‘Gezond gedrag volhouden is lastiger dan een paar kilo’s kwijtraken’
Stef Kremers
Stef Kremers is hoogleraar Gezondheidsbevordering aan Maastricht University. Kremers begeleidde een door CZ gefinancierd promotieonderzoek naar de implementatie van CooL, naast SLIMMER en de Beweegkuur een van de gecombineerde leefstijlinterventies die nu worden vergoed. Voor ZonMw onderzocht Kremers ook de effectiviteit van de Beweegkuur.
Warme overdracht
‘Een gecombineerde leefstijlinterventie werkt niet zomaar. Heel belangrijk is dat een begeleider – de leefstijlcoach – een goed netwerk heeft. Een warme overdracht van een deelnemer, naar een zwemclub of bijvoorbeeld een diëtist, is onmisbaar. Je moet letterlijk iets vertellen over voorkeuren en behoeften van de persoon die je doorverwijst. Dan pas krijg je een aanpak op maat. Als begeleider moet je je ondernemend en proactief opstellen, zichtbaar zijn in het lokale veld. Niet iedereen kan dat goed. En soms hebben professionals er gewoon te weinig tijd voor. Een andere voorwaarde is dat de begeleider kan coachen op gedrag. Het is vrij eenvoudig om iemand snel een paar kilo’s te laten kwijtraken. Maar de weegschaalmeting op korte termijn is geen graadmeter voor succes. Gezond gedrag leren vol-houden – want daar gaat het uiteindelijk om – is een stuk lastiger. Dat vergt psychologische motivatietechnieken in je begeleiding. Alleen maar roepen ‘kom op, hou vol!’ is niet genoeg.
Complexe context
Zorgverzekeraar CZ – die ons onderzoek naar CooL heeft gefinancierd – ziet in dat een gecombineerde leefstijlinterventie alleen werkt als je preventie en zorg goed met elkaar verbindt. Ze gingen ook niet voor een kosteneffectiviteitsstudie, maar zijn met ons een heus ontwikkeltraject ingegaan. Zodat we samen met de mensen in de praktijk konden uitzoeken hoe het in de regionale praktijk werkt. Zo’n implementatiestudie is erg leerzaam, omdat je in die concrete praktijk ontdekt wat de succesfactoren en de valkuilen zijn. De grootste uitdaging in de preventie van chronische aandoeningen is al doende leren hoe je tot een integrale aanpak komt. Intersectoraal samenwerken klinkt heel logisch en niemand is er tegen. Maar het ook echt realiseren, in de complexe context van een regio, dat is nog niet zo simpel. Op korte termijn kun je best makkelijk successen behalen. Maar er verbetert pas écht wat als we preventie weten in te bedden in de bestaande structuren.’