Nieuwe bloedtest biedt zicht op vroegere en betrouwbaardere diagnose dementie

Interview met Charlotte Teunissen van het Amsterdam UMC over de PRODIA-studie
Een tijdige diagnose van dementie is cruciaal voor een optimale behandeling. Professor Charlotte Teunissen van Amsterdam UMC ontdekte een belangrijke biomarker in het bloed die vormen van dementie van elkaar onderscheidt. Dat deed ze in haar PRODIA-studie, met financiering van het ZonMw-programma Memorabel.

Nieuwe biomarker in bloed

Biomarkers zijn cruciaal, bijvoorbeeld om een diagnose makkelijker te stellen. Biomarkers zijn eiwitten die voorkomen in lichaamsvloeistoffen, zoals in hersenvocht. Ze zeggen iets over de ernst van de ziekte en kunnen zicht geven op een betere behandeling. Professor Charlotte Teunissen (Amsterdam UMC) ontdekte een belangrijke biomarker in het bloed die zenuwschade in de hersenen aantoont, namelijk de biomarker Nfl die vrijkomt bij zenuwschade. Die zenuwschade treedt op bij dementie. Teunissen ontwikkelde een bloedtest waarmee artsen de biomarker in de klinische praktijk kunnen gebruiken, maar het in de praktijk brengen bleek lastiger dan gedacht. Daarom ontwikkelden ze een handleiding voor bij een webapp, waarin artsen zelf kunnen opzoeken of er sprake kan zijn van dementie bij de patiënt.

Wie is Charlotte Teunissen?

Professor Teunissen wil de zorg voor mensen met dementie verbeteren door het ontwikkelen van biomarkers. Haar onderzoeksgroep kijkt naar het gehele proces van biomarkerontwikkeling. Van de ontdekking ervan met behulp van bijvoorbeeld proteomics methoden tot de klinische toepassing van biomarkers. Ze leidt de Alzheimer Center Amsterdam Biobank, met meer dan 10.000 lichaamsmonsters van mensen met dementie, zowel van bloed als hersenvocht. Ook heeft Teunissen verschillende internationale biomarker consortia opgezet, zoals BioMS en CSF-Society. Daarnaast coördineert ze het Europese Marie Curie MIRIADE-project, dat 15 jonge onderzoekers traint op nieuwe technieken om biomarkers te ontwikkelen. Tot slot geeft ze leiding aan het JPND bPRIDE-project waarin wordt gezocht naar het vinden van biomarkers in bloed. Daarmee wordt het mogelijk om een vroege diagnose van dementie te stellen.

Afbeelding
Profielfoto professor Charlotte Teunissen
Charlotte Teunissen, Professor Neurochemie bij het Amsterdam UMC

Hoe kan deze biomarker helpen in een vroeg stadium de diagnose dementie te stellen?

‘Deze nieuwe bloedtest kan al vroeg laten zien dat een persoon zenuwschade in de hersenen heeft. De arts kan dan sneller vervolgonderzoek doen om te kijken of het echt om dementie gaat. De biomarker kan daarnaast een beeld geven van de vorm van dementie, bijvoorbeeld frontotemporale dementie of de ziekte van Alzheimer. Bovendien kan de arts met de nieuwe test ook uitsluiten of de patiënt psychiatrische problemen heeft, en daarmee bevestigen dat het daadwerkelijk om dementie gaat.’

Waarom is het nodig om de biomarker, naast hersenvocht, ook in bloed te kunnen meten?

‘Zenuwschade wordt al lange tijd gemeten in hersenvocht, omdat dit een betrouwbaar resultaat geeft voor de diagnose. Een bloedafname is daarnaast een stuk praktischer en makkelijker dan hersenvocht afnemen. Alles wat we wisten en de ervaring die we hebben opgedaan met de metingen in hersenvocht, waren nuttig voor de ontwikkeling van deze nieuwe bloedtest. Zo hoefden we het wiel niet opnieuw uit te vinden.’

We hebben samen met de artsen een handleiding ontwikkeld, waarin artsen zelf kunnen opzoeken of er sprake is van dementie.
Charlotte Teunissen
Professor Neurochemie, amsterdam UMC

Wat heeft de patiënt aan de nieuwe bloedtest?

‘Om te weten of er sprake is van dementie, moeten mensen nu nog een lumbaalpunctie ondergaan. Daarbij neemt een arts door een ruggenprik hersenvocht af. Dit is een onaangename ingreep. De nieuwe bloedtest kan in de toekomst worden uitgevoerd bij de huisarts, waardoor de lumbaalpunctie wordt uitgesteld. En als er niets aan de hand is, wordt de lumbaalpunctie ook niet onnodig uitgevoerd. De patiënt krijgt zo ook eerder helderheid over een eventuele diagnose dementie. De arts kan namelijk in een vroeg stadium bij klachten de bloedtest al inzetten. Verder onderzoek kan dan uitwijzen of het daadwerkelijk om dementie gaat. Zo weet de patiënt eerder waar hij of zij aan toe is en kan er op tijd actie worden ondernomen voor passende zorg. Dus: alle mensen met dementie hebben uiteindelijk iets aan deze nieuwe bloedtest. Bovendien verwachten we dat op termijn de bloedtest ook kan worden opgenomen in richtlijnen en verzekeringen, zodat ook de vergoedingen goed geregeld zijn.’

Wat heeft een arts aan deze bloedtest?

‘Artsen kunnen de bloedtest inzetten in de praktijk om de diagnose dementie te stellen. Ze kunnen dus vaststellen om welke vorm van dementie het gaat. We hebben daarvoor, samen met de artsen, een handleiding ontwikkeld. De handleiding is te vinden in de webapp Neurofilament light application online en is ontwikkeld met behulp van een VIMP-subsidie van ZonMw.

In de webapp voeren artsen de leeftijd en de bloedwaarde van Nfl van de patiënt in. Op deze manier kunnen zij opzoeken of er sprake kan zijn van dementie en om welke vorm het gaat. Artsen moeten natuurlijk goed weten hoe ze de bloedtest in de praktijk kunnen inzetten om de diagnose dementie vast te kunnen stellen. En zij moeten vertrouwen krijgen in de bloedtest, voordat ze deze gaan gebruiken. De bloedtest wordt nu uitgeprobeerd door neurologen, geriaters en psychiaters.’

We verwachten dat op termijn de bloedtest ook kan worden opgenomen in richtlijnen en verzekeringen.
Charlotte Teunissen
Professor Neurochemie, amsterdam UMC

Hoe was de samenwerking bij het project?

‘Binnen het project hebben we intensief samengewerkt met andere onderzoeksgroepen. We hebben intensief met de VU samengewerkt om ook ervaringen en resultaten uit te wisselen over technieken om nieuwe biomarkers te meten bij mensen met dementie. Om de ervaringen uit het veld mee te nemen, hebben we contact gezocht met betrokken partijen die eerder onderzoek naar Nfl hebben uitgevoerd. Zo was er al veel bekend over het meten van de biomarker Nfl in hersenvocht. Dat hielp bij het ontwikkelen van de nieuwe techniek om hiermee de biomarker in het bloed te kunnen meten. Om te testen of de bloedtest begrijpelijk en goed te gebruiken is door artsen, hebben we daarnaast ook veel samengewerkt met de neurologen van geheugenpoli’s.’

Wat is het vervolg van het project?

‘Het onderzoek wordt voortgezet in het Onderzoeksprogramma Dementie van ZonMw, dat voortbouwt op 8 jaar onderzoek vanuit het programma Memorabel. Specifiek gaat het om het consortium TAP-DEMENTIA (TAP staat voor Tijdig, Accuraat en Persoonlijk). Daarnaast is er ook een Europees Marie Curie project dat ik coördineer waarin we verder werken aan technieken om biomarkers te meten. Bovendien past ons onderzoek ook bij de Nationale Dementie Strategie 2021-2030 van de overheid, omdat dit aansluit bij het streven om een diagnose op maat te stellen in 2025. De ontdekte biomarker kan artsen helpen in het sneller en beter diagnosticeren van dementie, maar is ook nuttig voor het diagnosticeren van andere hersenaandoeningen. Daarom wil ik ook nieuwe biomarkers ontdekken bij andere neurologische aandoeningen en die ook kunnen meten. Hierop ligt voor mij de komende tijd de focus. Ik hoop dat we zo ook andere patiënten zo snel mogelijk beter kunnen helpen.’

Colofon

Tekst: Ilse Bos
Beeld: shutterstock en eigen beeld
Eindredactie: ZonMw