Optimaal onderwijs voor optimale palliatieve zorg
Palliatieve zorg blijvend onder de aandacht
De naam van het programma laat niets te raden over: het doel van O2PZ is het optimaliseren van onderwijs in palliatieve zorg en deze zorg blijvend onder de aandacht brengen van zorgprofessionals. Is dat doel bereikt? Wat is er ontwikkeld en geïmplementeerd in het onderwijs? Wat was de aanleiding voor de 3 vervolgprojecten? En hoe helpen deze projecten bij verdere professionalisering van de palliatieve zorg? 4 betrokken professionals vertellen.
Raamwerk, knooppunten en ambassadeurs
O²PZ integreert palliatieve zorg in het curriculum van alle verzorgende, verpleegkundige en medische opleidingen, van mbo tot wo. Programmamanager Marijke Dericks is vanaf het begin betrokken bij het programma. ‘Voorafgaand het programma O²PZ was er al een Onderwijsraamwerk Palliatieve Zorg 1.0 gemaakt, een raamwerk waarin kennis, vaardigheden en attitude op gebied van palliatieve zorg beschreven zijn voor alle zorgverleners op alle niveaus’, vertelt Dericks. ‘Tijdens het programma O²PZ hebben we dat raamwerk op basis van feedback vanuit praktijk en onderwijs doorontwikkeld naar het Onderwijsraamwerk 2.0.
Het programmateam richtte zich daarbij op de mbo’s, hbo’s, wo’s en medische vervolgopleidingen. ‘Dat zijn er nogal wat in Nederland. Om al die opleiders en docenten te ondersteunen bij het implementeren van palliatieve zorg in het onderwijs, hebben we toen onderwijsknooppunten ingericht, 7 regionale knooppunten rondom de universitair medische centra en 1 landelijk knooppunt voor kinderpalliatieve zorg. Elk knooppunt heeft 1 of 2 ambassadeurs die opleiders helpen om het onderwijsraamwerk te implementeren door bijvoorbeeld curriculumveranderingen of lesoptimalisaties door te voeren. Een aantal opleidingen heeft het hele raamwerk meteen ingevoerd, omdat ze net voor een curriculumherziening stonden. Andere opleidingen wijden nu colleges aan palliatieve zorg.’
Uitgebreid aanbod op onderwijsplatform
Naast de onderwijsknooppunten is er tijdens het programma O²PZ gewerkt aan een onderwijsplatform dat wordt beheerd door Palliaweb. ‘Op het onderwijsplatform staat een uitgebreid aanbod aan opleidingen en bij- en nascholingen voor zorgverleners en materialen en hulpmiddelen voor docenten en curriculumontwikkelaars’, aldus Dericks. ‘Verder hebben we via artikelen, symposia, social media de zichtbaarheid van O²PZ vergroot en het belang van palliatieve zorg onder de aandacht gebracht. Daar zijn we goed in geslaagd. Maar doorontwikkeling en bestendiging was zeker nodig.’
Met O²PZ hebben we het belang van palliatieve zorg in het onderwijs onder de aandacht gebracht. Maar doorontwikkeling en bestendiging was zeker nodig.
Toekomstbestendigheid borgen
Ingrid van Zuilekom, hoofddocent-onderzoeker aan Hogeschool Saxion, is ook van begin af aan betrokken bij O²PZ. ‘We hebben mooie resultaten behaald met O²PZ, maar daarmee was palliatieve zorg niet automatisch geborgd in de onderwijsinstellingen. Een inventarisatie van palliatieve zorg in het onderwijs gaf inzicht in het lesaanbod en maakte duidelijk welke onderwerpen ontbraken. Met het Onderwijsraamwerk Palliatieve zorg 2.0 kunnen onderwijsinstellingen hun curriculum optimaliseren. Sommige pasten op lesniveau casuïstiek aan, zodat er meer aandacht voor palliatieve zorg is. Andere instellingen ontwikkelden een themalijn of zorgden dat in stageopdrachten of toetsing meer aandacht is voor palliatieve zorg. Onze insteek is om voor iedere potentiële zorgverlener meer aandacht voor palliatieve zorg in het onderwijs te genereren. Bij de MBO-raad en het Landelijk Opleidingen Overleg HBO-Verpleegkunde LOOV hebben we flink daarvoor gelobbyd. Maar we merken dat we moeten blijven lobbyen voor de toekomstbestendigheid van palliatieve zorg in het onderwijs. De onderwijsknooppunten spelen daarbij een grote rol.’
Jenske Geerling, verpleegkundig specialist palliatieve zorg bij UMC Groningen, is ambassadeur van zo’n onderwijsknooppunt: Ligare in Noordoost-Nederland. ‘Als ambassadeurs zijn wij aanspreekpunt voor iedereen in de regio die met onderwijs over palliatieve zorg te maken heeft. Wanneer iemand bijvoorbeeld het onderwijsraamwerk wil implementeren maar niet goed weet hoe, dan kijken we mee. Daarom willen we op alle opleidingen een contactpersoon hebben die invloed heeft op het curriculum, zodat het raamwerk goed ingezet wordt. We ondersteunen contactpersonen proactief daarbij. Dat is niet altijd makkelijk. Regionaal opleidingen centra (ROC’s) bijvoorbeeld hebben opleidingen op meerdere niveaus en in meerdere vestigingen. We zijn nu bezig met een ronde gesprekken over de stand van zaken, bij ROC’s maar ook bij de andere opleidingen.’
Als ambassadeurs zijn wij aanspreekpunt voor iedereen in de regio die met onderwijs over palliatieve zorg te maken heeft.
Vraag vanuit MANP, MPA en VVO
In de eerste periode van O²PZ waren de Master Advanced Nursing Practice (MANP), de Master Physician Assistant (MPA) en de verpleegkundige vervolgopleidingen (VVO) nog niet betrokken. ‘Het was hartje corona, onderwijsinstellingen hadden andere uitdagingen dan curriculumoptimalisatie,’ vertelt Van Zuilekom. ‘Pas na 2021 kwam er wat rust en toen kwamen de MANP, MPA en VVO zelf met de vraag: kunnen wij ook kennis, vaardigheden en attitude beschrijven rondom palliatieve zorg?’
Een vervolgproject werd gestart, waarbij de competenties beschreven zijn die passen bij de werksetting en verantwoordelijkheden van deze beroepsgroepen. ‘Resultaat hiervan was het addendum bij het Onderwijsraamwerk 2.0. Onderwijsinstellingen zijn hier op eigen wijze mee aan de slag gegaan. Het programmateam heeft daarbij een aanjagende rol gespeeld om bewustwording bij docenten te creëren, zodat docenten zien welke haakjes er zijn om palliatieve zorg geïntegreerd aan te bieden. Het gaat erom dat zorgverleners wensen en behoeften inventariseren en passende zorg bieden in de context van de zorgvrager. In die zin is palliatieve zorg niet anders dan bijvoorbeeld geboortezorg. Met docenten best practices delen en ervaringen uitwisselen heeft stimulerend gewerkt. Mooi dat de ambassadeurs dit nu voortzetten.’
Palliatieve zorg geïntegreerd aanbieden
Ook aan de Hanze gingen ze met het addendum aan de slag. Lotte de Hosson, internist-oncoloog en docent-onderzoeker, doceert bij de master voor verpleegkundig specialisten. ‘Vanuit mijn achtergrond als internist-oncoloog vind ik palliatieve zorg heel belangrijk. De aandacht hiervoor was er nog niet heel expliciet. Daarom heb ik, ondersteund door Jenske Geerling van Ligare, een bijeenkomst georganiseerd over palliatieve zorg voor docenten, zodat het bij hen hoger op de agenda komt. Daarna hebben we een dag over de palliatieve zorg voor studenten georganiseerd. Het liefst besteedde ik er meer aandacht aan, maar het curriculum zit vol. We proberen nu palliatieve zorg vooral te integreren in de casuïstiek die we bespreken.’
Het curriculum zit vol. We proberen nu palliatieve zorg vooral te integreren in de casuïstiek die we bespreken.
‘Je moet palliatieve zorg ook niet bijzonderder maken dan het is, het is gewoon goede zorg’, zegt Geerling. ‘Zorgprofessionals leren dat een mens meer is dan zijn ziektebeeld. Aandacht voor de 4 dimensies van kwaliteit van leven - gezondheid, regie, sociale relaties en welvaart - moeten altijd meewegen bij behandelbeslissingen, zowel bij curatieve als palliatieve behandelingen. Daarom moet je palliatieve zorg niet als apart vak doceren, maar integreren in de andere vakken. Werk niet alleen met casussen waarbij de patiënt geneest, maar bespreek ook casussen waarbij dat niet het geval is.’
Voorbij de generalist
Na het programma O²PZ was er nog een hobbel te nemen. Van Zuilekom vertelt hierover: ‘In Nederland hanteren we het uitgangspunt dat palliatieve zorg generalistische zorg is, iedere zorgverlener moet die kunnen verlenen. Wanneer de zorg te complex wordt voor een zorgprofessional, is het belangrijk dat er ondersteuning van een zorgverlener met meer kennis van palliatieve zorg komt. Zo hebben we het ook omschreven in het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg. We hadden alleen geen idee welk profiel hoort bij de rol van specialist palliatieve zorg. Welke opleiding heb je dan gevolgd, waaruit bestaat relevante werkervaring, kan iedere zorgverlener specialist palliatieve zorg worden?
Deze vraagstukken waren aanleiding voor een vervolgopdracht. ‘Medisch ethicus Suzanne Metselaar en ik hebben toen een veldverkenning, literatuuronderzoek en een Delphi-studie uitgevoerd. Per beroepsgroep hebben we beschreven met welke opleiding, registratie en werkervaring je specialist palliatieve zorg wordt en welke competenties daarbij horen. De uitkomsten van deze onderzoeken hebben we voorgelegd aan beroepsverenigingen en wetenschappelijke verenigingen. Binnenkort ronden we vanuit het programma O²PZ het profiel af. Onderdeel van dat profiel is een werkagenda. We willen ervoor zorgen dat de onderdelen uit die agenda geagendeerd zijn bij verschillende partijen. Zo weten we zeker dat die agenda wordt uitgevoerd, ook als O²PZ is afgerond.’
Wanneer de zorg te complex wordt voor een zorgprofessional is het belangrijk dat er ondersteuning van een specialist palliatieve zorg beschikbaar is.
Resultaten O²PZ op verschillende manieren geborgd
Met O²PZ en de vervolgprojecten zijn al met al grote stappen gezet in het optimaliseren van palliatieve zorg in het onderwijs. ‘Alle 17 hbo-v’s hebben meegewerkt aan ons programma en mbo’s nemen bij de volgende herziening palliatieve zorg op in de kwalificatiedossiers’, aldus Dericks. ‘Voor de geneeskundeopleidingen geldt dat in het nieuwe raamplan voor de artsenopleiding palliatieve zorg goed beschreven staat. We zijn erg blij met de resultaten. Maar palliatieve zorg moet wel blijvend onder de aandacht gehouden worden bij de onderwijsinstellingen. De onderwijsknooppunten hebben hier een belangrijke rol in.’
Voor de komende 2 jaar krijgen de onderwijsknooppunten nog financiering vanuit het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II. ‘Daarna moeten we zelf onze aanjagende rol als ambassadeurs voortzetten’, aldus Geerling. ‘Ieder onderwijsknooppunt moet na 2026 op een andere manier geborgd worden. Bij Ligare wordt onderwijs als een belangrijk speerpunt gezien. We hebben een plan van aanpak gemaakt voor zowel het initiële onderwijs als voor bij- en nascholingen. Verder willen we met de 8 onderwijsknooppunten bij elkaar blijven komen om van elkaar te leren en waar mogelijk gezamenlijk op te trekken.’
Het onderwijsplatform wordt intussen voortgezet onder beheer van Palliaweb. ‘Alle producten die wij hebben ontwikkeld blijven daar beschikbaar en Palliaweb houdt ze actueel’ vertelt Dericks. ‘Verder heeft Palliactief, een interdisciplinaire beroepsvereniging voor palliatieve zorg, onderwijs als 1 van hun speerpunten benoemd. De resultaten van O²PZ worden zo op verschillende manieren en door verschillende partijen geborgd. En optimaal onderwijs leidt tot optimale palliatieve zorg. Daar doen we het voor.’
Dit artikel staat in de nieuwsbrief Palliatieve Zorg, editie november 2024, over onderwijs en de palliatieve zorg. Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan aan.
ZonMw en onderwijs in de palliatieve zorg
Voor een goede kwaliteit van leven in de laatste levensfase, is het belangrijk dat alle zorgverleners om een patiënt heen goede palliatieve zorg kunnen verlenen. Dat kan door palliatieve zorg een vast onderdeel te maken van het onderwijsaanbod op de zorgopleidingen. Daarom financieren wij vanuit het programma Palliantie projecten gericht op het verbeteren van het onderwijs in palliatieve zorg.
Colofon
Tekst: Astrid van den Berg
Eindredactie: ZonMw