Sessie 7: Internationaal en Caribisch Nederland
Hieronder vindt u de presentaties:
Sessieleiders
Zo snel mogelijk de beste behandeling
Bij elke nieuwe infectie moet de optimale behandeling van patiënten worden vastgesteld. De betrouwbaarste manier om dat te doen is gerandomiseerd onderzoek. Echter het opzetten van dergelijk onderzoek kost tijd. Het is daarom beter voor patiënten als een dergelijke onderzoeks-infrastructuur er al is als een nieuwe infectie, zoals een pandemie, zich aandient. Ecraid (European Clinical Research Alliance on Infectious Diseases) is een stichting waarin Europese ziekenhuizen en universiteiten in zo’n onderzoeksnetwerk samenwerken. Ten tijde van de COVID-19 pandemie leverde de REMAP-CAP studie, onderdeel van het Ecraid netwerk, in korte tijd belangrijke informatie over de optimale behandeling van ernstige acute COVID-19 infectie. Deze studie startte al in 2016 en was ontworpen om bij een eventuele pandemie meteen de nieuwe infectie te kunnen onderzoeken. In mijn presentatie zal ik ingaan op de “lessons learned” in klinisch onderzoek tijdens de COVID-19 pandemie en hoe we ons nog beter kunnen voorbereiden op een volgende pandemie.
Spreker
Marc Bonten, UMC Utrecht
Luchtweginfecties in het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden: optimalisatie van seizoensgebonden vaccinatie timing
De Caribische eilanden in het Nederlandse Koninkrijk kampen met een hoge prevalentie van luchtweginfecties. In een samenwerking tussen het Radboudumc in Nijmegen en medische instellingen op de eilanden worden klinische data van ziekenhuispatiënten gekoppeld aan virale data van luchtweginfecties. Dit leidt tot een beter begrip van de epidemiologie van luchtweginfecties en de ziektelast die zij veroorzaken, wat essentieel is voor het inrichten van de gezondheidszorg en de voorbereiding op toekomstige pandemieën. Daarnaast wordt de seizoen gebondenheid van virale infecties onderzocht om de timing van preventieve maatregelen, zoals griepvaccinaties en RSV-profylaxe, te optimaliseren. De huidige timing van deze maatregelen is namelijk afgestemd op die van Nederland, wat mogelijk leidt tot suboptimale bescherming in deze tropische context.
Spreker
Lilly Verhagen, Radboudumc
Impact van een pandemie op het grensgebied
Tijdens de COVID-19 pandemie werden beperkingen op grensoverschrijdende mobiliteit ingevoerd om de verspreiding tussen landen te vertragen, hoewel de effectiviteit hiervan werd betwist. Onze studie beoordeelde de bijdrage van grensoverschrijdende transmissie aan de nationale COVID-19 belasting in vier grote Euregio's tussen Nederland, Duitsland, en België. Met behulp van GIS visualiseerden we de ruimtelijke verdeling van COVID-19 gevallen van januari 2020 tot oktober 2022 en gebruikten we ruimte-tijd clusteranalyse om significante clusters te identificeren. Uit de analyse van meer dan 4 miljoen gevallen bleek dat COVID-19-incidentie onafhankelijk binnen elk land steeg en daalde, behalve tijdens een piek door de Omicron-variant in januari 2022. 8 significante clusters werden gevonden, waarvan 4 grensoverschrijdend, allemaal tijdens periodes van hoge binnenlandse transmissie. Onze resultaten tonen aan dat grensoverschrijdende transmissie geen significante invloed had op de nationale COVID-19 belasting, wat de noodzaak onderstreept voor gecoördineerde volksgezondheidsmaatregelen in plaats van grenssluitingen.
Spreker
Brigitte van der Zanden, managing director Foundation euPrevent
Horizon Europe: Europese Partnerschap voor Pandemische Paraatheid
In het licht van de geleerde lessen van de COVID-19-pandemie en de groeiende dreiging van opkomende infectieziekten, heeft het Europees Partnerschap voor Pandemische Paraatheid tot doel de onderzoeksparaatheid (research readiness) van de EU versterken en de impact van infectieziekten verminderen. Er is directe actie nodig om kritieke kennishiaten in het onderzoek naar en de respons op pandemieën aan te pakken, zodat Europa beter voorbereid is op toekomstige gezondheidscrises.
Het partnerschap is opgebouwd rond 4 belangrijke pijlers:
i. Afstemmen van onderzoeksinspanningen voor pandemische paraatheid.
ii. Stimuleren van financiering voor innovatief onderzoek.
iii. De paraatheid van het onderzoeksecosysteem ondersteunen (research readiness).
iv. Bevordering van onderzoeks- en innovatieve vaardigheden.
Het partnerschap streeft naar een samenhangende aanpak van onderzoek en innovatie, gedreven door de gemeenschappelijke visie van de Strategische Onderzoeks- en Innovatieagenda. Door middel van diverse activiteiten, waaronder transnationale subsidieoproepen, wil het een Europees onderzoeks- en innovatie-ecosysteem creëren dat optimaal is voorbereid om snel en efficiënt te reageren op toekomstige gezondheidscrises veroorzaakt door infectieziekten.
Spreker
Fábio Serafim, ZonMw