Nieuwe leerlijn Samen beslissen
Tot dusver, vertelt Anouk Baghus, arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker (aiotho) bij Maastricht University, bestaat de aandacht voor samen beslissen in de opleiding van huisartsen veelal uit 1 enkele workshop. Dat bleek onvoldoende voor huisartsen in opleiding (aios) om het samen met de patiënt beslissen over passende diagnostiek en behandeling goed in de vingers te krijgen. Baghus heeft nu in het project Samen Beslissen in de huisartsopleiding: onderzoek naar optimaal werkplekleren onderzocht hoe aios zich het beste hierin kunnen bekwamen.
Kenmerkende beroepsactiviteiten
Daarvoor hield ze eerst gestructureerde vragenrondes met specialisten (Delphi-rondes). Zo achterhaalde ze de kenmerkende beroepsactiviteiten die onmisbaar zijn voor samen beslissen in de spreekkamer. ‘Het zijn er 4 geworden,’ vertelt ze.
‘Bespreek met de patiënt de wenselijkheid om samen te beslissen en de opties voor het beleid, verhelder de voorkeuren en afwegingen en neem dan samen een gemotiveerd besluit.’
Essentieel is dat de huisarts deze beroepsactiviteiten in de juiste mengvorm weet toe te passen, om het proces goed af te kunnen stemmen op de specifieke patiënt in de spreekkamer.
Dat vraagt niet alleen communicatieve vaardigheden maar ook up-to-date medische kennis. Als huisarts moet je in staat zijn die actuele kennis goed te vertalen naar de patiënt tegenover je.
Videoconsulten bespreken
Baghus legde aios en hun patiënten vragenlijsten voor over hoe zij vonden dat de besluitvorming bij samen beslissen in de spreekkamer was gegaan. Ze nam ook videoconsulten op die ze met de aios besprak. ‘Er bleek een flink verschil tussen hoe de aios zelf het samen met de patiënt beslissen beoordeelden en wat de observanten zagen dat er gebeurde. Er is echt nog winst te behalen, zeker als het gaat om het afstemmen op de voorkeuren van de patiënt. Die stap wordt vaak overgeslagen.’
De huisartsen in opleiding vinden samen beslissen lastig, blijkt uit wat ze vertelden. ‘De huisartsgeneeskunde is breed en er zijn zoveel verschillende aandoeningen dat het niet eenvoudig is om alle opties per aandoening te kennen. Veel aios zijn zich er ook niet zo van bewust dat ze niet samen met de patiënt beslissen. Of ze nemen de attitude aan van de deskundige, die het beste weet wat goed is voor de patiënt. Dan leggen ze wel de opties voor, maar kiezen uiteindelijk toch zelf, vanuit een eigen voorkeur. Ook al is dat niet per se de best passende keuze voor deze patiënt.’
Integratie in alle vakken
De opgedane kennis en inzichten verwerkte Baghus in een leerlijn. Kenmerkend daarvoor is dat de aandacht voor samen beslissen in alle programma’s terugkomt en de praktijk een belangrijke plaats inneemt. ‘Zowel de aios als de huisartsopleider krijgen tijdens de terugkomdagen in jaar 1 en 3 van de opleiding eerst een workshop over samen beslissen. De aios leren waarom dit belangrijk is, hoe ze het moeten doen, met aandacht voor hun eigen gedrag. De huisartsopleiders willen we niet alleen trainen in verbetering van hun eigen vaardigheden om samen te beslissen, maar vooral in het zo goed mogelijk begeleiden van aios in de praktijk.’ Het thema Samen beslissen komt verder terug in alle andere onderwerpen die in de opleiding aan de orde komen, zoals het uitwisselen van ervaringen en het onderwijs in evidence based medicine, bijvoorbeeld over diabetes, hart- en vaatziekten of COPD.
Gaat het bijvoorbeeld over diabetes, dan willen we laten zien dat er meerdere opties zijn, zodat ze ook meer kennis krijgen. Zo stimuleren we steeds de aandacht voor samen beslissen.
Leren op de werkplek
De aios vinden leren op de werkplek het belangrijkste, blijkt uit het onderzoek. ‘De huisartsopleider is dus heel belangrijk als rolmodel, maar ook om de aios te stimuleren. Dat kan door samen beslissen vaak aan de orde te stellen, tips te geven en bijvoorbeeld opgenomen consulten te bespreken. De praktijk is het belangrijkste om samen beslissen echt in de vingers te krijgen.’
Bij het leren van samen beslissen gaat het vooral om de vertaling naar de praktijk: daar zie je de patiënten met wie je kunt oefenen.
Vertaling naar andere medische disciplines
De principes voor de leerlijn zijn nu nog vrij algemeen geformuleerd. Dat maakt vertaling mogelijk naar andere medische disciplines of een opleiding buiten Nederland. Nadat de leerlijn concreet is ingevuld met de docenten van de terugkomdagen van de huisartsopleider, gaat Baghus de werking ervan toetsen in de huisartsopleiding in Amsterdam en Maastricht.
Kies een goed moment
De deelnemers aan de Delphi-rondes had Baghus snel gevonden. De experts zagen het belang van het onderzoek meteen in. Dat ligt anders voor aios. Die hébben het al zo druk en kunnen andere prioriteiten hebben. ‘Stel je verzoek om deelname daarom liefst op een moment dat ze niet te veel andere opdrachten hebben voor de huisartsopleider. Ik heb hen vooral vanuit mijn eigen ervaring als huisarts in opleiding benaderd en benadrukt hoe belangrijk het is dat het onderwijs echt op ons wordt afgestemd.’
Nieuwe vaardigheden
Baghus leert veel van de combinatie van praktijk en onderzoek, vertelt ze. Als onderzoeker doet ze nieuwe vaardigheden op, bijvoorbeeld in projectleiding en begeleiding van studenten tijdens hun wetenschapsstage. ‘En ik doe onderzoek naar onderwijs. Als arts was ik onderwijskundig nauwelijks onderlegd. Daar leer ik nu ook veel over.’ Als huisarts in opleiding is ze er extra op gespitst samen met de patiënt te beslissen. Ze ervaart zelf hoe lastig het kan zijn om precies alle behandelopties met hun voor- en nadelen te kennen en te vertalen naar de patiënt in haar spreekkamer. Daardoor begrijpt ze des te beter waar haar collega-aios tegenaan lopen.
Als huisarts werken én ook onderzoek doen is best ‘een uitdaging’, aldus Baghus. Die combinatie krijgt ze wel steeds beter in de vingers. ‘De ervaring dat het werk je over de schoenen loopt en de werkdruk te groot wordt, leert je om de volgende keer eerder keuzes te maken en sneller bij de begeleider aan de bel te trekken.’ Ze wil onderzoek en praktijk in de toekomst blijven combineren. ‘Op welke manier ook, er is zoveel mogelijk.’
Programma Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde
Vanuit het programma Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde financieren we projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe kennis die relevant is en toepasbaar in de vervolgopleidingen van huisartsgeneeskunde en/of ouderengeneeskunde. Dit onderzoek draagt bij aan verbetering van de kwaliteit van de opleidingen en aan de internationale body of knowledge op het terrein van geneeskundige opleidingen. De onderzoeksprojecten zijn ingebed in een bestaand onderzoeksprogramma ‘onderzoek van onderwijs’ van de betreffende vakgroep huisartsgeneeskunde of ouderengeneeskunde dan wel het UMC. In een interviewreeks vertellen de projectleiders waar zij tegenaan lopen in hun onderzoek en welke kennis en inzichten hun project oplevert.
ZonMw voert het programma uit in opdracht van SBOH; de werkgever van huisartsen in opleiding en specialisten ouderengeneeskunde in opleiding. SBOH financiert de hele huisartsopleiding en opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.