Sekse, genderrol of gendergevoel?

Gender en preventie Wetenschapsblogs - Door: Dorly Deeg
Vrouw, man, X, trans, non-binair… Termen die opduiken in recente discussies in de media over het begrip ‘sekse’: zijn er twee geslachten of is dat niet zo duidelijk?

Onderzoek naar sekse-gender en depressieve symptomen bij oudere werkende vrouwen en mannen.

Is het niet relevanter hoe vrouwelijk of mannelijk iemand zich voelt, ongeacht de biologische sekse? Een uiterst geval vormen transgenders: zij hebben het gevoel een man te zijn met een vrouwelijk lichaam of vice versa. Maar allerlei tussenvormen krijgen nu ook benamingen: non-binair, x, enzovoort. Je zou kunnen zeggen dat sekse ‘fluïde’ is, een glijdende schaal van mannelijke naar vrouwelijke identiteit. Hoeveel aandacht dit thema in de media ook krijgt, er is nog weinig onderzoek naar gedaan.

Gender(rollen) en het belang van de context

Dat sekse en gender twee verschillende begrippen zijn, wordt steeds meer erkend. Sekse is een biologisch construct, waarbij een individu wordt gedefinieerd als mannelijk of vrouwelijk volgens genetica, anatomie en fysiologie. Daarnaast is gender een sociaal construct, gebaseerd op sociale normen. Gendernormen manifesteren zich in genderrollen. Met deze definitie van gender kun je veel kanten op; afhankelijk van de context zullen genderrollen anders gedefinieerd zijn. Voor genderonderzoek(st)ers is het dan ook van belang om de juiste definitie bij een gegeven context te kiezen.

Het meten van genderrollen

In ons onderzoek naar de mentale gezondheid van oudere vrouwelijke en mannelijke werknemers hebben wij twee perspectieven op gender gecombineerd: het genderrol-perspectief en het gendergevoel-perspectief. Vanuit het genderrol-perspectief onderzoeken wij de arbeidsmarkt-genderindex (AGI) en vanuit het gendergevoel-perspectief de psychologische genderidentiteit (PGI). De AGI is opgebouwd uit zes domeinen: opleidingsniveau, aantal werkuren per week, aantal uren mantelzorg, inkomen, hoeveelheid tijd besteed aan het huishouden, en de man-vrouwverhouding in de sector waarin men werkt. De PGI is gemeten met een continuüm van zeer mannelijk (score -10) tot zeer vrouwelijk (score +10). Deze score wordt afgeleid uit twee vragen die aan zowel mannen als vrouwen werden gesteld: ‘Hoe vrouwelijk voelt u zich psychisch?’ en ‘Hoe mannelijk voelt u zich psychisch?’.

De overlap tussen sekse, genderrol en genderidentiteit

In ons onderzoek zijn we eerst nagegaan in hoeverre (biologische) vrouwen en mannen zich psychisch vrouwelijk of mannelijk voelen, en in hoeverre zij een vrouwelijke of mannelijke genderrol op de arbeidsmarkt hebben. Ook gingen we na of de psychologische genderidentiteit samenvalt met de genderrol op de arbeidsmarkt, of dat dit twee verschillende zaken zijn.

We vonden dat biologische sekse sterk samenhangt met de PGI; van de mannen voelt 6% zich overwegend vrouwelijk, terwijl geen enkele vrouw zich overwegend mannelijk voelt. Met ‘overwegend’ bedoelen we voor mannen een score onder 0 en voor vrouwen een score daarboven. Aan de ‘overwegend vrouwelijke’ kant van het continuüm bestaat nog wel variatie bij vrouwen. Biologische sekse hangt minder sterk samen met de AGI. Van de mannen heeft 18% een vrouwelijke AGI, terwijl 27% van de vrouwen een mannelijke AGI heeft. De AGI en PGI hangen nog minder sterk samen. De overlap tussen deze factoren blijft beperkt tot 23%. Zij geven dus overwegend verschillende concepten weer.

Verschil in depressie

We weten dat vrouwen vaker depressief zijn dan mannen. De vraag was echter wat hiervoor bepalend is: de biologische sekse, de genderrol of het gendergevoel?
In onze steekproef van oudere werkende vrouwen en mannen hebben vrouwen, mensen met een vrouwelijke genderrol en mensen met een vrouwelijke genderidentiteit vaker een depressieve stemming dan hun mannelijke tegenhangers. Van de drie sekse-genderfactoren hangt de biologische sekse echter het minst sterk samen met een depressieve stemming. De PGI hangt het sterkst samen en de samenhang met de AGI zit daar tussenin. Het gendergevoel lijkt dus belangrijker dan de genderrol als het om een depressieve stemming gaat. De biologische sekse lijkt het minst belangrijk.

Gendergevoel of genderrol?

’Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt’, stelde de Franse filosofe en schrijfster Simone de Beauvoir. In hoeverre had zij gelijk? Haar uitspraak lijkt vooral te slaan op het grotere belang van de genderrol in vergelijking met de biologische sekse. Ons onderzoek laat zien dat deze maar deels met elkaar overeenkomen. Wel is de arbeidsmarkt-genderrol sterker bepalend voor een depressieve stemming dan de biologische sekse, dus in dat opzicht zou De Beauvoir gelijk hebben. Maar het gendergevoel speelt een nog grotere rol bij de mentale gezondheid. Daarbij staat het gendergevoel relatief los van de genderrol. Toekomstig onderzoek in andere contexten dan de arbeidssituatie zou kunnen bijdragen tot een nadere bepaling van de verhouding tussen biologische sekse, genderrol en gendergevoel.