Onderzoek en leiderschap van groot belang voor toekomst verpleging en verzorging
Lisette Schoonhoven: ‘De reden dat ik onderzoek ontzettend belangrijk vind, is dat het helpt om onze prachtige vakken van verpleegkundige, verpleegkundig specialist en verzorgende steeds verder te ontwikkelen. We laten steeds weer zien wat de uitkomsten zijn van onze zorg, wat mensen ermee opschieten, wat de meerwaarde is van ons vak. En hoe beter we ons vak ontwikkelen, hoe belangrijker we als beroepsgroepen kunnen bijdragen aan het vinden van oplossingen voor allerlei uitdagingen. Denk aan de toenemende vergrijzing, de stijgende kosten en het afnemend aantal mensen om de zorg te leveren. Dat zijn dé uitdagingen voor de komende jaren, en verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden zijn daarin cruciaal.’
Netwerkbijeenkomst 4 juni
‘Ik verheug me enorm op de bijeenkomst op 4 juni, waar ik dagvoorzitter mag zijn. Als bezoeker mag je je verheugen op een mooi overzicht van hoe de verplegingswetenschap zich de afgelopen 40 jaar heeft ontwikkeld, maar ook voorbeelden van onderzoek in verleden en heden om ons prachtige vak te onderbouwen. Ik denk dat de ontwikkeling van ons vak heel mooi zichtbaar wordt.
’s Middags zijn er subsessies over de huidige en de toekomstige kaders. Denk aan het Integraal Zorgakkoord, aan passende zorg, technologie, arbeidsbevorderende interventies en het behoud en de professionalisering van de beroepsgroep. Dat zijn allemaal onderwerpen waarover verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden moeten meepraten. Wat ze doen, is belangrijk en mag gezien worden. Het zijn de mooiste vakken in de gezondheidszorg.’
Essentiële verpleegkundige zorg
‘Met onderzoek kunnen we bijvoorbeeld nog beter laten zien wat het nut is van de essentiële verpleegkundige zorg, dus de zorg die verpleegkundigen dagelijks verrichten. Een onderzoek waar ik zelf bij betrokken was en waar ik nog steeds blij van word, was Helping Hands. Dat deden we in mijn tijd bij het Radboudumc. We weten dat je met handhygiëne infecties voorkomt, maar tegelijkertijd weten we ook dat het handhygiënegedrag niet geweldig is. Hoe kun je dat nou verbeteren? Of neem de vraag hoe je een patiënt het best kunt wassen. We weten dat de huid uitdroogt van de combinatie water en zeep. Maar dankzij onderzoek weten we ook dat Verzorgend Wassen (wassen met wasdoekjes) een goed alternatief is. Dat soort basisonderzoek kunnen we nog veel meer doen: Wat is onze rol bij slaap van patiënten? Bij het voorkomen van ondervoeding? Met zulk basaal onderzoek kunnen we nog beter onderbouwen waarom verpleegkundige zorg zo belangrijk is.’
Meer op de voorgrond
‘Naast onderzoek is er nog iets van belang: verpleegkundigen moeten veel meer op de voorgrond gaan staan. Verpleegkundigen blijven vaak onder de radar, terwijl ze goede ideeën hebben. We hebben méér verpleegkundigen nodig die zeggen: “Zó kunnen we de zorg van de toekomst vormgeven en dít is daarin onze rol.” Daarom is naast onderzoek ook leiderschap belangrijk. We kunnen nog veel vaker onze rol pakken in beleid en politiek en meepraten aan de tafels waar de beslissingen worden genomen. Daar mag de stem van de verpleegkundige veel harder klinken.’
‘Gelukkig hebben we de beroepsvereniging V&VN die die stem vertolkt en die steeds sterker aan het worden is. Maar we hebben ook individuele verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden nodig die kunnen meepraten. Mede daarom hebben we samen met ZonMw het programma “Leadership Mentoring in Nursing Research” (LMNR) gestart. Daarin leren verpleegkundig onderzoekers om de leiderschapsrol op zich te nemen. Maar er zijn ook wijkverpleegkundigen die een ambassadeurstraject hebben gedaan en die met Tweede Kamerleden praten. Dus je hoeft niet per se onderzoeker te zijn om het beleid te kunnen beïnvloeden – al helpt het natuurlijk wel als je op de hoogte bent van onderzoek.’
Teamsamenstelling
‘Een andere belangrijke vraag is: hoe zien de teams eruit die in de toekomst de zorg gaan verlenen? We komen niet meer weg met: “Alle teamleden moeten hbo-opgeleide verpleegkundigen zijn”. Hoe zorgen we dat de zorgkwaliteit en de zorgtoegankelijkheid hoog blijven? Wat doen we dan wel en wat eventueel niet? In veel ziekenhuizen worden “regieverpleegkundigen” geïntroduceerd en zien we combinatiefuncties met onderwijs en onderzoek ontstaan. We zien dat verzorgenden een rol op zich nemen in de ziekenhuiszorg. Maar er is meer onderzoek nodig naar teamssamenstelling. Dat is onder andere afhankelijk van de patiëntenmix. Misschien is die ideale teamsamenstelling wel de heilige graal die we nooit zullen vinden, maar we moeten er in elk geval zelf over meedenken. Ook om te voorkomen dat verpleging en verzorging wordt opgeknipt in allerlei taakjes die “iederéén wel kan doen”, want dan wordt het verpleegkundig vak uitgehold. Alleen door onderzoek te blijven doen én leiderschap te tonen, kunnen we ervoor zorgen dat ons vak aantrekkelijk blijft met alles wat er op ons af komt.’
Ambitie
‘De master Verplegingswetenschap hier in Utrecht is de enige in Nederland. Ik hoop van harte dat die opleiding blijft groeien en bloeien zoals hij nu doet. Onze studenten zijn super enthousiast. In het begin waren het vooral studenten uit het ziekenhuis, maar inmiddels verwelkomen we ook studenten die in de wijk werken, in de GGZ en in verpleeghuizen. Ik hoop dat die diversiteit blijft groeien. En dat de opleiding kan meebouwen aan de ontwikkeling van het vak.
‘Verder is het UMC Utrecht gestart met het uitvoeren van het programma Toekomstbestendige Verpleegkundige. Hierin geeft het UMC Utrecht het onderzoek een impuls door 5 verpleegkundigen een beurs te geven voor het studeren van Verplegingswetenschap en door verpleegkundigen aan te stellen in combinatiefuncties waarin ze zorg en onderzoek kunnen combineren. Ook wordt een helder beeld geschetst van de vele carrièremogelijkheden voor verpleegkundigen. Er zijn namelijk méér mogelijkheden dan IC-, SEH- of kinderverpleegkundige, onderzoeker of manager. Als de carrièrepaden duidelijk zijn, zien studenten hoe aantrekkelijk het beroep van verpleegkundige is en hoeveel facetten het heeft.
‘Mijn eigen ambitie is om het verpleegkundig onderzoek een grotere plek te geven zowel in het UMC Utrecht als in de regio. Dat laatste is belangrijk, want in het Integraal Zorg Akkoord staat: “Passende zorg is de juiste zorg op de juiste plek. IZA-partijen maken afspraken over samenwerking in de regio, stellen regioplannen op en organiseren zo de nodige transformaties om de integrale gezondheidszorg in de regio te waarborgen.”’
Even voorstellen: Lisette Schoonhoven
Van 2003 tot 2015 was Lisette Schoonhoven senior onderzoeker bij Verplegingswetenschap van Radboudumc in Nijmegen. In 2015 werd ze hoogleraar Verplegingswetenschap in Southampton (Engeland). Na 3 jaar stapte ze over naar UMC Utrecht. Daarmee was de cirkel rond, want ze had Verplegingswetenschap gestudeerd in ‘MUG-verband’ (Maastricht, Utrecht, Groningen). Sinds haar overstap naar Utrecht is Schoonhoven programmaleider van de afstudeerrichting Verplegingswetenschap van de Master klinische gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Ze begeleidt studenten die wetenschappelijk onderzoek doen (en daarop promoveren). Daarnaast geeft ze leiding aan een team van onderzoekers en doet ze onderzoek naar kwaliteit en veiligheid van de verpleegkundige zorg. Ook is Schoonhoven nauw betrokken bij het programma ‘Toekomstbestendige Verpleegkunde’ van UMC Utrecht.
Colofon
Tekst: Stan Verhaag
Eindredactie: ZonMw
ZonMw en verpleging en verzorging
Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden zijn dé onmisbare schakel in preventie, zorg en ondersteuning. Daarom investeren wij in kennis en samenwerking door en voor deze beroepsgroep, gericht op de verdere versterking van hun professionaliteit. Daarmee werken we aan de kwaliteit van zorg én de aantrekkelijkheid van het beroep. Kijk voor meer informatie op www.zonmw.nl/vv.