Thema Jongeren

Jongeren op laptops in mediatheek
Gemiddeld scoort de Nederlandse jeugd hoog op levenstevredenheid en geluk. Toch is volgens het CBS de psychische ongezondheid van jongeren de afgelopen 10 jaar licht gestegen: van 7% naar 8%. Ook zijn er eerste resultaten die aangeven dat de ervaren stress en prestatiedruk bij jongeren toeneemt.
De JGZ-professionals kijken naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van jongeren en hebben oog voor hun ontwikkelbehoeften. Zij vervullen daarmee een belangrijke rol in vroegsignalering van onder andere mentale problemen. Vanaf 2014 is er bovendien een extra contactmoment ingevoerd voor 15- en 16-jarigen. Jongeren krijgen dan advies op maat en/of worden doorverwezen naar hulp, betrouwbare websites en apps.

Resultaten uitgelicht

Hoe help ik jeugdigen en hun ouders bij depressieve klachten?

Veel jeugdigen hebben last van depressieve gevoelens. Uit onderzoek blijkt dat tijdig signaleren en interveniëren een depressie kan voorkomen. De JGZ-richtlijn Depressie is een leidraad om samen met de jeugdige (en ouder) de juiste afwegingen te maken.

Zo ga jij aan de slag

Ga naar de richtlijnenwebsite van het NCJ of raadpleeg de JGZ-richtlijnenapp. Daar vind je de richtlijn en de bijbehorende producten. De richtlijn bevat hulpmiddelen zoals een schema met signalen van depressie per leeftijdsgroep, opvoedinformatie over depressie bij pubers, en hulpmiddelen en tips voor jongeren.

> Download de richtlijn en de bijbehorende producten

Afbeelding

Hoe kan ik via vlogs jongeren stimuleren tot een gezonde leefstijl?

Vlogs zijn razend populair onder jongeren. Influencers spreken veel jongeren aan en weten ook hun keuzes te beïnvloeden. Vlogs lijken ook te kunnen bijdragen aan het stimuleren van een gezonde leefstijl. Hoe start je een vlog en waar moet je rekening mee houden?

Zo ga jij aan de slag

Bekijk de gemaakte vlogs en ga zelf aan de slag met het maken van een vlog. Maak daarbij gebruik van de 8 stappen zoals beschreven in het stappenplan, om zo gezond gedrag te promoten bij jongeren. Ga in elk geval op zoek naar de juiste influencer bij je doelgroep en zorg dat de vlogger voorbeeldgedrag laat zien.

> Naar het stappenplan

Afbeelding

Alle resultaten

Gezonde leefstijl

Pubers maken veel gebruik van sociale media. Online zijn biedt jongeren veel leuks, maar ook gevaren die zij nog niet altijd overzien. Voorlichting en advies van de JGZ over online gedrag gebeurt nu mondeling. Maar jongeren leren vooral door ‘zelf doen‘ en experimenteren. Kan serious gaming hierin een rol spelen?

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Uit eerder onderzoek is bekend dat serious gaming een positief effect laat zien op gedragsverandering. Dit project geeft antwoord op de vraag of serious gaming binnen de JGZ bruikbaar is in de voorlichting over online gedrag en socialemediagebruik. Sluit deze aanpak aan bij de ontwikkeling en beleving van 13-jarigen en biedt dit een handvat voor een verdiepend gesprek over online gedrag?

Aanpak

In dit project is samen met jongeren een eerste versie van serious game ontwikkeld, ‘Hot Topic’, met verhaallijnen over online pesten, sexting en het uitlenen van wachtwoorden. 336 13-jarigen hebben de game gespeeld. Ouders is een korte vragenlijst voorgelegd, Tijdens het onderzoek gingen jeugdverpleegkundigen nader in gesprek over de game. Ook zijn focusgroepen met hen en met jongeren gehouden.

Resultaten

De game moet de mogelijkheid bieden om in een veilige omgeving te experimenteren en zo te ervaren wat de consequenties kunnen zijn van ‘los online’ gaan. Tussentijdse resultaten laten zien dat de game voor 89% van de verpleegkundigen een opening bood voor een verdiepend gesprek over onlinegedrag. In gesprekken vertelden leerlingen over experimenteergedrag. Ouders zeggen naar aanleiding van de game in gesprek te zijn gegaan met hun kind, met name over sexting. Veel jongeren  vonden de game echter niet leuk: niet zo passende antwoordmogelijkheden en te kinderachtig. Mogelijk kan de serious game ingezet worden in het basisonderwijs in combinatie met de gezondheidsonderzoeken op 10-jarige leeftijd als anticiperende voorlichting. De resulaten van het onderzoek zijn terug te lezen in de samenvatting.

Uitvoerende

GGD Zeeland
ZonMw-project: 736300018, Los Online

Vlogs zijn razend populair onder jongeren. Influencers spreken veel jongeren aan en weten ook hun keuzes te beïnvloeden. Vlogs lijken ook te kunnen bijdragen aan het stimuleren van een gezonde leefstijl. Hoe start je een vlog en waar moet je rekening mee houden?

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Bekijk de gemaakte vlogs en ga zelf aan de slag met het maken van een vlog. Maak daarbij gebruik van de  8 stappen zoals beschreven in het stappenplan, om zo gezond gedrag te promoten bij jongeren. Ga in elk geval op zoek naar de juiste influencer bij je doelgroep en zorg dat de vlogger voorbeeldgedrag laat zien.

Aanpak

Na een literatuuronderzoek en interviews met deskundigen hebben drie vloggers (onder wie een jeugdverpleegkundige) in een praktijkonderzoek ieder drie vlogs gemaakt over gezondheid en leefstijl. De vlogs zijn online geëvalueerd via likes en comments en offline in focusgroepen met jongeren.

Resultaten

Hoewel er nauwelijks wetenschappelijke literatuur is over bewuste gedragsbeïnvloeding van (gezond) gedrag bij jongeren via vlogs, lijkt het mogelijk om jongeren via vlogs positief te beïnvloeden. De onderzoeksresultaten zijn vertaald in een methodiek in de vorm van een Flowchart en een stappenplan voor de inzet van video’s in de gezondheidsvoorlichting door de JGZ. De interviews die in het project gehouden zijn, geven een paar aandachtspunten voor vlogs: analyseer je doelgroep en zoek hier de juiste vlogger bij. De inhoud van de vlog moet authentiek zijn, liefst met spanning of humor. Het werkt als de vlogger voorbeeldgedrag laat zien. In de focusgroepen zeggen jongeren dat zij het positief vinden als de vlogger zijn of haar persoonlijke ervaring deelt, met een goede balans tussen humor en ernst. Dat blijkt jongeren te kunnen aanzetten tot het delen van hun eigen persoonlijke ervaringen. Voor jongeren is de verpakking van de vlog (beeld, geluid en tijdsduur) van groot belang.

Uitvoerende 

GGD Regio Utrecht
ZonMw-project: 736300014, Vloggen als middel om bewustwording en verandering in gezond gedrag bij jongeren te stimuleren

Betrekken van jongeren

In de visie van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) in de regio Noord-Veluwe hoort de regie zoveel mogelijk bij ouders en jongeren te liggen. Zorg en ondersteuning moeten bijdragen aan ‘een goed leven in eigen ogen’. Is er een jeugddossier te ontwikkelen dat de eigen regie van ouders en jongeren ondersteunt?

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Uit het project moet duidelijk worden of het in september 2019 geïntroduceerde jeugddossier bijdraagt aan een toenemende regie van ouders en jongeren over hun eigen vraagstukken. Ouders en jongeren bepalen zelf welke disciplines toegang hebben tot het dossier. Helpt het dossier ouders en jongeren bij het maken van plannen om problemen beter zelf op te lossen, eventueel met hulp van anderen? Ook onderzoekt het project of het dossier zorgt voor een betere samenwerking en communicatie tussen CJG-medewerkers.

Aanpak

2 JGZ-organisaties en een jeugdhulporganisatie ontwikkelen met ouders en jongeren een dossier waarin zij allemaal kunnen werken. Ouders en jongeren kunnen niet alleen het hele dossier lezen, ze kunnen er ook in schrijven en er hun eigen (familiegroeps)plannen uploaden. Een klankbordgroep van ouders en jongeren heeft een beslissende stem in de verdere uitwerking van het jeugddossier.

Resultaten

In het jeugddossier hebben ouders (en jongeren vanaf 12 jaar) met DigiD online toegang via een klantportaal. Zij kunnen daar onder meer afspraken online in plannen en bijvoorbeeld groei- en vaccinatiegegevens inzien. Ook kunnen ze nalezen wat besproken is met het CJG, vragen stellen en zelf informatie toevoegen. Als een kind 12 jaar is gaat het klantportaal dicht. In samenspraak met ouder en kind wordt het daarna opengezet voor alleen het kind of ook voor de ouder. Hiermee wordt privacy van beiden gewaarborgd. Eind 2020 zegt de helft van de bezoekende ouders wel eens in het klantportaal te kijken en een vijfde van de jongeren. Belangrijkste redenen: afspraken maken en wijzigen (70%) en teruglezen wat besproken is (50%). Zie ook publicaties in JGZ Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg en JMIR. Nadere resultaten worden in 2021 verwacht.

Uitvoerende

Icare JGZ, GGD Noord- en Oost-Gelderland, Stichting Jeugd Noord Veluwe
ZonMw-project: 736300019, Jeugddossier Noord Veluwe: een dossier van, voor en door ouders, jongeren en medewerkers

Thema’s

Jongeren, sociaal domein, professionalisering, psychosociale gezondheid, ouderschap en opvoeding, e-health

Psychosociale gezondheid van jongeren

Sinds 2013 is er een extra contactmoment voor adolescenten om de gezondheid en het gezond gedrag van jeugdigen vanaf 14 jaar te bevorderen. Er is geen standaardaanpak voor dit contactmoment, zodat de JGZ kan inspelen op specifieke situaties en behoeften.

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Bekijk de factsheet waarin de belangrijkste informatie van de 4 meest toegepaste aanpakken naast elkaar zijn gezet. Zo krijg je inzicht in de verschillen en kun je een goede keuze te maken voor een passende aanpak. En deze geschikt maken voor je eigen situatie

Aanpak

In het project zijn de inhoud, waardering en werkzame elementen van M@ZL, Gezond Leven, Check het Even! en Jij en Je Gezondheid kwalitatief geëvalueerd met jongeren, ouders, JGZ-professionals en schoolpersoneel. Dit gebeurde onder meer met focusgroepen, via online vragenlijsten en in zogeheten EffectenArena’s.

Resultaten

De deelnemers aan het onderzoek vonden de aanpak die in hun regio werd uitgevoerd nuttig, informatief en interessant, met name voor leerlingen met vragen of problemen. Jongeren wezen erop dat bepaalde onderwerpen gevoelig kunnen liggen. Privacy, de sfeer in de klas en groepsdruk zijn dus belangrijke elementen om rekening mee te houden. Directe effecten van een extra contactmoment zijn bijvoorbeeld bewustwording en kennisvermeerdering over gezondheid bij jongeren en een grotere kans op vroegsignalering van problematiek. Professionals verwachten dat een extra contactmoment een betere (gemiddelde) gezondheid oplevert en een beter functioneren op school.

Uitvoerende

Erasmus MC
ZonMw-project: 736100001, Evalueren van het extra contactmoment voor adolescenten

Psychische problemen komen veel voor bij de Nederlandse jeugd, naar schatting bij 1 op de 6 jeugdigen (0-18 jaar). Bij de signalering van deze problemen kan de JGZ een centrale rol spelen. Weet een consultatie- en adviesteam jeugd-ggz (CenA-team) de huisartsen en andere verwijzers effectief te ondersteunen?

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Door oog te hebben voor de verschillende dimensies van een probleem, kun je slagvaardig goede zorg bieden aan kinderen en jongeren met psychische problemen. De werkwijze die in de regio Gooi en Vechtstreek is ontwikkeld, is ook in andere regio’s toe te passen. 8 gemeenten hebben een CenA-team jeugd-ggz ingesteld. Dit team uit 2 jeugdartsen en een klinisch psycholoog Kind en Jeugd. Het ondersteunt huisartsen, gemeentelijke jeugdconsulenten en andere verwijzers bij vragen en verwijzingen rond psychische en psychosociale problemen. De resultaten zijn samengevat in 2 onderzoeksrapporten, een juridische beschouwing over privacyaspecten van de werkwijze van het team, en informatie over varianten in de praktijk.

Bekijk ook het filmpje over dit en een vergelijkbaar project!

Aanpak

Aan de hand van documenten en interviews met sleutelfiguren is de werkwijze van het team onderzocht. Dit is aangevuld met online focusgroepen met ouders, jeugdigen en professionals. De kwantitatieve evaluatie is gebaseerd op registratiedata, dossiergegevens van verwezen jeugdigen en NIVEL Zorgregistratie-data.

Resultaten

Het CenA-team heeft verwijzers en ouders ondersteund bij vragen en problemen van meer dan 700 jeugdigen (0-18 jaar), waaronder naar verhouding iets meer kinderen tussen 0-12 jaar zaten dan jeugdigen vanaf 13 jaar. Het ging om klachten als prikkelbaar of boos gedrag, angst- en spanningsklachten, overactiviteit, somberheid en depressie. De meest voorkomende aanmeldklachten bij het CenA-team bleken ook de meest voorkomende geregistreerde psychische problemen in huisartsenpraktijken, zowel in de regio Gooi en Vechtstreek als in vergelijkbare regio’s elders in Nederland. Het CenA-team brengt 3 werelden bij elkaar: eerste lijn, gemeente en JGZ. Het team is een verbinder in de regio geworden, zo blijkt uit het onderzoek.

Uitvoerende

Amsterdam UMC - locatie VUmc
ZonMw-project: 736200004, Expertise aan de voorkant. Evaluatie van een Consultatie en Adviesteam Jeugd GGZ in de regio

De specialistisch ondersteuner jeugd (SOJ) kan vanuit de JGZ zorgen voor verbinding tussen professionals in de eerste lijn, het sociaal wijkteam, onderwijs en jeugd-ggz. Zo kan de SOJ de signalering en verwijzing van psychosociale problemen door de JGZ verbeteren.

Zo benut je de uitkomsten van dit project

De SOJ richt zich op psychosociale- en gezinsproblematiek bij jeugdigen (0-18 jaar). Als SOJ maak je verbinding in de vierhoek JGZ, sociaal wijkteam, huisarts en jeugd-ggz. Je doet triage en verzorgt de toeleiding naar passende psychosociale ondersteuning en gezinshulp. En je doet kortdurende begeleiding van ouders en jeugdigen. Ouders, onderwijs, huisartsen, sociaal wijkteam en jeugd-ggz zien de meerwaarde van een dergelijke professional in het sociaal domein, zo is uit het onderzoek gebleken. In een factsheet en een artikel vind je de resultaten.

Bekijk ook de animatievideo over dit en een vergelijkbaar project!

Aanpak

In het project zijn de inzet van een SOJ in Nijmegen en een gedragswetenschapper jeugd (GW) in huisartsenpraktijken in Renkum onder de loep genomen. De werkwijze is vergelijkbaar met de spreekuurondersteuner van de huisarts. Het project was gericht op het doorontwikkelen, beschrijven en evalueren van de SOJ-werkwijze.

Resultaten

De initiatieven in beide gemeenten verschilden aanmerkelijk qua aard en inhoud en zijn daarom los van elkaar onderzocht en beschreven. In totaal is ongeveer twee derde van de jeugdigen door SOJ of GW doorverwezen naar andere ondersteuning, waarvan ongeveer de helft naar de ggz. De onderzoekers doen geen uitspraken over de effectiviteit van de aanpak. Wel stellen ze dat de expertise van de SOJ bijdraagt aan vroegsignalering op het consultatiebureau. De GW kan snel handelen en is laagdrempelig te benaderen door ouders en jeugdigen. Een van de adviezen voor implementatie: samenwerking ontstaat wanneer je weet wie de ander is en wat je aan elkaar hebt. Elkaar letterlijk kennen is daarbij helpend.

Uitvoerende

TNO
ZonMw-project: 736200013, De inzet van de Specialistisch Ondersteuner Jeugd (SOJ) in de JGZ: integrale versterking van de nulde en eerste lijn

Psychische problemen komen veel voor bij de Nederlandse jeugd, naar schatting bij 1 op de 6 jeugdigen (0-18 jaar). Bij de signalering van deze problemen kan de JGZ een centrale rol spelen. Weet een consultatie- en adviesteam jeugd-ggz (CenA-team) de huisartsen en andere verwijzers effectief te ondersteunen?

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Door oog te hebben voor de verschillende dimensies van een probleem, kun je slagvaardig goede zorg bieden aan kinderen en jongeren met psychische problemen. De werkwijze die in de regio Gooi en Vechtstreek is ontwikkeld, is ook in andere regio’s toe te passen. 8 gemeenten hebben een CenA-team jeugd-ggz ingesteld. Dit team uit 2 jeugdartsen en een klinisch psycholoog Kind en Jeugd. Het ondersteunt huisartsen, gemeentelijke jeugdconsulenten en andere verwijzers bij vragen en verwijzingen rond psychische en psychosociale problemen. De resultaten zijn samengevat in 2 onderzoeksrapporten, een juridische beschouwing over privacyaspecten van de werkwijze van het team, en informatie over varianten in de praktijk.

Bekijk ook het filmpje over dit en een vergelijkbaar project!

Aanpak

Aan de hand van documenten en interviews met sleutelfiguren is de werkwijze van het team onderzocht. Dit is aangevuld met online focusgroepen met ouders, jeugdigen en professionals. De kwantitatieve evaluatie is gebaseerd op registratiedata, dossiergegevens van verwezen jeugdigen en NIVEL Zorgregistratie-data.

Resultaten

Het CenA-team heeft verwijzers en ouders ondersteund bij vragen en problemen van meer dan 700 jeugdigen (0-18 jaar), waaronder naar verhouding iets meer kinderen tussen 0-12 jaar zaten dan jeugdigen vanaf 13 jaar. Het ging om klachten als prikkelbaar of boos gedrag, angst- en spanningsklachten, overactiviteit, somberheid en depressie. De meest voorkomende aanmeldklachten bij het CenA-team bleken ook de meest voorkomende geregistreerde psychische problemen in huisartsenpraktijken, zowel in de regio Gooi en Vechtstreek als in vergelijkbare regio’s elders in Nederland. Het CenA-team brengt 3 werelden bij elkaar: eerste lijn, gemeente en JGZ. Het team is een verbinder in de regio geworden, zo blijkt uit het onderzoek.

Uitvoerende

Amsterdam UMC - locatie VUmc
ZonMw-project: 736200004, Expertise aan de voorkant. Evaluatie van een Consultatie en Adviesteam Jeugd GGZ in de regio

Veel jeugdigen hebben last van depressieve gevoelens. Uit onderzoek is bekend dat tijdig signaleren en interveniëren een depressie kunnen voorkomen. De JGZ-richtlijn Depressie is een leidraad om samen met de jeugdige (en ouder) de juiste afwegingen te maken.

Zo benut je de uitkomsten van dit project 

Ga naar de richtlijnenwebsite van het NCJ of raadpleeg de JGZ-richtlijnenapp. Daar vind je de richtlijn en de bijbehorende producten. De richtlijn bevat hulpmiddelen als een schema met signalen van depressie per leeftijdsgroepopvoedinformatie over depressie bij pubers, en hulpmiddelen en tips voor jongeren.

Aanpak

Voor de ontwikkeling van de richtlijn maakten de onderzoekers gebruik van wetenschappelijke literatuur en ervaringskennis. De richtlijn is ontwikkeld met relevante beroepsgroepen, een JGZ-organisatie en vertegenwoordigers van jeugdigen. Ook nam een vertegenwoordiger van de Depressie Vereniging deel.

Resultaten

De JGZ-richtlijn Depressie helpt professionals om met een jeugdige met depressieve klachten (en de ouders) de juiste afwegingen te maken. Bij de richtlijn is een stroomschema ontwikkeld, een factsheet, een overzicht van de werkwijze bij signalering, een PowerPoint voor scholingsdoeleinden en diverse hulpmiddelen. In de JGZ-richtlijn Depressie staan psycho-educatie en ondersteuning beschreven in de vorm van tips, voorlichting en advies aan jeugdigen en ouders. Opvoedondersteuning met Triple-P of een KOPP-interventie kunnen helpen om (de kans op) depressieve klachten bij jeugdigen (en ouders) te verminderen. Goede begeleiding en eventuele verwijzing naar hulpverlening vergen ook afspraken tussen ketenpartners, inclusief over wie de casemanager is.

Uitvoerende

Trimbos-instituut
ZonMw-project: 732000301, Ontwikkeling en praktijktest van de richtlijn voor depressie bij kinderen en jongeren in de jeugdgezondheidszorg

Angst is een basisemotie en hoeft geen probleem te zijn. Een angststoornis is een serieus psychisch probleem dat voorkomt bij 2,5% van de kinderen van 2-3 jaar. Dit loopt op tot 12% bij 18-24 jarigen. Hoe is dit te voorkomen? En hoe maak je onderscheid tussen normale angst, problematische angst en een angststoornis? De JGZ-richtlijn Angst is een leidraad om met een jeugdige met angstklachten (en de ouders) de juiste afwegingen te maken.

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Ga naar de richtlijnenwebsite van het NCJ of raadpleeg de JGZ-richtlijnenapp. Daar vind je de richtlijn en de bijbehorende producten. De richtlijn bevat hulpmiddelen als aanbevelingen voor interventiesopvoedinformatie over angst bij jeugdigen, en tips en ondersteuning voor kinderen en jongeren.  

Aanpak

De richtlijn is ontwikkeld met JGZ-professionals, vertegenwoordigers van jeugdigen en mensen met angststoornissen. Ook werkten professionals en wetenschappers uit diverse relevante beroepsgroepen mee, zoals een psychotherapeut en een hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie.

Resultaten

De JGZ-richtlijn Angst is een leidraad voor JGZ-professionals om met een jeugdige met angstklachten (en de ouders) de juiste afwegingen te maken. Bij de richtlijn is een factsheet, een introductiefilm voor de implementatie, een overzicht van de werkwijze bij signalering en een PowerPoint voor scholingsdoeleinden ontwikkeld. De JGZ-richtlijn Angst bevat een schema waarin per ontwikkelingsfase de normale ontwikkeling van angst wordt beschreven, inclusief de daarbij horende normale bronnen van angst (denk aan onweer voor een peuter). Ook is er informatie over specifieke angstvormen, zoals faalangst, scheidingsangst en fobieën. De aanbevelingen voor signaleren bevatten tips voor het stellen van vragen aan een jeugdige.

Uitvoerende

Trimbos-instituut
ZonMw-project: 732000302, Ontwikkeling en praktijktest van de richtlijn (faal)angst bij kinderen en jongeren in de jeugdgezondheidszorg

Taalachterstand kan belangrijke gevolgen hebben voor de sociale ontwikkeling en het latere maatschappelijk functioneren van een kind. Door signalen van een achterstand of taalontwikkelingsstoornis op tijd te zien, kan de JGZ kinderen beter helpen of eventueel doorverwijzen.

Zo benut je de uitkomsten van dit project

De JGZ-richtlijn Taalontwikkeling biedt je informatie over de normale taalontwikkeling, inzicht in mogelijke problemen en een overzicht van risico- en beschermende factoren. Zo kun je achterstanden beter opsporen en de juiste ondersteuning bieden. Bij de richtlijn zijn een registratieprotocol, prestatie-indicatoren, een samenvattingskaart, een overzicht van de werkwijze bij signalering en een PowerPoint voor scholingsdoeleinden ontwikkeld. Download de richtlijn en de bijbehorende producten (inclusief een animatie) op de richtlijnenwebsite van het NCJ. Of raadpleeg ze via de JGZ-richtlijnenapp. De richtlijn bevat hulpmiddelen als een folder ‘Tips voor Taal’ (ook voor laaggeletterden) en een folder met voorleestips.

Aanpak

De richtlijn Taalontwikkeling is geschreven door TNO en de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK), met inbreng van JGZ-professionals, ouders en jeugdigen.

Resultaten

Om achterstanden beter te kunnen opsporen en handvatten te bieden voor passende ondersteuning, omschrijft de richtlijn duidelijk wat een kind bij 24, 30 en 36 maanden moet kunnen qua taalontwikkeling. Kinderen die daar niet aan voldoen of bij wie er twijfel over is, kunnen dan worden doorverwezen voor nader onderzoek. De richtlijn geeft handvatten voor het begeleiden van kinderen en voor het geven van praktisch advies aan ouders bij een achterblijvende taalontwikkeling.

Uitvoerende

TNO
ZonMw-project: 732000303, JGZ richtlijn Taalontwikkeling

De JGZ-richtlijn Psychosociale problemen helpt JGZ-professionals bij het signaleren, bespreekbaar maken, registreren, handelen en samenwerken rond psychosociale problemen bij jeugdigen. Met de vernieuwde richtlijn staan de meest recente inzichten over risico- en beschermende factoren duidelijk op een rij. Ook geeft de richtlijn informatie over effectieve interventies en samenwerking met ouders.

Zo benut je de uitkomsten van dit project

De richtlijn bevat een werkkaart met veelvoorkomende problemen per leeftijd met bijpassende interventies, een overzicht van instrumenten voor vroegsignalering, en opvoedinformatie over lastig gedrag en psychische klachten bij kinderen en jongeren. Download de richtlijn en de bijbehorende producten op de richtlijnenwebsite van het NCJ of raadpleeg de JGZ-richtlijnenapp.

Aanpak

De richtlijn is ontwikkeld met JGZ-professionals, de landelijke oudervereniging Balans en professionals uit diverse relevante beroepsgroepen, zoals een huisarts, een kinderarts en een sociaal geneeskundige. Ook is een online focusgroep-interview gehouden met ouders en jongeren van 12 jaar en ouder.

Resultaten

In de herziene JGZ-richtlijn Psychosociale problemen is niet alleen aandacht voor vroegsignalering, maar ook voor interventies en samenwerken in de keten. Per leeftijdsgroep worden korte valide instrumenten genoemd die tijdens een contactmoment inzetbaar zijn om psychosociale problemen te signaleren. Ook geeft de richtlijn enkele aanbevelingen voor gespreksvoering met ouders en jeugdigen.

Uitvoerende

TNO ZonMw-project: 732000404, Herziening JGZ-Richtlijn Psychosociale problemen

Begeleiden van jongeren in het voortgezet onderwijs

Sinds 2013 is er een extra contactmoment voor adolescenten om de gezondheid en het gezond gedrag van jeugdigen vanaf 14 jaar te bevorderen. Er is geen standaardaanpak voor dit contactmoment, zodat de JGZ kan inspelen op specifieke situaties en behoeften.

Zo benut je de uitkomsten van dit project 

Bekijk de factsheet waarin de belangrijkste informatie van de 4 meest toegepaste aanpakken naast elkaar zijn gezet. Zo krijg je inzicht in de verschillen en kun je een goede keuze te maken voor een passende aanpak. En deze geschikt maken voor je eigen situatie

Aanpak

In het project zijn de inhoud, waardering en werkzame elementen van M@ZL, Gezond Leven, Check het Even! en Jij en Je Gezondheid kwalitatief geëvalueerd met jongeren, ouders, JGZ-professionals en schoolpersoneel. Dit gebeurde onder meer met focusgroepen, via online vragenlijsten en in zogeheten EffectenArena’s.

Resultaten

De deelnemers aan het onderzoek vonden de aanpak die in hun regio werd uitgevoerd nuttig, informatief en interessant, met name voor leerlingen met vragen of problemen. Jongeren wezen erop dat bepaalde onderwerpen gevoelig kunnen liggen. Privacy, de sfeer in de klas en groepsdruk zijn dus belangrijke elementen om rekening mee te houden. Directe effecten van een extra contactmoment zijn bijvoorbeeld bewustwording en kennisvermeerdering over gezondheid bij jongeren en een grotere kans op vroegsignalering van problematiek. Professionals verwachten dat een extra contactmoment een betere (gemiddelde) gezondheid oplevert en een beter functioneren op school.

Uitvoerende

Erasmus MC
ZonMw-project: 736100001, Evalueren van het extra contactmoment voor adolescenten

Ziekteverzuim is een groot probleem onder jongeren in voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Zonder een goede begeleiding kan dit verzuim leiden tot psychosociale problemen, leefstijl- en motivatieproblemen en vroegtijdig schoolverlaten. Kan een aan M@ZL gekoppelde verzuim-app helpen om jongeren meer eigen regie te geven?

Zo benut je de uitkomsten van dit project

Een goede begeleiding van ziekteverzuim bij jongeren vereist maatwerk, waarbij eigen regie in combinatie met ondersteuning de motivatie en het zelfvertrouwen van jongeren kan stimuleren. M@ZL (Medische Advisering Ziekgemelde Leerling) is een verzuimaanpak die bewezen effectief is in het oplossen van verzuimproblemen. Een aan de methodiek te koppelen app biedt de mogelijkheid om het sociale netwerk van de jongeren te betrekken. Het idee is dat zij hun eigen verzuim met extra ondersteuning zelf kunnen beïnvloeden. De integrale, systematische aanpak van M@ZL zorgt daarbij voor meer en betere samenwerking tussen leerling, ouders, school en de JGZ. Op de site van GGD Flevoland vind je meer informatie over de app. Daar is ook een filmpje voor jongeren te vinden.

Aanpak

In aanvulling op M@ZL ontwikkelt GGD Flevoland een app voor jongeren in vo en mbo. Deze moet jongeren meer verantwoordelijkheid geven in het zelf regie nemen over hun verzuim en het werken aan hun terugkeer naar school. GGD Flevoland onderzoekt samen met Amsterdam UMC het gebruik en effect van de app.

Resultaten

Zowel jongeren als JGZ-professionals zijn positief over de M@ZL app. De basis van de huidige M@ZL app is goed en biedt mogelijkheden voor doorontwikkeling. Jongeren én JGZ-professionals denken dat de app ook gebruikt kan worden voor gewone schoolzaken en leefstijl. De jongeren gaven veel adviezen en tips over hoe de app verder door te ontwikkelen. Jeugdartsen zagen meer drempels voor henzelf en de jongeren om met de M@ZL app te werken. Een enkeling twijfelt over de meerwaarde van de app voor jongeren met complexe(re) problematiek.

Uitvoerende

Amsterdam UMC - locatie VUmc
ZonMw-project: 736300012, M@ZL app: Ontwikkeling en evaluatie van een verzuimapp voor jongeren

De meeste slaapproblemen zijn van tijdelijke aard en verdwijnen vanzelf. Ongeveer een kwart tot een derde blijft echter bestaan. Goede slaap is belangrijk voor de ontwikkeling. Wat is normaal, gezond slaapgedrag en hoe beoordeel je slaapproblemen? Zijn dergelijke problemen te voorkomen en welke interventies zijn er mogelijk?

Zo benut je de uitkomsten van dit project

De JGZ-richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen biedt je handvatten om gezond slaapgedrag bij kinderen van 0 tot 18 jaar te bevorderen. Bij de richtlijn is een e-learning-module Slaap ontwikkeld, die is opgenomen in de JGZ Academie. Daarnaast is een samenvattingskaart, een overzicht van de werkwijze bij signalering en een PowerPoint voor scholingsdoeleinden ontwikkeld. Download de richtlijn en de bijbehorende producten de richtlijnenwebsite van het NCJ. Of raadpleeg deze via de JGZ-richtlijnenapp. De richtlijn bevat hulpmiddelen als slaaptips voor kinderenpubers en adolescenten en informatie over slaapdagboeken.

Aanpak

De richtlijn is opgesteld met JGZ-professionals en experts op het gebied van slaap en de behandeling van slaapproblemen. Op basis van systematisch literatuuronderzoek is wetenschappelijk bewijs verzameld over slaap. Dit is aangevuld met aanbevelingen uit de praktijk, onder meer van opvoeders zelf.

Resultaten

Slaaptekort blijkt samen te hangen met overgewicht, cognitieve problemen, gedragsproblemen en psychische klachten als depressie. Bij adolescenten kunnen alcoholgebruik, risicogedrag en schoolprestaties nadelig beïnvloed worden. Naast handvatten voor het bevorderen van gezond slaapgedrag, geeft de richtlijn sturing aan JGZ-professionals bij het voorkomen en verminderen van slaapproblematiek. Zij bevat aanwijzingen voor interventies, voorlichting en begeleiding bij slaapproblemen en voor samenwerken en doorverwijzen.

Uitvoerende

TNO
ZonMw-project: 732000304, JGZ-richtlijn Slaap en slaapgedrag van kinderen

Een jeugdige met ondergewicht kan ondervoed zijn, maar soms is er sprake van aanleg. Omdat ondervoeding ernstige gevolgen kan hebben voor gezondheid, groei en ontwikkeling – van verlies van spiermassa tot een verhoogde vatbaarheid – is tijdige signalering van problematisch ondergewicht cruciaal.

Zo benut je de uitkomsten van dit project

De JGZ-richtlijn Ondergewicht ondersteunt je in het preventief adviseren van opvoeders over uitgebalanceerde voeding conform de Schijf van Vijf. En helpt je bij het signaleren en doorverwijzen bij ondervoeding, bijvoorbeeld naar een (kinder)diëtist, een pedagoog of gedragstherapeut. Bij de richtlijn  horen een werkkaart en een e-learning-module Motiverende gespreksvoering in de JGZ Academie. Plus een overzicht van de werkwijze bij signalering en verwijzing, en een PowerPoint voor scholingsdoeleinden. Download de richtlijn en de bijbehorende producten op de richtlijnenwebsite van het NCJ (inclusief een animatie). Of raadplek deze via de JGZ-richtlijnenapp. De richtlijn bevat onder meer tips voor motiverende gespreksvoering en ouderinformatie over ondergewicht.

Aanpak

De JGZ-richtlijn Ondergewicht is mede gebaseerd op een knelpuntenanalyse met diverse JGZ-professionals. De richtlijn is afgestemd met de richtlijn Ondervoeding van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), inclusief aanwijzingen voor doorverwijzing door de JGZ.

Resultaten

De richtlijn Ondergewicht beschrijft het normale gewichtsverloop en de begrippen ‘ondergewicht’ en ‘ondervoeding’, en geeft aanbevelingen voor het signaleren daarvan. Signalen zijn bijvoorbeeld een ingevallen gezicht, apathie of passiviteit en een droge, schilferige huid. Ondergewicht bij ouders, broers en zussen is een risicofactor.

Uitvoerende

TNO
ZonMw-project: 732000307, JGZ-Richtlijn Ondergewicht

De JGZ heeft een belangrijke rol bij het vroegtijdig opsporen van aandoeningen die invloed kunnen hebben op de lengtegroei. Groeimonitoring is van groot belang voor het tijdig opsporen daarvan. Door eventuele aandoeningen snel te behandelen, wordt de prognose bij afwijkingen beter.

Zo benut je de uitkomsten van dit project

De JGZ-richtlijn Lengtegroei geeft je duidelijke aanwijzingen bij het monitoren van de groei en bevat verwijscriteria. Bij de richtlijn zijn een factsheet en beslisschema’s bij kleine lengte/trage groei of grote lengte/snelle groei ontwikkeld, plus een overzicht van de werkwijze bij signalering en verwijzing en een PowerPoint voor scholingsdoeleinden. Download de richtlijn en de bijbehorende producten op de richtlijnenwebsite van het NCJ (inclusief een animatie). Of raadpleeg deze via de JGZ-richtlijnenapp. De richtlijn bevat onder meer formules voor lengtegroei, een overzicht met oorzaken van afwijkende lengtegroei en een folder voor ouders en voor jeugdigen.

Aanpak

De richtlijn is geschreven op basis van knelpunten uit de praktijk en ontwikkeld in samenspraak met JGZ-professionals. Ook dachten andere beroepen mee, zoals een kinderarts-endocrinoloog en een klinisch geneticus. Plus ervaringsdeskundigen van de Klub Lange Mensen en de Belangenvereniging van Kleine Mensen.

Resultaten

De nieuwe JGZ-richtlijn Lengtegroei vervangt de richtlijn ‘Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte’ uit 2010, aangevuld met aanwijzingen rond grote lengtegroei. Aanbevelingen over het meten en monitoren van de lengtegroei en informatie over oorzaken en signalen van afwijkende lengtegroei dienen als uitgangspunt voor voorlichting over normale groei aan ouders en jeugdigen. Op basis van lichamelijk onderzoek naar mogelijke oorzaken van kleine of grote lengte, kunnen JGZ-professionals ouders en jeugdigen begeleiden of verwijzen, bijvoorbeeld bij psychosociale problemen rond afwijkende lengte.

Uitvoerende

TNO
ZonMw-project: 732000309, JGZ-richtlijn Afwijkende groei

Interviews

Afbeelding
Portret Marloes Kleinjan

Interview met de expert

Jongeren vroegtijdig helpen met hun mentale problemen, voorkomt heftiger problematiek op latere leeftijd. Klachten en stoornissen kunnen worden voorkomen als hulpverleners in actie komen bij of vóór de eerste signalen. De JGZ is onmisbaar voor deze vroeg-signalering en ondersteuning. Wat kan de JGZ daarin doen? Hoogleraar Youth Metal Health Promotion Marloes Kleinjan vertelt erover.
Afbeelding
Portret Mona Habibuw en Ching Ching Tang

Interview met de onderzoeker

In de Gooi en Vechtstreek bestaat sinds een aantal jaar het Consultatie en Adviesteam (CenA team). 'We denken mee vanuit onze expertise en nemen een deel van de vraagverheldering over', vertelt Ching Ching Tang, een van de jeugdartsen uit het team.

Aan de slag met de waaier

JGZ-waaier
1 / 1

Wil je meer praktische handvatten op dit en andere thema's binnen de JGZ?
Met de fysieke waaier ga je gemakkelijk zelf aan de slag met innovaties, nieuwe werkwijzen, methodieken en tools die je helpen bij jouw werk.  Om zo je vakmanschap te versterken. Wil je hem ook doorbladeren?

Bestel de waaier nu kosteloos!