in Maastricht en Venlo. Patiënten worden verwezen door artsen en ziekenhuizen uit heel Zuid-Nederland. Maastro is 1 van de 10 Topspecialistische functies die subsidie ontvangt vanuit het TZO-programma van ZonMw. 'We hebben mooie dingen ontwikkeld om topzorg verder te versterken'.

“We hebben met de TZO-subsidies indrukwekkende stappen kunnen zetten”, zegt Paul Cremers, manager research en projectleider TZO bij Maastro. Onder het TZO-programma van Maastro vallen een visie om de topzorg te verduurzamen en 3 onderzoeksprojecten die deze visie met wetenschappelijk onderzoek moeten ondersteunen. De visie gaat over de manier waarop topspecialistische zorg het beste kan worden ingericht, legt Cremers uit, bijvoorbeeld door het versterken van het research office. “Maar het gaat ook over stimuleren van patiëntparticipatie, over het implementeren van innovaties, en over de manier waarop we data verzamelen en beschikbaar maken.” Ook wordt met een in Maastro ontwikkelde leermethode de efficiëntie van trainingen vergroot.

Er vallen 3 zorglijnen onder het TZO-programma: op het gebied van de thorax (het borstgedeelte), neuro (het hoofd-halsgebied), en pelvis (de onderbuik). “Dat zijn de inhoudelijke, ziektespecifieke projecten, terwijl de visie op topzorg meer algemeen is. Die hebben we met de hele organisatie breed opgepakt.”

Handschoen opgepakt
Voor de topspecialistische functie zijn de verschillende domeinen allemaal even belangrijk, vindt Cremers. “Neem patiëntparticipatie. We hebben er veel aan gedaan om patiënten goed te betrekken, met onder meer digitale patiëntpanels, een adviseur patiëntencommunicatie, ambassadeurs op de afdelingen en het stimuleren van samen beslissen.” Patiënten geven hoge waarderingscijfers en hun betrokkenheid is bijzonder groot, dankzij onder andere het digitale patiëntenpanel.

Als het gaat om een ander domein, de implementatie van innovaties, dan heeft Maastro de handschoen opgepakt, zegt Cremers. “Vaak wordt er veel ontwikkeld, maar wordt er niet goed nagedacht hoe dat in de praktijk kan worden neergezet. Daarom hebben wij een research-based protocol ontwikkeld om dit wel op de goede manier te implementeren.” Maastro werkt hierbij samen met andere instellingen. “We willen andere organisaties een handreiking of een stappenplan kunnen geven wat ze kunnen doen om innovaties toe te passen.”

Ook op het gebied van data verzamelen en delen werkt Maastro samen met andere partijen. Hiervoor heeft Maastro de zogenaamde FAIR (Findable (vindbaar), Accessible (toegankelijk), Interoperable (uitwisselbaar) en Reusable (herbruikbaar)) data infrastructuur opgezet. “Daar hebben we iets heel moois ontwikkeld, hoewel we daar nog wel een vervolg aan zullen geven om daadwerkelijk een meerwaarde te bieden.”

Restschade voorkomen
Voor de thorax-zorglijn is de ‘breath hold-techniek’ ontwikkeld, waarbij de patiënt de adem inhoudt tijdens de bestraling. “Het wordt nu veel toegepast en we zien dat het veel restschade kan voorkomen.” Voor de brachytherapie is een nieuwe methodiek voor kwaliteitscontrole ontwikkeld – “supermooi en internationaal toonaangevend”. Voor de behandeling van darmkanker heeft Maastro samen met leverancier Varian dankzij de TZO-subsidie een apparaat (de ‘Maastro Applicator’) ontwikkeld, dat orgaansparend gaat werken en waardoor patiënten geen stoma meer nodig hebben. Met de subsidie was het mogelijk de klinische toepasbaarheid te onderzoeken. “Ik verwacht dat onze methodiek om innovaties te implementeren veel initiatieven verder gaat brengen en ervoor gaat zorgen dat ze duurzaam in de praktijk worden toegepast.”

Voorspellingsmodellen
Wat volgens Cremers ‘extreem vernieuwend’ is, zijn de voorspellingsmodellen die Maastro ontwikkeld heeft. Bij radiotherapie worden niet alleen tumoren, maar ook omliggend weefsel geraakt. Dat wil je zo veel mogelijk beperken. De voorspellingsmodellen die Maastro ontwikkelde, kunnen berekenen hoeveel extra schade een bestraling kan veroorzaken. Deze modellen worden het komend half jaar ingevoerd in de praktijk, hoewel die laatste stap ingewikkeld is, vertelt Cremers. “Een arts maakt een weloverwogen keuze op basis van diverse parameters. Dat doen ze al jaren op deze manier. Om dan op basis van zo’n model een beslissing in het behandeltraject te nemen, is heel vernieuwend. Maar om het ook echt in de workflow te integreren, is complex.”

Hoe je dit soort modellen in de toekomst nog verder kan gaan inzetten, wil Maastro blijven onderzoeken. “Dit gaat echt impact hebben, niet alleen hier in huis, want we kijken hoe we dit met andere radiotherapiecentra verder kunnen doorontwikkelen. Dit biedt goede kansen voor de toekomst.”

Sneller trainen
Op het gebied van onderwijs heeft Maastro met het eigen leerhuis, de Academy, een eigen methode ontwikkeld op basis van ‘lean leren’. De leermethode wordt nu organisatiebreed verankerd en toegepast voor multidisciplinaire scholingen. “Hierdoor kunnen we medewerkers beter trainen in minder tijd. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan met de introductie van een aantal nieuwe bestralingsmachines.” Die winst in tijd is een groot voordeel, vindt Cremers, ook gezien het tekort aan mensen in de zorg. “Je wil niet dat de mensen wekenlang uitgepland worden, alleen voor een bepaald ontwikkeltraject.”

Het traject voor ‘operational excellence’ was al door Maastro zelf opgezet, maar is met de TZO-subsidie verder doorontwikkeld. Het is inmiddels toegepast om het gehele werkproces efficiënter in te richten. Het is nu de standaard aanpak binnen alle zorglijnen. “We zagen dat bij longkankerpatiënten het traject van de aanmelding tot eerste behandeling soms lang duurde. We hebben gekeken waar dat sneller en beter kon. Daar hebben veel tijd op kunnen besparen. Dat heeft geleid tot minder bijwerkingen, minder heropnames en minder diagnostiek die nodig is en zelfs minder chemokuren. Dat passen we toe in de hele organisatie.” In de snelpoli voor longpatiënten is de doorstroomtijd teruggebracht van 48 naar 18 dagen.

Grote meerwaarde
“We hebben voor de patiënten én voor de zorgprofessionals een heel mooie stap gezet binnen onze topspecialistische zorg”, concludeert Cremers. “Zowel inhoudelijk op de zorglijnen als overkoepelend. Het heeft dus grote meerwaarde dat we deze subsidie toegekend hebben gekregen. Want deze projecten waren niet haalbaar geweest zonder deze subsidie. Daarvoor hadden wij de middelen niet.”

Dat is tegelijk reden tot zorg. De looptijd van de huidige subsidie is bijna ten einde. Als Maastro in de toekomst niet vast kan rekenen op geld voor deze onderzoeken en programma’s, bestaat de kans dat er dingen moet stoppen. Het programma TZO waar de subsidie voor dit project vanuit wordt gefinancierd is opgezet om topspecialistische functies te versterken en te zoeken naar duurzame financieringsoplossing.  “Dat is een groot probleem.. Wij hebben met deze maatschappelijke gelden behoorlijk geïnvesteerd. We moeten nu echt het gesprek gaan voeren hoe we dit kunnen verduurzamen. Wat als er geen duidelijkheid komt, zullen er trajecten afgeschaald worden. Dat zou zonde zijn van alle investeringen.”

Duurzame financiering
Cremers pleit voor een vaste vorm van financiering voor de specialistische functies die centra als Maastro vervullen. “De routes zijn er al, het gebeurt bij de umc’s. Je zou moeten toewerken naar eenzelfde vorm voor een topspecialistisch instituut, aan wie na een zeer gedegen voortraject de erkenning van de topspecialistische functie is gegeven.” De aanpak met alleen maar losse subsidies gaat niet werken, vindt Cremers. “Wil je op lange termijn de patiëntenzorg optimaliseren, ondersteund door wetenschap, dan moet je een duurzame oplossing creëren.”

Topspecialistische Zorg en Onderzoek

Dit project is gefinancierd vanuit het programma Topspecialistische Zorg en Onderzoek (TZO). Het programma TZO heeft als doel om, binnen de bestaande kaders van het zorgstelsel, topspecialistische zorg gecombineerd met toegepast klinisch wetenschappelijk onderzoek en onderwijs te continueren en te verbeteren en qua bekostiging tot een duurzame oplossing te komen. Vanuit dit programma ontvangen 10 topspecialistische functies in algemene ziekenhuizen of categorale instellingen die topspecialistische zorg leveren in combinatie met wetenschappelijk onderzoek en Onderwijs &Opleiding op zeer hoog niveau subsidie.  

Tot eind 2024 loopt een externe evaluatie van het programma TZO; het project TOpzorg VERzilveren (TOVER). Binnen dit evaluatieonderzoek, uitgevoerd door IQ healthcare (Radboud UMC) in samenwerking met ESHPM (Erasmus universiteit), worden mogelijkheden voor structurele bekostiging voor topspecialistische funties onderzocht. Daarnaast worden de langetermijn effecten van de maatschappelijke meerwaarde van deze financiële investering in kaart gebracht. Het programma TZO loopt eind 2024 af. 

Tekst: Jasper Enklaar