Congres Goed Gebruik Geneesmiddelen: Terugblik 2022

10 jaar onderweg!
31 maart 2022: jubileumcongres Goed Gebruik Geneesmiddelen 2022 '10 jaar onderweg!'

Met ‘10 jaar onderweg!’ hield het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG) op 31 maart 2022 zijn jubileumcongres. Het congres had tot doel het halen, brengen en delen van kennis en het opdoen van inspiratie vanuit een veelheid aan aspecten rondom (onderzoek naar) geneesmiddelen. Vanwege het 10-jarig bestaan van het GGG-programma zijn meer dan ooit de opbrengsten en impact vanuit lopende en afgeronde onderzoeksprojecten naar voren gebracht.

Het GGG-congres, gehouden in 1931 Congrescentrum in 's-Hertogenbosch, stond in het teken van het 10-jarig bestaan van het programma GGG. Er kwamen relevante vragen aan bod als: op welke wijze kunnen geneesmiddelen optimaal en persoonlijker worden ingezet? Waar liggen kansen op samenwerking? Waar zijn mogelijkheden voor een geïntegreerde aanpak? Bij welke nieuwe ontwikkelingen kan worden aangesloten? Op welke momenten kunnen en moeten we patiënten betrekken? En hoe zorgen we ervoor dat onderzoeksresultaten de praktijk zo adequaat mogelijk bereiken? Veel aandacht was er voor actuele ontwikkelingen als het initiatief Future Affordable and Sustainable Therapies (FAST), een nationaal platform voor duurzame therapieontwikkeling waarbij betaalbaarheid en innovatie hand in hand gaan.

Opening congres

Karla van Rooijen: ‘GGG is een begrip in de wereld van geneesmiddelen’

Voor het eerst sinds 2019 kon het ZonMw-programma Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG) weer een volle zaal met congresgangers verwelkomen. Na een kort welkom door Véronique Timmerhuis, algemeen directeur van ZonMw, trapte dagvoorzitter Joost Hoebink af met Karla van Rooijen van het ministerie van VWS.

Afbeelding
Karla van Rooijen in gesprek met dagvoorzitter Joost Hoebink: 'De grote belangstelling laat zien dat GGG een begrip is.'

Brede betrokkenheid

Karla van Rooijen is sinds 1 januari 2022 directeur Geneesmiddelen en Medische Technologie bij het ministerie van VWS. Zij herkent zich in de openingswoorden van Véronique Timmerhuis: het goed gebruiken van geneesmiddelen is en blijft een relevant thema. Het gaat daarbij niet alleen om het ontwikkelen van kennis, maar vooral ook om de betrokkenheid van alle partijen in het veld om deze kennis uit te dragen en de onderzoeksresultaten te implementeren in de praktijk. Van Rooijen: ‘De grote belangstelling laat zien dat GGG een begrip is. En mensen blijken ook de betekenis van de afkorting te kennen: goed gebruik van geneesmiddelen. Dat is een mooi gemeenschappelijk doel.’

Mooie voorbeelden

In het GGG-programma zitten volgens Van Rooijen veel mooie voorbeelden. Ze noemt de SONIA-studie voor vrouwen met uitgezaaide hormoongevoelige borstkanker, een project dat later op de dag een ZonMw Parel zou krijgen. ‘Heel mooi vind ik ook de projecten rond medicijngebruik door kinderen. Voor deze groep is het heel belangrijk om te zorgen voor veilig gebruik met zo min mogelijk bijwerkingen.’ En relevant is volgens de VWS-directeur uiteraard ook het waarborgen van de kwaliteit, toegankelijkheid én betaalbaarheid van geneesmiddelen. Daar ziet zij voor ons land een ‘grote opgave’, waaraan GGG een belangrijke bijdrage kan leveren. ‘Op dit moment gaat al een kwart van de rijksbegroting op aan zorgkosten, en dat aandeel gaat alleen maar groter worden.’

Afbeelding
In het gesprek met Joost Hoebink vertelt Karla van Rooijen: 'Het gaat niet alleen om het goed gebruiken van kennis, maar vooral ook om de betrokkenheid van alle partijen in het veld.'

Innovatie versnellen

Van Rooijen ziet in de ‘driehoek kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid’ grote kansen voor FAST, het platform voor Future Affordable & Sustainable Therapies, dat gehost wordt door ZonMw. ‘Het is een mooi voorbeeld van brede samenwerking. De patiënten spelen er een grote rol in, maar ook het bedrijfsleven. Cruciaal is het gegeven dat het ministerie van VWS samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en hun partnerorganisaties hierin participeren. Want innovaties rond geneesmiddelen en het goede gebruik daarvan realiseren pas impact als we ze op een goede manier op de markt weten te krijgen. FAST kan innovatie een steuntje in de rug geven en eraan bijdragen zinvolle innovaties eerder en beter bij de patiënt te brengen.’

FAST: op weg naar duurzame therapieontwikkeling

Nieuwe noodzakelijke behandelingen zo snel mogelijk bij de patiënt krijgen, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Dat vraagt om een geïntegreerde aanpak waarbij optimale samenwerking en gerichte ketenfinanciering centraal staan. Het FAST-platform zet zich hiervoor in. FAST laat betaalbaarheid en innovatie hand in hand gaan door kennis te ontsluiten, samenhang aan te brengen en coördinatie aan te brengen in publieke inzet in therapieontwikkeling. Vier betrokkenen lichten toe wat dit kan opleveren.

Afbeelding

Innovatieve therapieontwikkeling

FAST is een toepasselijk acroniem voor ‘Future Affordable and Sustainable Therapies’. Het is een nationaal platform voor duurzame therapieontwikkeling, dat bestaande activiteiten met elkaar verbindt en nieuwe activiteiten initieert om het gehele proces van therapieontwikkeling te ondersteunen en te optimaliseren. In zijn presentatie schetst Saco de Visser, mede-initiatiefnemer van FAST, hoe dit platform wil zorgen voor ontsluiting van beschikbare kennis en expertise, optimalisatie van de infrastructuur en coördinatie van publieke middelen voor therapieontwikkeling. De presentatie start met een animatie, die ook te zien is op de website van FAST.

Sneller naar de patiënt

De Visser neemt de zaal mee naar de situatie van tien jaar geleden, toen verschillende initiatieven liepen die los van elkaar onderzoek financierden op het gebied van goed gebruik van geneesmiddelen. De publieke investeringen in onderzoek op dit terrein waren nog sterk versnipperd, en daar heeft het GGG-programma verandering in gebracht. De Visser: ‘Nu staan we voor een volgende uitdaging, namelijk het op een betaalbare manier versnellen van innovaties in medicijnontwikkeling, zodat de patiënt er eerder van kan profiteren.’ Daarvoor is FAST in het leven geroepen, bedoeld om overzicht te bieden op het gehele veld van therapieontwikkeling, van (academische) kennisontwikkeling tot en met de ontwikkeling van het eindproduct door bedrijven.

Afbeelding
Saco de Visser: 'We staan voor de volgende uitdaging, namelijk het op een betaalbare manier versnellen van innovaties in medicijnontwikkeling, zodat de patiënt er eerder van kan profiteren.’

Samen met bedrijven

Door publieke middelen in samenhang met initiatieven uit het bedrijfsleven in te zetten, kunnen innovatie én betaalbaarheid van therapieën hand in hand gaan met ondernemerschap. De Visser: ‘De focus ligt op de zogeheten unmet medical needs, dus gezondheidsvraagstukken waarvoor nog geen goed antwoord gevonden is. Naast het verbeteren van de infrastructuur voor academie en bedrijfsleven inventariseert FAST knelpunten in de regelgeving.’ Visser is blij met de gecombineerde opdracht van de ministeries van VWS en EZK. ‘Met partnerorganisaties als Health~Holland, Invest-NL en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland kunnen we de samenhang tussen de financiële stromen beter organiseren. En daarmee financiering door de hele ontwikkelketen heen.'

Troubleshooting desk

Nu de structuur staat, is het woord aan het veld. Zij hebben de kennis om echt te kunnen versnellen en aan te geven welke knelpunten obstakels vormen. FAST helpt om dat te ontsluiten, partijen te verbinden en knelpunten gezamenlijk aan te pakken. Om zicht te krijgen op de knelpunten die worden ervaren heeft FAST de Troubleshooting desk ontwikkeld. Het doel van de Troubleshooting desk is het identificeren en groeperen van knelpunten die therapieontwikkeling in Nederland (onnodig) bemoeilijken en daardoor een efficiënte ontwikkeling van drug discovery, klinisch onderzoek tot markttoegang in de weg staan.

Respect en vertrouwen

Een van de betrokkenen uit het bedrijfsleven is zorgondernemer Jo Sinjorgo. Hij refereert aan de congreslocatie – vroeger een veemarkt – en zegt dat we misschien wat meer aan handjeklap moeten durven doen om innovaties sneller bij de patiënt te krijgen. Uiteraard doelt hij niet op schimmige praktijken, maar wel op de noodzaak om vanuit vertrouwen samen te werken. Hij schetst zijn ideaalbeeld aan de hand van een foto van aartsrivalen Fausto Coppi en Gino Bartali, die elkaar op de racefiets bestreden maar in werkelijkheid grote vrienden waren. Sinjorgo: ‘Ook in medicijnontwikkeling zouden we meer vanuit respect en vertrouwen moeten samenwerken. Zoals astronaut Joeri Gagarin het zei: als je van een afstand naar de aarde kijkt, besef je dat ze te klein is voor conflicten en net groot genoeg voor samenwerking.’

Afbeelding
Jo Sinjorgo: ‘Ook in medicijnontwikkeling zouden we meer vanuit respect en vertrouwen moeten samenwerken.'

Met én voor patiënten

Sinjorgo is een pleitbezorger van versnelling in innovatie. Hij heeft ervaren hoe lang het traject kan zijn tussen een mooi idee en daadwerkelijke toelating. Hij schetst een geschiedenis die begon met het veiligstellen van een kleine partij 6TG, een oude stof die na ruim twintig jaar stug volhouden eind vorig jaar is geregistreerd voor de behandeling van inflammatoire darmziekten. Van een groep van 25 patiënten bij wie Sinjorgo en zijn team in het jaar 2000 konden aantonen dat het middel werkte, via een reeks promoties en een registratiestudie tot een toelating waar inmiddels 8.000 patiënten van profiteren. Sinjorgo: ‘Hervorming van de regelgeving is echt nodig. Ik hoop dat FAST daaraan gaat bijdragen, want er zijn nog zoveel meer oude geneesmiddelen waar we wat mee kunnen. Door met én voor patiënten te werken aan drug rediscovery.’

Nederland ‘translationele hotspot’

De volgende spreker, Anton Ussi, is directeur bij EATRIS, een in Amsterdam gevestigde organisatie die werkt aan een Europese infrastructuur voor translationeel onderzoek. Dus voor het ‘vertalen’ van wetenschappelijke ontdekkingen naar concrete medische producten voor de patiënt. Ussi noemt Nederland een ‘translational hotspot’. Ons land loopt volgens hem voorop in het realiseren van samenwerking tussen de academie, bedrijven, beleidsmakers en patiënten. En we zijn goed in multidisciplinaire samenwerking. ‘FAST accentueert deze krachten en laat zien waarin Nederland excelleert. Dat maakt FAST zeer aantrekkelijk voor Europese samenwerkingspartners. EATRIS kan daarbij uitstekend fungeren als een Europees kanaal voor Nederlandse projecten.’ Een belangrijk voordeel, besluit Ussi: het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) zit om de hoek. Dus ook in de regulering is versnelling te realiseren.

Afbeelding
Anton Ussi: 'Nederland loopt voorop in het realiseren van samenwerking tussen de academie, bedrijven, beleidsmakers en patiënten.'

Obstakels aanpakken

Dat laatste is meteen een van de grote wensen van slotspreker Carla Hollak. Zij is internist in Amsterdam UMC, hoogleraar Metabole ziekten en mede-initiatiefnemer van Mediciijn voor de Maatschappij. De missie: vanuit de academie er aan bijdragen dat geneesmiddelen voor zeldzame ziekten sneller beschikbaar komen. ‘We zijn een kennisplatform en doen projecten om specifieke medicijnen voor patiënten beschikbaar te maken. Ook doen we onderzoek naar de wetten en regels over medicijnen voor zeldzame ziekten. We hopen een mooie plek te krijgen binnen FAST.’ De kern van de aanpak: zo snel mogelijk ‘van casus naar systeem’. En dat door het gewoon te dóén, zegt Hollak. ‘Dan zie je vanzelf waar de obstakels zitten, en pak je die aan om weer verder te kunnen.’

Toegankelijkheid waarborgen

Een voorbeeld van zo’n casus is mexiletine, oorspronkelijk een middel tegen hartritmestoornissen. Uit onderzoek bleek het ook effectief voor de zeldzame spieraandoening niet-dystrofische myotonie. Een fabrikant kocht het patent op en zette het middel tegen het 20-voudige op de markt. Hollak: ‘Dat is geen reële prijs, maar wat dan wel? Wij willen prijsmodellen ontwikkelen, om toegankelijkheid te blijven waarborgen.’ Dat is des te urgenter bij de zogeheten weesgeneesmiddelen, bedoeld voor zeldzame, vaak ernstige aandoeningen. Hollak: ‘De gangbare procedures duren erg lang. Naar het voorbeeld van het DRUG Access Protocol uit de oncologie kunnen we met metingen en observaties – dus in nauwe samenwerking met patiënten – veel sneller een beeld krijgen van werking en veiligheid van veelbelovende medicijnen.’

Afbeelding
Carla Hollak: 'Wij willen prijsmodellen ontwikkelen, om toegankelijkheid te blijven waarborgen.’

Doelmatigheid ‘aan de voorkant’

Hollak illustreert de ideeën met een korte schets van een pilot met het Orphan Drug Access Protocol, bedoeld om doelmatigheid ‘aan de voorkant’ te realiseren. Het idee: het EMA laat een veelbelovend weesgeneesmiddel toe op basis van een nog beperkt bewijs voor effect op groepsniveau. Vervolgens kun je patiënten met een zeldzame ziekte op basis van vooraf opgestelde criteria selecteren voor gebruik van het middel. Hollak: ‘De fabrikant betaalt en zodra we meer weten over de effectiviteit kan de verzekeraar gaan vergoeden. Zo creëer je een win-winsituatie voor iedereen, de patiënt voorop.’ En ook hier kan FAST een cruciale rol spelen, als ‘nationale route’ voor toegankelijkheid van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten.

Presentaties over het plenaire onderwerp FAST

Subsessies Ronde 1

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
In de Galloway zaal vertelt na Marloes Dankers Marcia Vervloet over het On TRACK project naar beter gebruik van inhalatiemedicatie, en bespreekt Charlotte van Hooijdonk het onderzoek naar begrijpelijke etiketten
Afbeelding

7. Goed Gebruik Antibiotica

Lees het verslag van deze sessie

Lunchactiviteiten

Naast de uitgebreide mogelijkheden om na te praten over de ochtend, te netwerken en bekenden te ontmoeten bood de lunch alle gelegenheid om op interactieve wijze nog meer kennis op te doen.

Kennis over de nieuwe procedures en regelgeving voor klinisch geneesmiddelenonderzoek (ECTR)

Medewerkers van GCP Central voorzagen de congresbezoekers niet alleen op ‘ouderwetse’ wijze van informatie over de nieuwe procedures en regelgeving voor klinisch geneesmiddelenonderzoek, ook zetten ze een interactieve quiz in om deze informatie voor het voetlicht te brengen. De congresbezoekers konden op deze manier hun kennis testen of kennis opdoen qua de vereisten van de ECTR wat betreft de consequenties en aanpak voor klinische geneesmiddelenonderzoek.

Afbeelding
Afbeelding

Kennis testen van medicatieveiligheid met de landelijke farmacotherapie eindtoets

Op steeds meer geneeskundefaculteiten in Nederland is de Farmacotherapie eindtoets ingevoerd als een verplichte toets. Zo kunnen toekomstige artsen laten zien dat ze voldoende farmacologische kennis hebben om veilig te kunnen voorschrijven.
Tijd om de congresbezoekers ook te testen op hun kennis. Een mooie mogelijkheid om te kijken hoe het gesteld is met de parate kennis van de congresbezoekers over medicatieveiligheid.
Even de QR-code scannen en de 10 vragen beantwoorden. 45 congresbezoekers vulden de toets in.
Aan het eind van de dag ontvingen de 3 winnaars met 9 correcte antwoorden een mooi boeket als prijs:

  • 1e prijs: Carina Bethlehem met de snelste tijd van 2.23 minuut
  • 2e prijs: Fred Schobben
  • 3e prijs: Veerle Foulon
Afbeelding
Afbeelding

Posterpresentaties GGG-projecten

De projectleiders van 14 GGG-projecten gaven aan de hand van een poster een toelichting op het onderzoek, de resultaten en/of de wijze van implementatie van hun projecten. Er was gelegenheid om vragen te stellen en mee te discussiëren.

GGG inspireert deelnemers

Met 550 aanwezigen  was het GGG-jubileumcongres 2022 royaal bezocht. Wat bracht de deelnemers naar 1931 Congrescentrum in 's-Hertogenbosch? Wat vonden ze vooral interessant? En hadden ze nog goede suggesties voor wetenschap en praktijk?

GGG inspireert deelnemers

Foto van Ben van der Zeijst LUMC
1 / 5

Ben van der Zeijst, LUMC

‘Ik ben emeritus hoogleraar Vaccins en vaccinatie. Vanaf het begin ben ik betrokken geweest bij de programmacommissie. Nu zit ik in de commissies Drug Rediscovery en Grote Trials. En ik leer nog elke dag bij. Er zijn nog heel veel dingen die voor de hand liggen om te verbeteren, maar waarvoor geen wetenschappelijk bewijs is. Dan moet je dat dus onderzoeken. Zo kom je tot een betere behandeling, met minder bijwerkingen en tegen lagere kosten. Voor de toekomst zie ik implementatie als grootste uitdaging. Er zijn nog altijd wetenschappers die denken: ik ga gewoon iets leuks doen! Maar dat is niet genoeg; je moet met je onderzoek ook echt de geneeskunde verder willen brengen.’

Foto van Lisa Konickx apotheek Maasdonk
2 / 5

Lisa Konickx, apotheek Maasdonk

‘Ik ben hier onder andere om eindelijk weer eens met collega’s te kunnen bijpraten. Maar een congres als dit is ook een mooie gelegenheid om te zien wat er zoal gebeurt voor een beter gebruik van geneesmiddelen. Voor mij is dit het eerste GGG-congres. Ik ben geen wetenschappelijk onderzoeker en hoop vooral ook concrete handvatten mee terug te nemen voor de apotheek. Die heb ik in het ochtendprogramma nog niet gevonden, maar dat komt vast nog. Interessant vind ik hoe je van big data komt naar personalised medicine. Een vraag voor de toekomst? Goed gebruik van opioïden is zeer relevant. Dus nieuwe inzichten in het inzetten daarvan zonder veel schade, en zonder dat ze tot verslaving leiden.’

Foto van Sander van den Bogert apotheek Boekel
3 / 5

Sander van den Bogert, apotheek Boekel

‘Ik vind het verfrissend om dingen te horen die de dagelijkse praktijk overstijgen. Als apotheek ben je een zorginstelling. We kampen met dezelfde problemen als elders in de zorg. Dus ook met personeelstekorten. Met digitalisering kun je die deels oplossen. Slimmere oplossingen kunnen daarnaast kosten besparen, iets wat de zorgverzekeraars graag zien. Ik zat bij een sessie over een patiëntenportaal voor thuismonitoring bij longaandoeningen. Patiënten komen vaak bij ons om hun medicatie op te halen en wij kunnen mede daarom prima een rol spelen bij thuismetingen. Bijvoorbeeld door mensen de hardware te verstrekken en ze te instrueren hoe het werkt. Dan bevorderen we meteen ook de therapietrouw.’

Foto van Abdullah Ali apotheek Monster
4 / 5

Abdullah Ali, apotheek Monster

‘Ik kom hier al een paar jaar om goed op de hoogte te blijven van wat er gaande is. En om nieuwe kennis weer mee te nemen naar de praktijk. Ik was bij een sessie over antibioticagebruik, met drie erg interessante studies. Bijvoorbeeld hoe je na een blindedarmoperatie met twee dagen net zo goed af bent als met de gebruikelijke vijf. Dat kan ik meenemen in de gesprekken met patiënten om te beslissen of je een middel misschien korter kunt inzetten. Voor de toekomst zijn bijzondere groepen een belangrijk onderzoeksthema. Bijvoorbeeld geneesmiddelengebruik door ouderen of mensen met een verstandelijke beperking. Die zitten nu vaak nog niet in de trials, waardoor de kennis eigenlijk onvolledig is.’

Foto van Maaike Lamers, Lareb
5 / 5

Maaike Lamers, Lareb

‘Ik ben hier namens Moeders van Morgen, een zwangerschapsregister onder de vlag van Lareb. Ik ben daar wetenschappelijk medewerker en verzorg de voorlichting, bijvoorbeeld op onze kennispagina’s. We adviseren zwangere vrouwen die medicijnen gebruiken en hun zorgverleners. Het is lastig om gedurende de zwangerschap geneesmiddelenonderzoek te doen en hier hoor ik voorbeelden van mensen die daar ervaring mee hebben. Voor GGG is zwangerschap een belangrijk thema. Bijna 80% van de zwangere vrouwen gebruikt wel eens een medicijn, terwijl we van veel middelen niet weten of die wel veilig zijn. Of andersom: vrouwen gebruiken soms een medicijn juist niet, terwijl ze het wel nodig hebben. Ook dat kan nadelig zijn, voor de vrouw én voor het kind.’

GGG 10 jaar onderweg!

Tijdens een talkshow onder leiding van Joost Hoebink keken verschillende direct betrokkenen terug naar 10 jaar GGG-programma, beschouwden zij de actualiteit én wierpen een blik in de toekomst. Wat is er al bereikt? Wat zijn de wensen voor het vervolg? En welke nieuwe initiatieven staan in de startblokken?

 

Film 'Er was eens... 10 jaar GGG'

Relevante onderzoeksvragen

Een van de betrokkenen van het allereerste GGG-uur is Douwe Breimer, emeritus-hoogleraar Farmacologie in Leiden. Hij was lange tijd voorzitter GGG-programmacommissie. Breimer: ‘Ik heb altijd een grote belangstelling gehad voor dit programma. Het sloot ook goed aan bij waarmee ik als wetenschapper zelf bezig was. In 1976 hield ik in Leiden mijn oratie, met als titel ‘Farmacotherapie op maat’. Dat is inmiddels een gevleugelde uitdrukking in de wereld van goed gebruik van geneesmiddelen. En het blijft een van de belangrijkste uitdagingen voor een onderzoeksprogramma als dit. Toen ik mijn oratie hield wisten we nog niet veel over de enorme verschillen in reacties op geneesmiddelen. En nog altijd liggen hier heel veel onderzoeksvragen.’

Afbeelding
Afbeelding

Onder één koepel

Een van de andere mensen aan tafel is Benien Vingerhoed-van Aken, die samen met Saco de Visser bij ZonMw aan de wieg stond van het GGG-programma. ‘Toen we met dit programma van start gingen, was er nog sprake van een grote versnippering in de financiering van onderzoek op dit terrein. Dat heeft GGG onder één koepel gebracht. Met een centrale rol voor de patiënten. Vanzelfsprekend zijn zorgprofessionals en onderzoekers actief betrokken, maar ook de farmaceutische industrie en verzekeraars. GGG dient als platform waar deze partijen bij elkaar kunnen komen, van elkaar leren en kunnen samenwerken aan goed gebruik van geneesmiddelen in de praktijk. Zo’n programma kun je alleen tot een succes maken door de enorme inzet van de vele betrokken commissieleden en referenten.’

Gevarieerd én goed

Catherijne Knibbe, ziekenhuisapotheker in het St. Antonius Ziekenhuis en hoogleraar Grondslagen van de individuele farmacotherapie aan de Universiteit Leiden, was een van de eerste commissieleden. ‘Ik weet nog goed dat we na de opening van de eerste call dachten: krijgen we wel genoeg aanvragen? Nou, dat hebben we geweten. De eerste keer waren het er al meer dan 250, waarvan er een heleboel echt goed waren. Ook de variëteit was enorm, van voorstellen rond dosering bij kinderen tot projecten voor coaching van apothekers. We zijn altijd streng geweest: een project moet niet alleen relevant zijn, maar ook een hoge kwaliteit hebben. Soms lieten we dus thematisch belangrijke voorstellen toch zitten, omdat de kwaliteit onvoldoende was. Zo kies je de beste projecten uit de veelheid.’

Rol voor de eerste lijn

Marco Blanker, huisarts-epidemioloog in UMC Groningen, was lange tijd commissielid vanuit zijn eerstelijnsrol. Blanker noemt het cruciaal dat de eerste lijn een stevige plek heeft in geneesmiddelenonderzoek. ‘Zo’n 95% van de vragen van patiënten wordt binnen de eerste lijn opgelost. Dat gebeurt lang niet altijd met geneesmiddelen, maar die spelen uiteraard wel vaak een rol in de behandeling. In de eerste lijn missen we een infrastructuur om met elkaar onderzoek te doen. Samen bouwen aan een studie is dan lastig. De academische afdelingen huisartsengeneeskunde kennen het GGG-programma goed. Vanuit het Consortium Onderzoek Huisartsen werken we nu aan de infrastructuur om als eerstelijnsprofessional makkelijker studies met je patiënten te kunnen doen.’

Afbeelding
Afbeelding

Onbeantwoorde vragen

Voor een beschouwing van het heden schuiven vier nieuwe tafelgasten aan bij Joost Hoebink. De eerste is Bert Leufkens, emeritus-hoogleraar farmaco-epidemiologie in Utrecht en sinds 2017 voorzitter van de GGG-raad. ‘De getallen laten het zien: het gaat goed met het GGG-programma. Een enorme kolonne van onderzoekers, artsen, verpleegkundigen, apothekers en anderen doet eraan mee. Bij de oprichting was dit programma hard nodig, maar dat is het nog altijd. Want er zijn nog steeds veel vragen onbeantwoord. Ik denk bijvoorbeeld aan nog ontbrekende kennis over geneesmiddelengebruik door bijzondere groepen, zoals ouderen of zwangere vrouwen. En ook belangrijk: ieder voorgeschreven geneesmiddel heeft nazorg nodig. Goed gebruik van geneesmiddelen is altijd een continuüm.’

Onderzoek in samenhang

Volgens Harald Moonen, hoofd van het GGG-programma bij ZonMw, is er veel om trots op te zijn. Hij noemt met name de samenwerkingsverbanden die onder de vlag van GGG zijn ontstaan. Geneesmiddelengebruik is een complex proces, dat je steeds in samenhang moet onderzoeken. Dat kan dus ook niet in je eentje. Moonen ziet veel ruimte voor verdere ontwikkeling. ‘Er zijn nieuwe thema’s bijgekomen, zoals e-health en personalised medicine. Mooie onderwerpen om ons op te blijven verbeteren.’ Ook Martin van der Graaff, voorzitter van de GGG-commissie Complexe Interventies, ziet kansen. ‘GGG voorziet in een behoefte. Alle partijen die een rol hebben bij de ontwikkeling en het gebruik van geneesmiddelen nemen deel. De vraagstukken uit de praktijk krijgen een plek, maar de crux is: hoe kunnen we het verder brengen? Aandacht voor implementatie blijft cruciaal.’

Betrouwbare financieringsbron

Als waarnemer in de GGG-raad vanuit het ministerie van VWS kent Joan Deckers GGG goed. Bij VWS is zij MT-lid Geneesmiddelen en Medische Technologie. Dat verklaart mede haar belangstelling voor wat ze ‘creatief en avontuurlijk onderzoek’ noemt. Bijvoorbeeld naar het 3D-printen van medicijnen. ‘De toegevoegde waarde van GGG is dat het een betrouwbare financieringsbron is. Voor dit soort innovatief onderzoek, maar ook voor het vinden van bewijs voor relevante bestaande interventies.’ Martin van der Graaff onderschrijft het belang van innovatie van bestaande praktijken. ‘Ik zie veel in proeftuinen om te experimenteren hoe je zaken anders kunt aanpakken. Zo kom je ook tot relevante vernieuwing in het gebruik van geneesmiddelen.’

Afbeelding
Afbeelding

Eerder méér GGG

Voor een blik op de toekomst nodigt de dagvoorzitter ten slotte vijf gasten aan tafel uit. De opening is voor Lonneke Timmers, secretaris van de wetenschappelijke adviesraad van Zorginstituut Nederland. ‘Ik hoop in de toekomst eerder meer GGG te zien dan minder. Er is nog belangrijk onderzoek te doen, terwijl veel goede en relevante studievoorstellen niet gehonoreerd kunnen worden. Zo kunnen we maatschappelijk zeer relevante vraagstukken rond dure geneesmiddelen, die een rol spelen bij vergoedingsbeslissingen, nog altijd onvoldoende kwijt. Met kennis op systeemniveau kunnen wij de minister weer beter adviseren over de zogeheten sluismiddelen.’

Ruimte voor systeemvragen

Bert Leufkens, die over het heden al meepraatte, herkent deze urgentie. ‘GGG-projecten kunnen zeker ook systeemvragen beantwoorden. Maar ik merk dat we dat binnen het programma soms toch te vaag vinden. We honoreren dan liever onderzoek dichtbij de patiënt. Dit breder trekken is wel een uitdaging voor de toekomst.’ Een andere uitdaging ziet Leufkens in de vraag hoe geneesmiddelenonderzoek meer verbinding kan krijgen met razendsnelle ontwikkelingen. ‘We kunnen goed met bestaande dingen omgaan. Maar contact houden met nieuwe ontwikkelingen in – bijvoorbeeld – diagnostiek, dat kan nog beter.’

Niet alleen medisch kijken

Ruud Coolen van Brakel, directeur van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik en lid van de externe evaluatiecommissie van het GGG-programma: ‘Een andere worsteling is die met implementatie. Hoe komen resultaten beter terecht in de praktijk? We zullen in onderzoek breder moeten kijken dan naar het strikt medische of farmacologische. Het concrete gebruik van geneesmiddelen is vooral een kwestie van cultuur en heeft vaak weinig met de ratio te maken. Waarom verschilt het anders zo per land? Ook dat soort aspecten horen bij een programma als GGG.’ Jan Benedictus, namens de Patiëntenfederatie Nederland in de GGG-raad, is het daarmee eens. En de rol van de patiënt is voor dat soort onderzoek cruciaal. ‘Voor patiënten is er in farmacotherapeutische zorg op maat nog veel winst te behalen. Ook relevant: het ontwikkelen van manieren om beter samen te beslissen.’

‘Geen gebruik geneesmiddelen’?

Benedictus heeft nog een suggestie: ‘Ik denk soms wel eens: misschien wordt het tijd voor een ZonMw-programma Geen Gebruik Geneesmiddelen. Bij goed gebruik hoort immers ook het gedegen uitzoeken of je kunt minderen of zelfs stoppen.’ Dat laatste vindt Teun van Gelder, internist-klinisch farmacoloog in Leiden en lid van diverse GGG-commmisies, zeker een uitdaging. ‘Je ziet nog te vaak dat mensen in de laatste levensfase nog allerlei preventieve medicijnen slikken. Daar kun je gewoon mee stoppen. Maar ook in een lopende behandeling kan dat vaak prima, als de ziekte bij een patiënt in remissie is. Of biomarkers vinden om te zien bij wie je dat stoppen misschien juist weer beter níét kunt doen. Ook op het gebied van dit soort vraagstukken kan het GGG-programma een cruciale rol vervullen.’

ZonMw Parel voor SONIA-studie naar borstkankerbehandeling

Bij vrouwen met uitgezaaide, hormoongevoelige borstkanker kan een zogeheten CDK4/6-remmer het effect van hormoontherapie versterken. Werkt dat het beste vanaf de start van de behandeling of kun je het geneesmiddel ook pas later toevoegen? In de SONIA-studie wordt dit onderzocht. Uit handen van ZonMw-directeur Véronique Timmerhuis ontving het projectteam een ZonMw Parel voor hun succesvolle studie-aanpak. Relevant, van goede kwaliteit én in nauwe samenwerking met alle betrokkenen, inclusief de patiënten.

Afbeelding

De SONIA-studie zoekt uit welke behandeling een optimale werking oplevert bij een goede levenskwaliteit voor de patiënt. Een van de successen – en een reden voor ZonMw om SONIA een Parel toe te kennen – is de geslaagde inclusie van 1.050 patiënten bij maar liefst 73 ziekenhuizen in Nederland, ondanks corona binnen de geplande vier jaar.

Subsessie Ronde 2

Afbeelding

11. Dure geneesmiddelen: een zorg in de zorg

Lees het verslag van deze sessie
Afbeelding
Afbeelding

GGG inspireert deelnemers

GGG inspireert deelnemers 2

Foto van Marlies Schrijvers, Hogeschool Utrecht
1 / 6

Marlies Schrijvers, Hogeschool Utrecht

‘Ik ben docent verpleegkunde en heb bij UMC Utrecht net twee ZonMw-projecten over het verbeteren van therapietrouw afgerond. Die heb ik hier gepresenteerd. Een van de opbrengsten is een richtlijn voor verpleegkundigen. Het presenteren is mooi, maar ik vind het ook erg leuk om mensen te spreken die ik soms al twee jaar niet heb gezien. Therapietrouw blijft een belangrijk thema. Medicijnen zijn cruciaal, maar iemand ze niet neemt zoals bedoeld heb je er nog niets aan. Voor de toekomst vind ik de positie van de verpleegkundigen bij medicijngebruik een relevant thema. De nieuwe richtlijn biedt handvatten gebaseerd op evidence. Maar als verpleegkundigen doen we dingen toch vaak gewoon omdat we ze al jaren zo doen.’

Foto van Hans van Welsum, MIND
2 / 6

Hans van Welsum, MIND

‘Ik ben hier namens MIND, een koepel in de ggz waarbij ook veel cliënten- en familieorganisaties zijn aangesloten. Ik heb een rol in Ypsilon, voor familieleden en naasten van mensen met psychosegevoeligheid. In de behandeling versterken behandelaar, cliënt en naasten elkaar. Met name die laatsten worden nogal eens vergeten. Terwijl die alleen al voor het lezen van een etiket soms hard nodig zijn. In de psychiatrie zijn naasten onmisbaar om te signaleren dat het misschien minder goed gaat. Ik heb zelf een farmaceutische achtergrond. Ik vind de kruisbestuiving tussen de disciplines op dit congres heel goed. Een relevant thema? Ik denk vooral de communicatie en afstemming rondom de cliënt. Zeker als het om geneesmiddelen gaat.’

Foto van Kim de Jager, Erasmus MC
3 / 6

Kim  de Jager, Erasmus MC

‘Ik studeer biomedische technologie en ben hier om deelnemers te verleiden de landelijke eindtoets over medicatieveiligheid te doen. Ik kende GGG al, want mijn vader is apotheker. Ik vind het superleuk om hier te horen waar de innovaties zitten. Zelf doe ik nu een onderzoeksstage over het 3D-printen van medicijnen. Dus dat sluit goed aan. Wat ik hier leer is dat patiëntenparticipatie in onderzoek relevant is. Ook repurposing van geneesmiddelen spreekt me erg aan. GGG kan bijdragen aan het verhogen van de efficiëntie en aan innovaties die de doelmatigheid vergroten. Nieuwe technologieën zijn weliswaar duur, maar je kunt er uiteindelijk ook heel goed kosten mee besparen.’

Foto van Rutger van Mierlo, Maastricht University
4 / 6

Rutger van Mierlo, Maastricht University

‘Ik zit in mijn laatste jaar geneeskunde en doe nu in Heerlen mijn wetenschapsstage bij de cardiologie. Ik ben hier samen met Kim voor de eindtoets medicatieveiligheid. Het inspireert me wel om hier te horen over patiëntenparticipatie in onderzoek. In mijn stage heb ik vooral met hartrevalidatie te maken. Voor de toekomst vind ik vooral preventie een relevant onderzoeksthema. Hoe kom je samen met de patiënt tot een goede combinatie van geneesmiddelen en leefstijladviezen? Die twee kunnen elkaar heel goed versterken in de behandeling. Hartpatiënten krijgen al een berg medicatie mee. Om een nieuw infarct te voorkomen, kun je veel bereiken met een mooie wisselwerking tussen medicatie en gezonder leven.’

Foto van Rupie Spermon, Coöperatie VGZ
5 / 6

Rupie Spermon, Coöperatie VGZ

‘Bij zorgverzekeraar VGZ zijn we van zinnige zorg en daar past GGG heel goed bij. Gepast gebruik noemen wij dat dan. Dus hoe is iemand met de juiste hoeveelheid medicatie toch goed geholpen. Via Zorgverzekeraars Nederland zijn ook wij betrokken bij de SONIA-studie. Als ziekenhuizen goede ideeën hebben voor gepast gebruik, omarmen we die en introduceren ze bij andere ziekenhuizen. Ik loop hier alle posters langs om me te laten inspireren. FAST vind ik ook een heel interessant initiatief. Ik kende het nog niet, maar ik ga dat zeker in de gaten houden. Voor de toekomst is vooral implementatie belangrijk. Er worden bergen studies opgeleverd, maar die leveren pas echt wat op als je de opbrengsten kunt opschalen.’

Foto van Jos Winkens, Farma Intervisie & Coaching
6 / 6

Jos Winkens, Farma Intervisie & Coaching

‘Ik ben openbaar apotheker en ben hier als voorzitter van een vereniging van apothekerscoaches. In die coaching gaat het niet om inhoudelijke dingen, maar om jezelf te leren kennen en beter te worden als professional. Op dit congres kom ik overigens juist vanwege het inhoudelijke aspect. Het mooiste vind ik de multidisciplinaire studies, want samenwerking rond de patiënt is belangrijk. De rol van de apotheker is nu vaak nog wat klein. We zijn zorgverlener en niet alleen maar bereider en distributeur. Vooral op het vlak van ICT – dus de gegevensuitwisseling – is er voor die samenwerking nog wel een uitdaging. Als apothekers weet je elkaar wel te vinden, maar achter andere zorgverleners moet je soms nog behoorlijk aanlopen.’

Congres in beeld

Congres in beeld

Foto congres Goed Gebruik Geneesmiddelen Posters
1 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
2 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen presentatie
3 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen presentatie
4 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
5 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
6 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
7 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
8 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
9 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
10 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
11 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
12 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
13 / 14
Foto van congres Goed Gebruik Geneesmiddelen
14 / 14

Sfeerimpressie GGG-congres 2022

#GGGCongres op social media

Het was een mooi #gggcongres gisteren (poster bijgevoegd). Nu weer in Groningen om de masterproject presentatie van Lotte Brinkhof bij te wonen. Zij deed onderzoek naar communicatie tijdens inhalatie-instructies. Heel minutieus uitgezocht, met interessante resultaten pic.twitter.com/aWWprX2LFm

— Liset van Dijk (@Liset65) April 1, 2022

Teksten: ZonMw, Marc van Bijsterveldt
Fotografie: Jeroen van Eijndhoven Beeldwerkt.com