‘We moeten het wiel niet steeds opnieuw willen uitvinden'
De veranderende maatschappij vraagt om meer duurzame kennisontwikkeling, die aansluit bij de praktijk en leidt tot betere integrale samenwerking in de langdurige zorg en ondersteuning. Met het nieuwe Programma Langdurige Zorg en Ondersteuning wordt komende vier jaar gewerkt aan een wetenschappelijke onderbouwing en vooral een betere aansluiting van de zorg en ondersteuning bij de wensen en behoeften van deze kwetsbare doelgroep. Zodat zij ondanks de beperkingen kunnen leven zoals zij dat graag willen.
‘Er is behoefte aan meer onderzoek dat antwoord geeft op vragen die leven in de dagelijkse praktijk, zowel bij professionals als bij cliënten zelf.’
Het Programma Langdurige Zorg en Ondersteuning zet de komende vier jaar in op het ontwikkelen en versterken van de wetenschappelijke kennis in de langdurige zorg- en ondersteuningspraktijk én op het leren in de praktijk met behulp van duurzame, lerende netwerken integrale zorg en ondersteuning zodat ouderen langer veilig thuis kunnen blijven wonen.
‘Er is behoefte aan meer onderzoek dat antwoord geeft op vragen die leven in de dagelijkse praktijk, zowel bij professionals als bij cliënten zelf’, aldus Pieter Roelfsema, senior-beleidsmedewerker langdurige zorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). ‘Praktijkgericht onderzoek is niet alleen belangrijk voor het ontwikkelen van kennis en vakmanschap in de zorg, maar ook om te bepalen of interventies die in de afgelopen jaren zijn ingezet daadwerkelijk een verschil maken in het leven van mensen die afhankelijk zijn van langdurige zorg en ondersteuning.’ Pieter doelt daarmee onder andere op resultaten van eerdere programma’s, zoals het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO).
'Lokale omstandigheden en samenwerkingspartijen kunnen van elkaar verschillen, maar de werkzame elementen zijn vaak hetzelfde.'
Lokale best practices integrale zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderen
Met het NPO is de afgelopen tien jaar gewerkt aan het verbeteren van de zorg en ondersteuning voor ouderen met een complexe hulpvraag. ‘Het NPO leverde mooie resultaten op, maar integrale zorg en ondersteuning is nog niet overal in Nederland de standaardpraktijk’, aldus Reinier Koppelaar, programmamanager Langer Thuis van het Pact voor de Ouderenzorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). ‘Met het nieuwe programma willen we het leerproces doorzetten, door lokale best practices uit te lichten en waar mogelijk op te schalen naar de rest van het land.’ Het uiteindelijke doel is een zogeheten ‘lerende uitvoeringspraktijk’, waarin men leert van elkaars goede ideeën. Reinier: ‘We moeten het wiel niet steeds opnieuw willen uitvinden. Lokale omstandigheden en samenwerkingspartijen kunnen van elkaar verschillen, maar de werkzame elementen zijn vaak hetzelfde. En over die werkzame elementen hebben we in de afgelopen jaren al veel bruikbare kennis verzameld.’
Zelf aan zet
Reinier en Pieter zien grote kansen op het gebied van eHealth: het gebruik van technologie om de gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren. Hoewel dit menselijk contact natuurlijk nooit zal kunnen vervangen, kan het wel complementair zijn aan zorg en ondersteuning. Bij alles wordt gestreefd naar maximale eigen regie, uiteraard binnen de vermogens die iemand heeft.
‘Ondanks de beperkingen en de afhankelijkheid van zorg en ondersteuning moeten mensen kunnen leven zoals zij dat graag willen. Dat beperkt zich niet tot ouderen, maar is hetzelfde voor alle mensen met een langdurige zorg en ondersteuningsvraag’, aldus Pieter. Dit houdt in dat alle betrokkenen oog moet hebben voor de individuele wensen en behoeften van cliënten en hen waar mogelijk zoveel mogelijk zelf moeten laten beslissen. Neem als voorbeeld een man met dementie in het verpleeghuis die steeds naar buiten wil. Hij blijkt een voormalige postbode die nog graag elke dag ‘zijn’ rondje door de buurt loopt. Dit is gemakkelijk te regelen door de inzet van zijn sociale netwerk en een gps-systeem.
Reinier: ‘De kunst is om als professional niet alleen in zorg- en ondersteuningsoplossingen te denken, maar om in een breed netwerk van betrokkenen te kijken naar wat er nodig is om iemand zo goed mogelijk te helpen. Vaak gaat dat niet alleen maar over zorg en welzijn, maar ook over wonen, werken en leren. Dit vraagt om een generalistische blik, omdat je bereid moet zijn om over je eigen schutting heen te kijken en meer te doen dan waarvoor je bent opgeleid.’
'Wetenschappers moeten in begrijpelijke taal kunnen uitleggen wat ze van plan zijn, zodat de doelgroep zelf een oordeel kan vormen over het nut en de noodzaak van het onderzoek.'
Toekomst
Pieter hoopt dat wetenschap, praktijk en onderwijs elkaar de komende vier jaar wederzijds kunnen inspireren om de langdurige zorg en ondersteuning beter en integraler te maken. Een belangrijke randvoorwaarde voor succes is het betrekken van de doelgroepen zelf. ‘Het is belangrijk dat cliënten en wetenschappers elkaars taal leren spreken. Wetenschappers moeten in begrijpelijke taal kunnen uitleggen wat ze van plan zijn, zodat de doelgroep zelf een oordeel kan vormen over het nut en de noodzaak van het onderzoek.'
Reinier is tevreden als er over vier jaar een zo groot mogelijke olievlek van best practices op het gebied van integrale zorg en ondersteuning voor thuiswonende ouderen is ontstaan. ‘Kijk naar de multidisciplinaire zorgteams die op steeds meer plekken in Nederland worden ingezet. In deze teams, waar cliënten soms ook deel van uitmaken, kunnen alle betrokkenen op een efficiënte en effectieve manier afspraken maken over wie welke zorg en ondersteuning biedt. Het zou mooi zijn als deze lokale initiatieven zich regionaal verspreiden.’
Samenhang aanbod langdurige zorg en ondersteuning op maat
Volgens zowel Pieter als Reinier is het belangrijkste streven dat deze kwetsbare groep mensen niet meer afhankelijk is van tijdelijke oplossingen en ad hoc beleid. ‘We willen cliënten en hun omgeving, zoals professionals, onderzoekers, opleiders en gemeenten, ondersteunen om duurzaam samen te werken aan verbetering’, aldus Pieter. ‘Deze verbeteringen moeten professionals in staat stellen beter om te gaan met de schaarse middelen en hen helpen anticiperen op de steeds veranderende omstandigheden. Ook bieden ze zorgverzekeraars en gemeenten houvast bij het maken van de juiste keuze. Zo komen we steeds dichterbij een samenhangend aanbod van langdurige zorg en ondersteuning op maat.’
Colofon
Tekst: Dieuwke de Boer
Beeld: Sannaz Photography
Wat is het Programma Langdurige Zorg en Ondersteuning?
Het Programma Langdurige Zorg en Ondersteuning richt zich op de brede doelgroep van mensen die langdurig afhankelijk zijn van zorg en ondersteuning. Cliënten, kennisinfrastructuur en netwerken integrale zorg - ondersteund door praktijkgericht onderzoek - zijn de kernelementen van het programma. Het bouwt verder aan een duurzame kennisbasis waarin bestaande kennis wordt gedeeld en verder wordt ontwikkeld, maar ook nieuwe kennis en innovatieve ideeën de ruimte krijgen. Veel mensen zijn hierbij betrokken vanuit hun eigen inzicht, kennis en kunde. Dit geldt zowel voor cliënten als voor professionals, opleiders, onderzoekers en andere betrokkenen.
Daarnaast wordt de vorming en ontwikkeling van lerende netwerken integrale zorg en ondersteuning aan ouderen gefaciliteerd. En professionals krijgen ondersteuning bij het leren in de praktijk. Dit vraagt om nauwe samenwerking tussen onderzoek, praktijk en onderwijs. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de praktijk zélf de motor is achter zorgverbetering, door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de uitdagingen én kansen die cliënten, professionals, beleidsmakers, mantelzorgers en andere betrokkenen zien. ZonMw voert het programma uit in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).