Uitwisselen van ervaringen tussen huisartsen in opleiding

Kritisch leren reflecteren
De methodiek Uitwisselen van Ervaringen helpt huisartsen in opleiding kritisch te reflecteren. Onderwijskundige Marije van Braak vertelt over haar onderzoek naar effectieve begeleiding bij deze methodiek.

Door het uitwisselen van ervaringen leren huisartsen in opleiding kritisch te reflecteren op hun werk en hun rol als huisarts. Onderwijskundig onderzoek moet docenten meer handvatten geven voor effectieve begeleiding bij deze onderwijsvorm.

De terugkomdag van de huisartsenopleiding bestond aanvankelijk vrijwel helemaal uit het uitwisselen van ervaringen tussen de huisartsen in opleiding (haios), vertelt onderwijskundige Marije van Braak. Zij doet bij het Erasmus MC promotieonderzoek naar deze onderwijsvorm. Nu krijgen huisartsen op de terugkomdag meer inhoudelijke lessen. Maar ervaringen uitwisselen blijft een belangrijke manier om haios te leren kritisch te reflecteren op hun werk en rol als huisarts. In een groep kunnen ze praktijkervaringen voorleggen waarover ze met collega’s willen nadenken. Vaak zijn het kwesties die discussie uitlokken of waarbij meerdere benaderingen mogelijk zijn.

Vragen van docenten

Hoe begeleiden we studenten hierbij het beste en is wat wij nu doen effectief? Die vragen van docenten gaven de aanzet tot het onderzoek van Van Braak.

‘De meeste docenten zijn ervaren huisartsen en gedragswetenschappers. Ze hebben als ze starten weinig ervaring in onderwijs geven en in ieder geval niet in deze vorm van onderwijs.

Ze vertelden me dat ze het allemaal op hun eigen manier en vanuit hun eigen bagage aanpakken. Ze hebben behoefte aan handvatten voor het begeleiden van deze groepen.’

Docenten begeleiden de groepen allemaal op hun eigen manier. Ze willen graag weten of wat ze doen effectief is.

Woud van onderwijsdoelen

Van Braak filmde eerst 41 groepsbijeenkomsten. ‘Dan zie je hoe de docenten de groepen nu begeleiden,’ verklaart ze. Die opnames gebruikte ze bij interviews van docenten en haios. ‘Bij docenten was de vraag: waarom doe je wat je doet? Vanuit welke theorie? Met welk doel? Wat zie je gebeuren? Aan de haios vroegen we wat ze als positief en wat ze als negatief hebben ervaren.’

Analyse van de docenteninterviews gaf inzicht in de educatieve doelen van docenten en de daarbij gebruikte strategieën. ‘Docenten formuleren heel concrete en specifieke doelen. De analyse daarvan leverde een wirwar van doelen en strategieën op. Daar kun je niet 1 conclusie aan verbinden. Het is eerder een vijver waarin docenten kunnen vissen: stel dat ik peer learning wil bevorderen, welke strategieën kan ik dan inzetten?’

Door clustering kon Van Braak wel centrale doelen onderscheiden. Dat zijn: leren reflecteren, elkaars ervaringen leren gebruiken bij het werk in de eigen praktijk, werken aan professionele identiteitsontwikkeling en werken aan persoonlijke ontwikkeling.

Haios noemden een veilige sfeer, inclusiviteit en diversiteit, en een efficiënt proces als voorwaarden voor een goede groepsbijeenkomst.

3 normatieve oriëntaties

De interviews met de haios over de video’s leverden soms heel andere uitkomsten op dan wat de docenten als doelen hadden nagestreefd. Zo liep een vraag die de docent als verdiepend had bedoeld in de groep uit op een oppervlakkig gesprek. Maar de haio voor wie de vraag was bedoeld, was er achteraf wel degelijk dieper over gaan nadenken. Door de interviews te analyseren, kreeg Van Braak de voorwaarden in beeld waaraan een goede groepsbijeenkomst voor de deelnemers in ieder geval moet voldoen: een veilige sfeer, inclusiviteit en diversiteit, en een efficiënt proces. ‘Dat zijn de 3 belangrijkste normatieve oriëntaties, zoals wij ze noemen.’

Effectieve interventies

De promovenda is nu bezig met het uitdagendste deel van de analyse: het koppelen van de uitkomsten van de opnames aan de interviews met docenten en de gesprekken met haios. ‘We kijken in de opnames naar momenten waarop die normatieve oriëntaties terugkomen en analyseren wat er dan precies gebeurt. Zo proberen we iets te zeggen over de effectiviteit van docentinterventies in de opnames vanuit de normatieve oriëntaties die de haios belangrijk vinden.’

Dilemma’s

Uiteindelijk wil Van Braak een online-instrument opstellen om docenten te ondersteunen bij hun werk. ‘Bijvoorbeeld een tool waarbij docenten met 1 klik op een doel een heel overzicht van strategieën zien om uit te kiezen. Maar dat moet ik nog uitdenken. Ik wil eerst met docenten bespreken waar ze wat aan zouden hebben, want zij moeten er mee uit de voeten kunnen.’ Haar kennis gebruikt ze nu al wel om docenten trainingen te geven in veelvoorkomende dilemma’s bij het begeleiden van deze onderwijsvorm.

Het was aanvankelijk puzzelen om het schrijven voor het medisch veld in de vingers te krijgen. Ik schrijf nu veel bondiger.

Wat werkt in de praktijk?

Aan het begin van het onderzoek was het medisch onderwijs helemaal nieuw voor Van Braak. Ze heeft er veel over geleerd. ‘Het was puzzelen om het schrijven voor het medisch veld in de vingers te krijgen. Hoe spits ik de tekst toe op het lezerspubliek van arts-docenten? Ik schrijf nu veel bondiger.’ De promovenda weet ook steeds duidelijker waar haar hart als onderzoeker ligt. ‘Ik ben vooral geïnteresseerd in hoe docenten onderwijs vormgeven. Liever dan werken met gestandaardiseerde experimenten kijk ik wat er in de praktijk gebeurt – en wat daar zichtbaar werkt.’

Colofon

Tekst: Veronique Huijbregts
E
indredactie: ZonMw