Interview Niels Waterval

Orthesezorg: van ambacht naar wetenschap
Wat zijn de problemen waar mensen met een enkel-voetorthese tegen aan lopen? Waar zitten de kennishiaten bij artsen en instrumentmakers? Bewegingslaborant en onderzoeker bij het Amsterdam UMC, Niels Waterval wil tijdens zijn ZonMw-fellowship deze vragen beantwoorden en zorgen voor meer samenwerking en kennisdeling tussen praktijk en wetenschap.

‘Hulpmiddelen hebben altijd voor - en nadelen maar geschat wordt dat voor ongeveer 25 procent van de gebruikers van enkelvoet-orthesen de nadelen niet tegen de voordelen opwegen’, zegt onderzoeker Niels Waterval.
En dat betekent dat deze - dure en vaak op maat gemaakte hulpmiddelen - in de kast belanden. ‘Dat kan te maken hebben met te hoge verwachtingen van gebruikers - het blijft natuurlijk een flinke brace die om het been zit - maar het kan ook betekenen dat het hulpmiddel niet adequaat is.’

Kwaliteit van leven

Geschat wordt dat tussen de 20.000 tot 30.000 mensen in Nederland een enkel-voetorthese (EVO, een brace voor mensen met onderbeenspierzwakte) gebruiken. Het doel van deze brace is het lopen en andere dagelijkse activiteiten vergemakkelijken en daarmee de kwaliteit van leven te verbeteren.
Veel wetenschappelijke kennis over het hulpmiddel is er echter niet. ‘Deze zorg is van oudsher niet gebaseerd op de wetenschap, maar op het ambacht, de kennis en ervaring van de instrumentmakers.’

Deze hulpmiddelen zijn veelal gebaseerd op de kennis en ervaring van de instrumentmakers.

Omdat die wetenschappelijke kennis ontbreekt zijn de verschillen tussen deze orthesen die patiënten krijgen voorgeschreven en aangemeten, groot. ‘In elk ziekenhuis wordt toch weer anders gewerkt, veel heeft te maken met de visie en ervaringen van de revalidatiearts en instrumentmaker.’
En Waterval weet heel goed hoe aanpassingen aan de EVO het lopen en dagelijks functioneren kunnen verbeteren. ‘Je kunt variëren met de hellingsgraad – hoe de voet in de schoen staat – of met de stijfheid van het materiaal.’
Eerder onderzocht hij zelf in zijn promotieonderzoek de stijfheid van orthesen en hoe deze – voor de gebruiker - te optimaliseren. Uit dat onderzoek, afgerond in 2018, bleek dat het lopen en de vermoeidheid sterk verbeteren ten opzichte van regulier voorgeschreven orthesen. ‘Gebruikers merkten dat echt in het dagelijks leven, ze voelden dat het lopen gemakkelijker ging en waren minder vermoeid. Daar is dus echt veel winst te behalen.’

Doel van de fellowship

Het bredere doel van de fellowship is dan ook om de kennis over de eigenschappen van orthesen te vergroten. ‘Van de reguliere confectie-orthesen zijn veel eigenschappen niet bekend, de producenten geven deze informatie niet. Hoe stijf zo’n orthese is, weten we bijvoorbeeld niet, tenzij we het zelf meten.’
Waterval is ervan overtuigd dat door het aanmeten van orthesen systematischer en wetenschappelijker aan te pakken dit voor een grote groep patiënten verbetering kan opleveren. En mogelijk op termijn kan leiden tot standaardisering van bepaalde eigenschappen in de productie.
Ook moet het fellowship uiteindelijk leiden tot een netwerk waarbij kennis uit praktijk en wetenschap samenkomt en waar gebruikers van ortheses nauw bij worden betrokken.

Gebruikers denken zelf ook na over hoe het hulpmiddel verbeterd kan worden

Gebruikers zijn zich volgens hem zeker bewust van de verschillen tussen de orthesen. ‘Bij patiëntenverenigingen wisselen ze informatie uit. Ze lopen tegen verschillende zaken aan, orthesen die breken, die niet goed passen. Ze denken zelf ook na over hoe het hulpmiddel verbeterd kan worden.’
Van de professionals wil Waterval weten waar de kennishiaten zitten. Wat weten instrumentmakers en artsen over de eigenschappen van de hulpmiddelen en waar zien zij kansen de zorg te verbeteren?

Onderzoeksagenda

Al deze input moet vervolgens leiden tot een onderzoeksagenda. ‘Wat zijn de belangrijkste punten om te onderzoeken en kunnen we de resultaten gebruiken om te komen tot meer harmonisatie in de manier waarop de keuze voor een bepaalde orthese wordt gemaakt.’
Waterval heeft ook contact gelegd met Fontys Hogeschool, waar de opleiding Orthopedisch Schoentechniek wordt gegeven. ‘We hebben al gesprekken gehad hoe we nieuwe kennis over orthesen in het onderwijs kunnen implementeren. Ik vind de link met het onderwijs zeker belangrijk, want het is een krimpend vakgebied. Een flink aantal instrumentmakers gaat met pensioen en het aantal studenten dat deze richting kiest is erg klein.’
En dat terwijl door de vergrijzing  alleen maar meer mensen deze hulpmiddelen nodig zullen hebben. ‘Dit fellowship biedt de kans om de kwaliteit en mogelijk ook de duurzaamheid van de hulpmiddelen en het zorgproces te verbeteren.’

Niels Waterval

Bewegingswetenschapper Niels Waterval, werkzaam bij het AMC, promoveerde 2020 op zijn onderzoek op het experimenteel optimaliseren van orthese-stijfheid bij mensen met kuitspierzwakte als gevolg van een spierziekte. Hij werkte daarna deels als onderzoeker bij het VUmc, waarbij hij zich richtte op voorspellende computersimulaties om het looppatroon van patiënten te voorspellen. Daarnaast was hij werkzaam in het bewegingslab van het ABC. Sinds 2021 is hij drie dagen per week werkzaam als onderzoeker en een dag per week in het bewegingslab.

Meer weten?

Afbeelding
Niels Waterval

Het ZonMw-programma Goed Gebruik Hulpmiddelen thuis (GGH) stimuleert kennisontwikkeling om de kwaliteit en doelmatigheid van hulpmiddelenzorg in de thuissituatie te verbeteren. Academische werkplaatsen en fellowships bevorderen een stevige kennis- en onderzoeksinfrastructuur.

Academische werkplaatsen
In de academische werkplaats gaan verschillende partijen samenwerken om maatschappelijk relevante onderzoeksvragen in de praktijk van hulpmiddelenzorg in de thuissituatie te prioriteren, te onderzoeken en de daarbij ontwikkelde kennis te implementeren in de praktijk. De werkplaats zorgt voor een betere samenwerking tussen praktijk, onderzoek en onderwijs.

Fellowships
De Fellowship subsidie biedt zeer getalenteerde kandidaten de mogelijkheid om de uitwisseling van vragen uit de praktijk en het toepassen van academische kennis in de thuispraktijk te versterken. Hierbij krijgen zij toegang tot de expertise, het netwerk, relevante academische werkplaatsen en instellingen van het hulpmiddelenzorg-veld en nemen zij deel aan onderwijs. Een fellow is ambassadeur binnen het veld van hulpmiddelenzorg in de thuissituatie, draagt bij aan netwerkvorming en aan het versterken van de kennis- en onderzoeksinfrastructuur binnen dit werk- en onderzoeksveld, met als doel om  aan het einde van het programma een echte expert in dit veld te zijn.

Publicatiedatum: 15 november 2022