Patiënten met complexe loopproblemen

TZO als katalysator van onderzoek
Het loopexpertisecentrum van de Sint Maartenskliniek zet de TZO-subsidie in voor 4 onderzoeken om de diagnose en behandeling van mensen met complexe neurologische loopproblemen verder te verbeteren.
Loopexpertise is 1 van de speerpunten. Met onderzoek kun je jezelf verder verbeteren, innovaties en nieuwe interventies onderzoeken.
Noël Keijsers
Senior onderzoeker

Het loopexpertisecentrum van de Sint Maartenskliniek is gespecialiseerd in de behandeling van mensen met complexe neurologische loopproblemen. Dat wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door een beroerte, een dwarslaesie of een spierziekte. Zorgverleners en onderzoekers werken in het loopexpertisecentrum samen om erachter te komen wat precies de oorzaak van het loopprobleem is en hoe dit probleem het beste behandeld kan worden. Om dat verder te verbeteren zijn met de TZO-subsidie 4 verschillende onderzoeksprojecten opgezet.

Gekoppeld aan zorgpaden

Penvoerder van deze onderzoeksprojecten is Noël Keijsers, bijzonder hoogleraar Clinical Motor Control aan de Radboud Universiteit en senior onderzoeker van het loopexpertisecentrum. 'Ons onderzoek is gekoppeld aan onze zorgpaden. We kijken eerst bij mensen met een complex neurologisch loopprobleem wat het loopprobleem precies is. Op basis van dat assessment kiezen we welke interventie gaan we doen. Binnen het TZO-project onderzoeken we naast dat assessment 3 van die interventies: de chirurgische interventie, het aanbieden van draagbare ondersteunende technologie - assistive technology, zoals robotica - en een training van het aanpassingsvermogen na een beroerte, van belang voor veilig lopen.'

Techneuten

Binnen deze onderzoekslijnen loopt een aantal RCTs, bijvoorbeeld met het exoskelet van de myosuit. Omdat de trials nog lopen, kunnen de resultaten niet tussentijds gedeeld worden. Keijsers kan wel wat algemene observaties delen. 'We vragen aan het einde van hun behandeling hoe patiënten dit ervaren hebben. Hier en daar zijn het positieve verhalen, hier en daar ook negatieve verhalen. Dat zie je wel vaker terug bij assistive technology. Die wordt door technologen ontwikkeld en werkt goed in de laboratoria, totdat de patiënten er zelf mee aan de slag gaan. Dan kom je toch allerlei problemen tegen en dat zien we ook hier duidelijk terug.'

Voetchirurgische ingrepen

Het onderzoeksproject naar het resultaat en de kosteneffectiviteit van voetchirurgische ingrepen om de loopcapaciteit te verbeteren heeft goede uitkomsten laten zien, zowel voor de groep met een CVA (beroerte) als de groep met een neuromusculaire aandoening. 'We zien duidelijk dat zo’n chirurgische ingreep ervoor zorgt dat je je voet op een veel natuurlijker manier belast dan daarvoor.' Vooral mensen met een lage loopsnelheid, die met veel moeite stapje voor stapje konden lopen en voortdurend bang waren hun balans te verliezen, merkten een duidelijke vooruitgang. In verschillende publicaties zijn deze uitkomsten inmiddels gepubliceerd.

Looptraining na beroerte

Om het veilig lopen na een beroerte weer in te trainen zijn er verschillende methoden. Echter ontbreekt het hard bewijs voor de doeltreffendheid van deze trainingen. Daarom is 1 van de TZO-onderzoekslijnen erop gericht hier meer duidelijkheid in te verschaffen.

'Elke training helpt', zegt Keijsers. 'Als je altijd maar zit en je beweegt nooit, dan zal het snel achteruit gaan. Ga je elke dag een blokje om, dan zal je fysiek beter worden. Wat wij nu proberen is een zo effectief mogelijke training aan te bieden. Doelgerichter trainen, heeft veel meer effect dan als we niet doelgericht aan het trainen zijn. Wij richten ons dit onderzoek vooral op de groep die in de latere, chronische fase zit.'

Deze projecten hebben hun waarde aangetoond.

Loopband en krachttraining

Bij een onderzoek onder patiënten met een incomplete dwarslaesie werd de behandeling met loopbandtraining en krachttraining vergeleken met een heel specifieke training van het loopaanpassingsvermogen. 'Daar zagen we geen onderscheid tussen beide trainingen. Wel was er verschil in de volgorde: mensen die eerst de loopbandtraining en krachttraining kregen en daarna de heel specifieke training kregen, leken meer vooruit te gaan dan de groep die het andersom deed.'

Klinische praktijk

De verschillende onderzoekslijnen hebben nog niet geleid tot aanpassing van een heel zorgpad, vertelt Keijsers, maar hebben wel effect in de klinische praktijk. 'Het is duidelijk dat we beter weten welke indicatie bij welke behandeling hoort. Ook bij de diagnoses helpt het: we hebben het assessment hier en daar verbeterd en dat geeft meer inzicht in waar het probleem voor de patiënt zit. Want het lastige van complexe neurologische loopproblemen is dat een bepaalde beperking ook weer compensatiegedrag oplevert. Dat probeer je te ontrafelen.'

TZO als katalysator

Bij de Maartenskliniek neemt onderzoek een belangrijke plek in. 'Wij willen de thought leader, de expert op ons gebied zijn', zegt Keijsers. 'Loopexpertise is 1 van de speerpunten. Met onderzoek kun je jezelf verder verbeteren, innovaties en nieuwe interventies onderzoeken.' Het TZO-programma is daar een katalysator in, vindt Keijsers. 'Ziekenhuizen en revalidatiecentra hebben moeite om het hoofd boven water te houden. Dan wordt onderzoek snel gezien als iets extra's.'

Investeren in meerwaarde

De TZO-projecten van het loopexpertisecentrum hebben een looptijd tot in 2026. 'Ik hoop dat het gecontinueerd wordt, want de projecten hebben wel hun waarde aangetoond. Specialistische centra hebben een meerwaarde en daar moet je in investeren.'

Keijsers is ook aangesteld als bijzonder hoogleraar bij de Radboud Universiteit. Binnen de academie is ruimte om onderzoek te doen, maar dat is veel specialistischer. 'Ik noem dat wel eens gekscherend het rariteitenkabinet. Bij het loopexpertisecentrum zit je dichter bij de grote problematiek, die bij meer mensen speelt. Daarom denk ik dat het noodzakelijk is om ook op deze plek onderzoek te faciliteren en te financieren.'

Topspecialistische Zorg en Onderzoek

Dit project is gefinancierd vanuit het programma Topspecialistische Zorg en Onderzoek (TZO). Het programma TZO heeft als doel om, binnen de bestaande kaders van het zorgstelsel, topspecialistische zorg gecombineerd met toegepast klinisch wetenschappelijk onderzoek en onderwijs te continueren en te verbeteren en qua bekostiging tot een duurzame oplossing te komen. Vanuit dit programma ontvangen 10 topspecialistische functies in algemene ziekenhuizen of categorale instellingen die topspecialistische zorg leveren in combinatie met wetenschappelijk onderzoek en Onderwijs & Opleiding op zeer hoog niveau subsidie.  

Tot eind 2024 loopt een externe evaluatie van het programma TZO; het project TOpzorg VERzilveren (TOVER). Binnen dit evaluatieonderzoek, uitgevoerd door IQ healthcare (Radboud UMC) in samenwerking met ESHPM (Erasmus universiteit), worden mogelijkheden voor structurele bekostiging voor topspecialistische funties onderzocht. Daarnaast worden de langetermijn effecten van de maatschappelijke meerwaarde van deze financiële investering in kaart gebracht. Het programma TZO loopt eind 2024 af. 

Tekst: Jasper Enklaar