Interview met Hans-Martin Don
Subsidiemogelijkheden
Heeft u een idee om samen met andere organisaties de zorg en ondersteuning voor mensen met verward gedrag en hun omgeving te verbeteren? Dan komt u wellicht in aanmerking voor subsidie. Er zijn al meer dan 200 praktijkprojecten gestart! Bekijk de inspirerende voorbeelden op onze website.
Niet kunnen bijbenen
Don: ‘De terminologie is in de loop van de jaren een paar keer veranderd’, vertelt hij. ‘Eind jaren ‘90 hadden we het over zorgwekkende zorgmijders, toen werden het veelplegers en nu heet het dus mensen met verward gedrag.’ In de termen is goed te zien welk aspect de samenleving op een bepaald moment kennelijk het belangrijkst vindt. Maar in de kern komt het volgens Don hierop neer: het gaat om de mensen die uitvallen, de grip op hun leven verliezen en het allemaal niet meer kunnen bijbenen. En dat, constateert de commissievoorzitter, is iets van alle tijden.
Tussen wal en schip
Niet alleen de termen zijn veranderd, ook de gevoeligheid van de samenleving voor afwijkend gedrag is groter geworden, constateert Don. We vinden eerder iets raar en mensen hebben er ook sneller last van als iemand zich opvallend gedraagt. Daarbij komt dat de moderne samenleving ook meer van mensen verwacht. Don: ‘Met de decentralisaties hebben we een grotere verantwoordelijkheid bij burgers en hun omgeving neergelegd. Mensen met psychiatrische problemen wonen nu in de wijk. En ouderen blijven langer zelfstandig thuis wonen, ook als ze misschien last hebben van beginnende dementie. Op zich is dat prima, maar het is onvermijdelijk dat er mensen tussen de wal en het schip raken. Om daar iets mee te kunnen doen, is een actieprogramma als dit cruciaal.’
Uiteenlopende vormen
Dat verward gedrag van alle tijden is, wil nog niet zeggen dat we het ook maar moeten laten gebeuren, vindt Don. Een adequate aanpak van verward gedrag is mogelijk, mits alle betrokkenen – gemeenten, politie, zorgaanbieders, maatschappelijke opvang en cliëntenorganisaties – hun krachten bundelen. Het actieprogramma van ZonMw ondersteunt daarom lokale initiatieven waarin samenwerking centraal staat, zodat mensen naar behoefte kunnen worden geholpen. Dat is steeds weer maatwerk, want het kan gaan om heel uiteenlopende gedragingen. Don: ‘Denk aan mensen die dak- of thuisloos zijn en op straat bizar gedrag vertonen. Dat kan soms best intimiderend zijn voor anderen. Maar iemand met verward gedrag kan ook gewoon thuis zitten, in stilte worstelend met een verslaving. Of juist ineens iets onverwachts doen. Denk maar aan Bart van U., de man die veroordeeld is voor de moord op oud-minister Els Borst.’
Persoonsgericht en lokaal
Door zich te richten op lokale initiatieven, kan het ZonMw-programma goed aansluiten bij het werk van het Schakelteam Personen met Verward gedrag. Het schakelteam werkt in opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid & Justitie. Don: ‘Dat schakelteam is als het ware de frontoffice van onze activiteiten. Per 1 oktober 2018 moeten gemeenten en regio’s beschikken over een goed werkende aanpak. Het Schakelteam adresseert knelpunten die daarbij opduiken, verbindt partijen en monitort de voortgang op lokaal niveau. De bedoeling is dat hulpverleners nauw samenwerken en niet loslaten voordat een ander het overgenomen heeft. Een sluitende, persoonsgerichte aanpak dus, waarvoor 9 bouwstenen zijn benoemd.’
Geld voor de uitvoeringspraktijk
De subsidies uit het actieprogramma van ZonMw zijn bedoeld om de uitvoeringspraktijk verder te stimuleren. Don: ‘Het gaat om relatief kleine bedragen – een halve ton – die direct te gebruiken zijn om voor een van de bouwstenen nieuwe werkwijzen of producten te ontwikkelen. En we financieren bijvoorbeeld projecten rond opleidingen, maatschappelijke acceptatie en zelfredzaamheid. Of het nu gaat om het verder uitwerken van een lokale crisiskaart of het regelen van bijzonder vervoer zodat de politie niet langer hoeft te rijden; alles kan, zolang het maar bijdraagt aan die sluitende aanpak. Zodat mensen met verward gedrag niet in hun ellende hoeven wegzakken. En ze ook niet langer onnodig de nacht op straat hoeven doorbrengen. Of in een politiecel.’