Noord-Limburg: telefonisch interventiegesprek over medicatie hart-en vaatziekten

Interview met Erna Mombarg
Therapietrouw is een belangrijke voorwaarde voor een optimale inzet van geneesmiddelen. Binnen de tweede STIP-ronde Proeftuinen Therapietrouw gaat het om het doorontwikkelen van de aanpak uit de eerste proeftuinen. Bewezen effectieve interventies voor betere therapietrouw van thuiswonende patiënten worden in vier nieuwe proeftuinen geïmplementeerd. Wat zijn de ambities van de projectleiders? En welke inspirerende lessen hebben zij van de eerste ronde proeftuinen geleerd?

Wat gaat u in de proeftuin doen?

‘In aansluiting op de proeftuin in Amsterdam gaan tien Noord-Limburgse apotheken patiënten met hart- en vaatziekten opsporen die moeite hebben met therapietrouw. Via een telefonisch interventiegesprek willen we hun problemen in kaart brengen en helpen oplossen. Het doel is therapietrouw verhogen en crisissituaties die samenhangen met verkeerd medicijngebruik voorkomen. Ons onderzoek geeft inzicht in de factoren die een rol spelen bij het implementeren van de interventie. Hoe geef je de benodigde werkzaamheden een plek in de routine van de apotheek?’

Waarin verschilt uw proeftuin met die in Amsterdam?

‘Wij maken gebruik van een verbeterde selectiemethodiek van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Die is patiëntgericht in plaats van gebaseerd op geneesmiddelgroepen. We volgen een paar eenvoudige stappen. Opsporing én interventie vinden plaats vanuit de apotheek, waarna we een goede terugkoppeling aan de voorschrijver geven. We beogen zo meer efficiëntie te realiseren, zowel in de werkwijze als de communicatie. En veel minder belasting van de voorschrijver.’

Welke leerpunten neemt u mee?

‘Er gaat veel tijd zitten in het afstemmen met de voorschrijver en andere betrokkenen, terwijl in de praktijk vrijwel steeds de apotheek een patiënt benadert voor een telefonisch interventiegesprek. Verder gebruiken patiënten met hart- en vaatziekten meestal meerdere geneesmiddelen. Ze hebben ook vaak bij meer dan één geneesmiddel moeite met therapietrouw. Bij de in Amsterdam gebruikte SFK-selectie kwamen deze patiënten dan meerdere keren voor. Ook bleek bij een relatief groot aantal geselecteerde patiënten uiteindelijk geen sprake van therapieontrouw, maar had bijvoorbeeld de voorschrijver de medicatie stopgezet. Je moet dus goed uitzoeken bij welke patiënten je intervenieert.’

Wat betekent dit project voor de patiënt?

‘Door goede therapietrouw voorkom je complicaties. Eerder onderzoek liet al zien dat patiënten zich ook beter voelen. En dat ze minder vaak een arts hoeven te bezoeken, of in een crisissituatie terecht komen en met een ambulance naar het ziekenhuis moeten.’

Tekst: Marc van Bijsterveldt (december 2022)