Blog: Zijn genen de sleutel tot het vinden van de oorzaak van ME/CVS?
In het onderzoeksprogramma ME/CVS wordt biomedisch onderzoek naar de oorzaken, diagnose en behandeling van ME/CVS gefinancierd. De eerste onderzoeken zijn in 2023 van start gegaan. In deze blogreeks vertellen de onderzoekers meer over wat ze doen en wat hun onderzoek naar ME/CVS moet opleveren. Er verschijnt iedere maand een nieuwe blog, dit is de derde uit de reeks.
ME/CVS en genetica
Om de ziekte ME/CVS beter te kunnen begrijpen, is het niet alleen van belang naar zichtbare symptomen te kijken. Juist wat zich afspeelt in het lichaam en niet zichtbaar is, geeft meer inzicht over biologische processen en het ontstaan van de ziekte ME/CVS.
Op het niveau van genen en eiwitten weten we nog onvoldoende over ME/CVS. Als we weten welke genen en eiwitten betrokken zijn bij de ziekte, geeft dit ook zicht op een mogelijke behandeling van de ziekte op de lange termijn. Geneticus Cindy Boer gaat hier de komende jaren naar kijken binnen het door ZonMw gefinancierde project ME/CVS & genetica: op zoek naar de biologische oorzaak.
Genen en omgeving
'Veel onderzoekers denken dat de ziekte ME/CVS ontstaat door een trigger van buitenaf, bijvoorbeeld een virale infectie. Maar dat is niet altijd zo. Sommige mensen krijgen de ziekte zonder een virusinfectie te hebben doorgemaakt. Er zijn dus meer factoren die meespelen bij het krijgen en het ontstaan van de ziekte. Sommige onderzoeken, zoals populatie-onderzoeken onder tweelingen of families, laten zien dat iemands DNA waarschijnlijk een rol speelt bij het ontstaan van ME/CVS. Dit wil zeggen dat iemand bepaalde genetische variaties binnen zijn of haar DNA kan hebben die de kans op het krijgen van ME/CVS vergroten bij een trigger van buitenaf. Zodra diegene een virale infectie oploopt, is de kans op de ziekte mogelijk hoger dan bij iemand die deze variaties niet of minder heeft. Naar schatting speelt iemands DNA voor 30 tot 50% mee bij het risico op het krijgen van ME/CVS. Ik verwacht binnen de projectduur van 4 jaar te gaan ontdekken welke genetische variaties betrokken zijn bij ME/CVS.'
Van gen naar eiwit
In de kern van elke lichaamscel ligt informatie opgeslagen in het DNA. Dat is nodig zodat elke cel weet wat het moet doen. Om de cel goed te kunnen laten werken, moet het DNA worden afgelezen en vertaald tot eiwitten: de bouwstenen van ons lichaam. Het DNA kan worden onderverdeeld in genen. Elk gen bevat de code voor 1 eiwit. Genen zijn dus de blauwdruk voor de productie van eiwitten. Bij bijna elk proces in het lichaam zijn eiwitten betrokken: bij herstel, groei en onderhoud van cellen, de hormoonproductie, het afweersysteem, transport van rode bloedcellen, spieropbouw en als voorloper van neurotransmitters in de hersenen.
Er zijn zo'n 20.000 genen in het menselijk genoom, en elk persoon heeft een eigen unieke set genen op het DNA. Veranderingen ofwel variaties in het DNA hebben mogelijk gevolgen voor eiwitten, waardoor die niet of minder goed werken. Hierdoor kan een ziekte ontstaan.
Internationale samenwerking
'Om te weten welke genetische variaties een rol spelen bij ME/CVS, gaan we een zogenoemde Genoom-Wijde Associatie Studie (GWAS) doen. We kijken dan welke variaties vaker of alleen voorkomen bij mensen met ME/CVS, in vergelijking tot mensen zonder ME/CVS. Om dit goed en betrouwbaar te kunnen doen is er een enorme DNA-dataset nodig: het gaat om honderden tot duizenden mensen met de ziekte ME/CVS en honderdduizenden mensen zonder deze ziekte. Bestaande datasets, zoals van de bevolkingsstudie Lifelines, zijn qua aantallen personen dan niet toereikend genoeg. Het eerste doel is dus om van zoveel mogelijk mensen DNA-gegevens te verzamelen. Dit gaan we doen via samenwerkingen met allerlei bestaande populatiestudies over de hele wereld. Inmiddels zijn we hiermee begonnen, en hebben we contact gezocht met andere onderzoekers die grote projecten opzetten in Europa en Amerika. Zij hebben aangegeven hun datasets beschikbaar te willen stellen voor ons onderzoek.'
Rol van DNA bij ME/CVS
'Pas na de analyse van de grote hoeveelheid aan gegevens is iets te zeggen over de rol van genetische variaties en genen bij de ziekte ME/CVS. De vragen die ik daarbij wil beantwoorden zijn: welke genen en biologische processen zijn betrokken bij ME/CVS? En is er overlap met gerelateerde aandoeningen? Zo hebben wij specifieke methodes om te kijken of er genetische overeenkomsten zijn tussen ME/CVS en bijvoorbeeld post-COVID of Q-koortsvermoeidheidsyndroom. Als we dat inderdaad zien, betekent het dat er misschien dezelfde biologische processen optreden bij deze ziektes.'
Eerst DNA-variaties
'Begin 2025 verwachten we de eerste resultaten over de genetische variaties. Dan krijgen we een eerste indruk over de eventuele verschillen in DNA tussen mensen met ME/CVS en mensen die deze ziekte niet hebben, maar misschien wel een andere aandoening. Daarna kunnen we op zoek naar betrokken genen, om te ontdekken welke biologische processen een rol spelen bij ME/CVS. Is er iets anders in het immuun- of stofwisselingssysteem, of gebeurt er iets in het brein? We kijken daarbij ook naar eiwitten en biologische activiteit in cellen en hopen dan verschillen te ontdekken tussen mensen met ME/CVS en andere mensen.'
Hoop op een behandeling
'In het vierde jaar van het project gaan we kijken naar een eventuele behandeling, op basis van wat we gevonden hebben. Als de gevonden genen en betrokken lichaamsprocessen al bekend zijn bij een ander ziektebeeld, is er mogelijk al een medicijn voor beschikbaar. Of misschien hebben we wel een duidelijk gen of lichaamsproces in beeld dat gelinkt is aan ME/CVS. Dan is de kans het grootst op een geschikt medicijn. Dat is nog wel toekomstmuziek. En als we ontdekken dat er geen overeenkomsten zijn met andere ziektebeelden, is dat ook zinvol. Al is de weg naar een eventueel medicijn dan wel langer.'
Omdat patiënten meer verstand hebben van de symptomen en klachten, kunnen zij informatie hierover inbrengen.
Patiënt is betrokken
'Patiëntvertegenwoordigers zijn vanaf het begin betrokken bij het onderzoeksvoorstel en de vragenlijsten. Tussentijds houden wij hen op de hoogte van de zoektocht naar de genetische variaties en genen. Andersom gaan zij ons helpen bij de interpretatie van de resultaten. Omdat patiënten meer verstand hebben van de symptomen en klachten, kunnen zij informatie hierover inbrengen tijdens de overleggen waar zij bij aansluiten. Daarnaast helpen zij ons met de communicatie over ons onderzoek richting de patiëntenorganisaties.'
Onderdeel van het ME/CFS Lines consortium
Dit project is een deelonderzoek binnen het ME/CFS Lines consortium. Meer informatie over het consortium en andere deelprojecten leest u op de projectpagina van het ME/CFS Lines consortium. Verder publiceren we onze resultaten straks onder andere ook op de website van het ME/CFS Lines consortium, waar dit onderzoek onderdeel van uitmaakt.
Meer weten?
Voor meer informatie over het onderzoeksproject en het ZonMw-onderzoeksprogramma ME/CVS verwijzen we u door naar onderstaande pagina's.
- Ga naar de projectpagina
- Ga naar de website van het consortium
- Ga naar de pagina over het Onderzoeksprogramma ME/CVS
- Ga naar de thema-pagina vermoeidheid
Tekst: Ilse Bos, Fotografie: Robert Tjalondo, privéarchief Cindy Boer