De weg naar behoud van zorgprofessionals in de ggz is teambetrokkenheid
Net als elders in de zorg kampt de geestelijke gezondheidszorg (ggz) met een tekort aan gespecialiseerd personeel. Voor goede zorg is behoud van personeel dan ook van het grootste belang. Wat is er nodig om verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden voor de ggz te behouden? Wat gaat goed en hoe kan dat ingezet worden om mensen te binden aan een organisatie? Jasperina Brouwer deed onderzoek naar waarom zorgprofessionals in de zorg blijven werken en welke rol sociale netwerken daarbij spelen. Samen met Suzanne Verschueren spitst zij het onderzoek nu toe op de High Intensive Care (HIC) afdelingen in de ggz.
Steun binnen het team
‘Verbinding maken met de patiënt is de drijfveer én de kracht van verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden in de geestelijke gezondheidszorg’, vertelt Verschueren. ‘Ze willen graag degene zijn die een deurtje opent bij een patiënt, zodat deze in beweging komt. Dat geldt overigens niet alleen voor deze zorgprofessionals. Door het tekort aan personeel zie je dat andere beroepsgroepen ook in de HIC-zorg stappen, zoals ervaringsdeskundigen, sociaal werkers en zorgbegeleiders. Een heel diverse groep van professionals werkt samen op HIC-afdelingen voor mensen met vaak complexe psychiatrische problematiek. Behalve dat zij competenties moeten hebben in het omgaan met deze problematiek, is het voor professionals op een HIC ook noodzakelijk om zich goed tot elkaar te verhouden, ook al zijn ze op andere manieren opgeleid en hebben ze soms verschillende perspectieven op zorg. Om de dagelijkse zorg veilig te kunnen uitvoeren, is steun binnen zo’n team onmisbaar.’
Een heel diverse groep van professionals werkt samen op HIC-afdelingen voor mensen met vaak complexe psychiatrische problematiek. Steun binnen zo’n team is onmisbaar.
Steun binnen het team is inderdaad één van de belangrijkste aspecten die uit het onderzoek van Jasperina Brouwer naar voren kwam. In 2020 startte zij het door NWO gesubsidieerde Veni-onderzoeksproject naar factoren die van belang zijn voor het behoud van verpleegkundigen in de zorg. ‘Toen ik nog als verpleegkundige werkte, waren er al situaties in de zorg waarom mensen weggingen. Vergelijkbare situaties bestaan nu nog. Daarbij komt dat nu een nieuwe generatie in de zorg werkt die andere behoeften heeft. We moeten heel goed kijken naar deze behoeften om ook de nieuwe generatie voor de zorg te werven en te behouden.’
Behoeften van zorgprofessionals
Uit het onderzoek van Brouwer kwamen 3 belangrijke behoeften naar voren voor het behoud van zorgprofessionals in de zorg, in lijn met een bekende theorie over zelfdeterminatie van Richard Ryan en Edward Deci:
- professionele ontwikkeling
- zeggenschap in en over je werk
- verbondenheid met de patiënt of cliënt, collega’s en de teamleider/manager
‘Een deel van de zorgprofessionals heeft behoefte aan combinatiebanen, zodat zij hun competenties kunnen uitbouwen. Roostertechnisch zou het mogelijk gemaakt moeten worden dat zij hun werk in de zorg kunnen combineren met bijvoorbeeld onderzoek of onderwijs. Ze hebben behoefte aan gepersonaliseerde opleidingstrajecten. Verder is autonomie erg belangrijk. Vaak ervaren verpleegkundigen wel autonomie in het werk zelf en hoe ze hun dag indelen, maar niet als het gaat om beleidsverandering of reorganisatie. Zorgprofessionals gaven tijdens de interviews aan dat ze graag tijdig mee willen denken. Een belangrijke stap in het behoud van zorgpersoneel is dan ook het betrekken van zorgprofessionals bij veranderingen in de organisatie, zoals al steeds meer gebeurt. Verder kan een gedeelde visie motiverend werken.’
Toch steekt een andere factor boven alles uit en dat is de relatie met collega’s en patiënten, zo vond Brouwer in haar onderzoek. ‘Of het nu gaat om een IC of de thuiszorg, de meeste zorgprofessionals vinden het belangrijk om elkaar persoonlijk te kennen. Als er iets privé speelt, is het fijn als je dat in het team kunt delen. Maar de allerbelangrijkste motivatie voor zorgprofessionals is de persoonlijke ervaring met de patiënt. Het is dan ook van groot belang dat er tijd en ruimte is om betekenisvolle relaties op te kunnen bouwen met patiënten en hun naasten. Ook wanneer de zorg vernieuwd moet worden, moeten we dit in gedachten te houden. Het contact met de patiënt is de core business van zorgprofessionals. Voor de toekomst moeten we daarbij stil staan, ook voor behoud van de zorgprofessional.’
Het contact met de patiënt is de core business van zorgprofessionals. Voor de toekomst moeten we daarbij stil staan, ook voor behoud van de zorgprofessional.
Toegepast op HIC-afdelingen
Vlak nadat Brouwer de Veni-subsidie verkreeg, brak corona uit. Aanvankelijk hadden zich veel teams gemeld om mee te doen voor het netwerkonderzoek, maar door de pandemie liep alles anders. Brouwer is dan ook blij dat Verschueren enthousiast is over haar onderzoek en met haar wil samenwerken om de netwerkanalyses te doen, nu specifiek op HIC-afdelingen. ‘De HIC is een gesloten afdeling, waar patiënten al dan niet verplicht worden opgenomen en die psychiatrisch ernstig ontregeld zijn’, vertelt Verschueren. ‘Veiligheid is een heel belangrijk thema. Je moet als zorgprofessional weten dat collega’s je steunen in je beslissingen en handelingen. Bij intervisies gaat het dan ook niet zozeer over de impact van complexe problematiek – wat je misschien zou verwachten – maar vooral over het team en de samenwerking. Ik zie dan ook dat de netwerkanalyse aanslaat bij zorgprofessionals, het motiveert hen om mee te doen met ons onderzoek omdat het nieuwe inzichten oplevert.’
Belang van subsidies
De relevantie van de onderzoeken onder verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden is duidelijk. ‘Daarom is het zo belangrijk dat NWO en ZonMw hier aandacht aan besteden en onderzoek financieren’, aldus Brouwer. ‘Suzanne heeft nog geen subsidie voor haar onderzoek. Terwijl: het is bijna niet te doen om in je vrije tijd te promoveren. Subsidies zijn superbelangrijk, ook kleinere bedragen. Het geeft mensen zoals Suzanne kans om te promoveren en levert relevante inzichten op voor de praktijk.’
Verschueren wil hoe dan ook door met haar onderzoek. ‘Verpleegkundigen vestigen niet gauw de aandacht op zichzelf. Onderzoek draagt bij aan de zichtbaarheid van de groep en hun behoeften. En dat is: van elkaar op de hoogte zijn, met elkaar praten om geen dingen te missen. Daarom wil ik kijken hoe de sociale netwerken in de ggz zich bewegen, zodat we de veiligheid, het werkplezier en de kwaliteit van zorg kunnen bevorderen.’
Interprofessioneel opleiden
Verder doen Brouwer en Verschueren een beroep op NWO en ZonMw om te zorgen dat de resultaten van hun onderzoeken verspreid worden. ‘De weg naar behoud van personeel in de ggz is teambetrokkenheid’, zegt Verschueren. ‘Verpleegkundigen moeten daarvoor leren hoe om te gaan met conflictgedrag en te reflecteren op zichzelf. Daarbij denk ik dat het veel toevoegt als psychiaters, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals samen in de vervolgopleidingen zitten. Interprofessioneel opleiden, daar geloof ik in. Betrokkenheid naar elkaar toe is essentieel voor de toekomst van de zorg.’
Colofon
Tekst: Astrid van den Berg
Beeld: portretfoto Suzanne Verschueren: Thomas Duiker (Dyve Media), portretfoto Jasperina Brouwer: Reyer Boxem
Eindredactie: ZonMw