Digitaal keuzehulpmiddel en Virtual Reality voor betere behandeling van chronische lage rugpijn
Veel mensen kampen met chronische lage rugpijn, ondanks behandelingen van een fysiotherapeut of andere zorgverlener. Behalve dat deze patiënten daardoor persoonlijk beperkt worden, zijn de maatschappelijke kosten door arbeidsverzuim hoog. Voor Karin Verkerk en Jesper Knoop waren dat aanleidingen om hun onderzoeken te starten.
Wereld Fysiotherapie Dag
Op 8 september is het de jaarlijkse Wereld Fysiotherapie Dag. De dag is een moment om stil te staan bij het belang van fysiotherapie in de zorg. Fysiotherapeuten maken verschil in de levens van mensen door ze in beweging en zelfstandig te houden.
LAge Rugpijn Support
Karin Verkerk is fysiotherapeut bij B&B Healthcare en senior docent-onderzoeker bij Hogeschool Rotterdam, SOMT University of Physiotherapy en het Erasmus MC. Haar onderzoek richt zich op het diagnostisch proces bij chronische lage rugpijn. ’Vanuit Nederlandse studies hebben we voorspellende modellen ontwikkeld, waarbij individuele factoren worden gekoppeld aan verschillende behandelstrategieën. De voorspellende modellen zijn van belang voor het digitale keuzehulpmiddel dat we maken, de LAge Rugpijn Support (LARS).’
In LARS staat de hulpvraag van de patiënt en samen beslissen met de fysiotherapeut centraal. ‘In de app beantwoorden patiënten vragen over hun lage rugpijn. Daarna krijgen ze voorlichting en advies voor de best passende behandeling. Hierdoor kunnen ze het gesprek met een fysiotherapeut beter starten.’
Als de patiënt en fysiotherapeut samen
beslissen over behandeling, is de patiënt vaak meer tevreden en meer betrokken bij de
afspraken.
‘Patiënten met chronische lage rugpijn hebben vaak een complex gezondheidsprobleem, waarbij meerdere factoren een rol spelen. Eenduidigheid en transparantie zijn dan extra belangrijk. LARS helpt daarbij.’
Positieve aspecten Virtual Reality
Jesper Knoop is onderzoeker bij de HAN University of Applied Sciences, Vrije Universiteit Amsterdam en Amsterdam UMC. Hij leidt de VARIETY-studie, dat staat voor VirtuAl Reality IntEgrated within physioTherapY: ‘Sinds een paar jaar is Virtual Reality (VR) binnen de gezondheidszorg in opkomst’, vertelt Knoop. ‘Wij denken dat VR ook in fysiotherapie een nuttig instrument kan zijn, zeker voor mensen met ernstige beperkingen. Oefeningen kunnen in het begin pijnlijk zijn en patiënten zijn soms bang dat beweging nog meer rugpijn oplevert. Oefeningen met VR leiden af van de pijn en angst, waardoor deze patiënten de vicieuze cirkel kunnen doorbreken.’
Oefeningen met de VR-bril zijn ook leuker dan ‘gewoon’ oefeningen doen. ‘De patiënten spelen bijvoorbeeld dat ze keeper zijn’, aldus Knoop. ‘Ze moeten alle kanten op bewegen om de bal tegen te houden. Of ze moeten fruit plukken, laag op de grond en hoog in de boom. En dat zo snel mogelijk, om meer punten te halen. Het competitieve element helpt om de oefeningen ook thuis vol te houden. Verder kunnen we via VR interactieve uitleg geven over mogelijk verkeerde signalen die de hersenen afgeven over pijn.’
Oefeningen met VR leiden af van de angst, waardoor deze patiënten de vicieuze cirkel kunnen doorbreken.
Breed inzetbaar
De concepten van de 2 innovaties waar de onderzoekers aan werken, zijn niet alleen inzetbaar voor mensen met lage rugpijn, maar ook voor mensen met andere klachten aan het bewegingsapparaat. Bovendien zijn de innovaties een goed hulpmiddel voor andere beroepsgroepen. Verkerk: ‘‘LARS is ook helpend voor huisartsen. Zowel de zorgverlener als de patiënt hebben door LARS meer inzicht in de klachten en daardoor kunnen ze samen betere keuzes maken. Ze kunnen de voor- en nadelen van een specifieke behandeling beter bespreken, ook doordat voorspellende factoren gekoppeld worden aan behandelvormen. Het leidt tot meer persoonsgericht zorg.
VR heeft ook voordelen voor zowel patiënt als behandelaar. ‘Niet alleen fysiotherapeuten, maar ook ergotherapeuten en andere paramedici kunnen VR inzetten. Voor de behandelaar is VR een mooi extra instrument en voor patiënten is het een manier om zelf thuis door te gaan met oefeningen en ze vol te houden’, aldus Knoop. ‘Maar aantonen van het positieve effect is lastig. Zo veel zaken spelen mee bij deze patiënten; die langdurige klachten hebben ze niet voor niets.’
Beschikbaar over 2 jaar
In het aantonen van positieve effecten gaat dus nog tijd zitten. ‘Onze trial onder 120 patiënten is een aantal maanden geleden begonnen’, vertelt Knoop. ‘We zijn nog wel een jaar bezig om deze af te ronden en we willen de patiënten daarna een jaar volgen. Het duurt dus nog wel 2 jaar voor de resultaten beschikbaar zijn.’
Het team van Verkerk wil in april 2024 een bruikbaar en toepasbaar prototype van LARS hebben. ‘Daarna gaan we het keuzehulpmiddel doorontwikkelen om breder inzetten in de praktijk. In 2025 is LARS hopelijk beschikbaar. Maar ook dan blijven we het instrument verder ontwikkelen. LARS zal data generen over welke behandeling het beste past bij welke cliënt, waardoor we onze voorspellende modellen steeds verder kunnen aanscherpen.’
Meer doelmatigheid
Beide onderzoekers verwachten dat hun projecten leiden tot meer doelmatigheid. De projecten kunnen elkaar ook versterken. ‘Het begint met het keuzehulpmiddel van Karin’, zegt Knoop. ‘Wanneer een patiënt advies krijgt over een behandeling, zou VR als aanvullende interventie geadviseerd kunnen worden.’ ‘En omgekeerd kunnen we de uitkomsten van de VARIETY-studie toevoegen aan de voorspellende modellen, zoals op het gebied van angst voor bewegen’, vult Verkerk aan.
Oproep aan fysiotherapeuten
Waar zowel Knoop als Verkerk tegenaan lopen, is het vinden van fysiotherapeuten voor hun onderzoek en via hen de patiënten. Verkerk: ‘Het is begrijpelijk, ik werk zelf ook in de praktijk, ik weet hoe hoog de werkdruk is. Daarom proberen we werving van patiënten via fysiotherapeuten zo makkelijk mogelijk te maken met korte vragenlijsten. En fysiotherapeuten krijgen accreditatiepunten bij het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en Keurmerk Fysiotherapie als ze meedoen aan onderzoek.’
‘Dit soort onderzoeken zijn nodig om bewijs op te bouwen dat fysiotherapie in het basispakket hoort’, vervolgt Knoop. ‘En dus hebben we fysiotherapeuten nodig die daar hun tijd en energie in stoppen.’ Is dit een oproep aan fysiotherapeuten? ‘Zeker’, zeggen Verkerk en Knoop. ‘We nodigen fysiotherapeuten van harte uit om zich bij ons te melden, als ze nog mee willen doen aan onze onderzoeken.’
Het gaat over de professionalisering van je vak. We hebben de fysiotherapeuten hard nodig bij de
onderzoeken. Ik zou zeggen: mooi als je bijdraagt aan kennisvergroting en vernieuwing.
ZonMw en fysiotherapie
Paramedici verlenen elke dag de best mogelijke zorg aan hun patiënten. Om de kwaliteit van deze zorg merkbaar, zichtbaar en toetsbaar te maken voor de patiënt en maatschappij, stimuleert ZonMw initiatieven voor een duurzame kwaliteitsontwikkeling van de paramedische zorg. We financieren bijvoorbeeld onderzoeksprojecten naar aanbevelingen voor fysiotherapie en oefentherapie op afstand, naar beperkte gezondheidsvaardigheden binnen de fysio- en oefentherapie en naar de ontwikkeling van overstijgende richtlijnen voor een brede doelgroep binnen de fysio-en oefentherapie. Bekijk alle projecten en resultaten op onze webpagina over paramedische zorg.
Colofon
Tekst: Astrid van den Berg
Eindredactie: ZonMw