Het Integratief Gedragsmodel

‘Dit model helpt om meer grip te krijgen op gedrag’
Willen én kunnen zijn bepalend om te komen tot bepaald gedrag. Het Integratief Gedragsmodel (IGM) helpt om factoren die daarbij een rol spelen inzichtelijk te maken. Marte Wachter en Lucy van Wijk van ZINZIZ leggen uit hoe dit model ook bij re-integratie-projecten kan worden toegepast.

ZINZIZ

ZINZIZ werkt veel op het terrein van de re-integratie, verduidelijkt projectleider Marte Wachter. Niet rechtstreeks met cliënten, maar ‘de schil daaromheen’. Het bureau ondersteunt adviseurs bij sociale diensten van gemeenten, adviseurs bij het UWV en leerwerkbedrijven.  ‘We werken vooral aan gedragsverandering, weerstand en motivatie. Welke tools kun je toepassen om jouw client te motiveren, te begeleiden en te activeren?’ 

Afbeelding
Interventies met aandacht voor willen én kunnen zijn veel effectiever
Lucy van Wijk
Onderzoeker en trainer bij ZINZIZ

Het Integratief Gedragsmodel

Het Integratief Gedragsmodel (IGM) is zo’n tool die steeds vaker wordt ingezet in het sociaal domein, ziet Wachter. ‘Dit model helpt echt om meer grip te krijgen op het gedrag van cliënten. Het geeft antwoord op de vraag waarom dit gedrag nu wel of niet tot stand komt.’  Het IGM geeft handvatten om bepaald gedrag te beïnvloeden en gaat over het willen, kunnen en het belang van denken dat je het kunt. 

Vaardigheden

Volgens collega Lucy van Wijk, onderzoeker en trainer bij ZINZIZ is in de praktijk veel aandacht voor de vaardigheden van cliënten. ‘Voor het kunnen. Maar uit onderzoek naar re-integratie interventies in 2014 blijkt dat sollicitatietrainingen die vooral gericht zijn op vaardigheden niet zo effectief zijn. Wanneer deze trainingen ook gericht zijn op het geloof in eigen kunnen, dán blijken ze erg effectief.’

Belangrijke inzichten voor professionals, weet Wachter ‘Adviseurs vertellen wel eens over een client, dan komen alle vaardigheden voorbij. Maar als ik dan vraag: gelooft diegene zelf ook dat hij of zij dit kan? Dat blijkt vaak moeilijker te beantwoorden. Dit model helpt om zaken heel methodisch inzichtelijk te maken, het brengt vaak ook het gesprek op gang. Het model kan ook worden ingezet bij adviseurs of leidinggevenden. Het is vaak niet alleen de client die ander gedrag kan of moet vertonen.’ Ze benadrukt dat het model ‘geen tovermiddel’ is. ‘Gedragsverandering is complex en vraagt nu eenmaal om een lange adem.’

Colofon

Beeld: Dyve media
Tekst: Jessica Maas
Eindredactie: ZonMw