Hanneke de Graaf: ‘Het plannen van een zwangerschap is een utopie.’

Samen werken we aan 25 projecten die toekomstige generaties een sterkere start bieden. Wie zijn de mensen achter deze onderzoeken? En wat drijft hen? In deze interviewserie stellen we de 25 projectleiders voor van de projecten binnen het ZonMw-programma ‘Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap’. Deze keer: Hanneke de Graaf.

Net afgestudeerd als psycholoog lonkte een baan als junior onderzoeker bij Rutgers. 22 jaar later is er niets van haar enthousiasme ingeboet. ‘Het werk is nog even boeiend als toen,’ begint Hanneke. ‘Als programmamanager kennisontwikkeling blijft een thema als Seksuele Gezondheid interessant. Het verandert met de tijd en beslaat zoveel terreinen. We hebben taboes te doorbreken en er is nog veel winst te behalen. Toen ik na 10 jaar Rutgers dus heel even de kriebels kreeg “moet ik niet eens verder kijken?” wist ik vrij snel dat het gras helemaal niet groener is bij de buren. Er zijn namelijk geen buren! Zoals Rutgers is er geen andere organisatie. Wat ik hier kan doen, kan nergens anders. Ik zit hier dus hartstikke goed op mijn plek.’

Let’s talk about sex

Hannekes onderzoek richt zich op laag opgeleide jongeren, vroegtijdig schoolverlaters en jongeren zonder werk of opleiding. En precies zoals er door de jaren heen steeds anders gekeken wordt naar thema’s rond seks, kijkt Hanneke tegenwoordig ook anders naar de term “laag opgeleid”. ‘Tegenwoordig spreek je van theoretisch en praktisch opgeleid,’ legt Hanneke uit. ‘Het een is tenslotte niet beter dan het ander. Dus we zijn wel voornemens onze teksten aan te passen naar praktisch opgeleid. Ik moet nog wel kijken hoe ik dat ga doen, want we richten ons specifiek op, daar komt de term weer, het lagere niveau MBO’ers. Maar precies dat houdt zo’n onderzoek dus dynamisch. Neem het woord seks bijvoorbeeld. Vraag 10 verschillende mensen dat te omschrijven en je krijgt 10 verschillende definities. Zo is het ook met onderzoek naar Seksuele Gezondheid. Gender is niet meer alleen man of vrouw, er is veel meer aandacht voor diversiteit en consent. Dat waren 10 jaar geleden helemaal geen thema’s.’

Onbedoeld, ongewenst en ongepland

“Hoe definieert Hanneke onbedoelde zwangerschap?” vroeg Merel Sprenger zich af. Hanneke: ‘Wij vragen letterlijk: “Was het de bedoeling dat je zwanger was?” Daarmee bepaalt degene die antwoordt wat zij verstaat onder een (on)bedoelde zwangerschap. Maar natuurlijk is het niet zo zwart-wit. Wat is bedoeld? Dat áls het komt, dat het dan goed is, maar niet per se nu móet gebeuren? Of wanneer het onverwacht komt, maar alsnog hartstikke welkom is? Ik weet het niet precies en het zal voor iedereen verschillen wat een (on)bedoelde zwangerschap inhoudt. Waar we ook naar vragen is of de zwangerschap gewenst was. Maar ook daarin bestaat meer dan enkel ja of nee. Het kan eerst ongewenst voelen en later omslaan naar gewenst. Waar we wel van zijn afgestapt, is vragen of het gepland was. Het plannen van een zwangerschap is tenslotte een utopie. Je kunt hooguit plannen dat je het nog niet wil en daarvoor maatregelen nemen.’

Jongeren gezocht  

Een tweede vraag van Merel was of onbedoelde zwangerschappen meer voorkomen onder jongeren of dat dat eigenlijk een hardnekkig vooroordeel is. ‘Lastig te zeggen,’ antwoordt Hanneke. ‘Kijk, ik focus op een heel specifieke groep jongeren, waarover alleen voor het deel schoolverlaters en jongeren zonder werk of opleiding duidelijk te zeggen valt dat er een hogere prevalentie is als het gaat om onbedoelde zwangerschappen. Van de MBO’ers zijn de aantallen te klein, dus kunnen we nog niks zeggen. Daarom zijn we nog volop aan het werven. Dat doen we op (MBO-)scholen en dat loopt wel goed. Wat wel een enorme zoektocht wordt, zijn jongeren vinden die geïnterviewd willen worden over hun zwangerschap. Strenge AVG-regels maken het echt een uitdaging om hen te vinden. Dus daar moeten we andere manieren voor bedenken. We zijn nu op de helft van het onderzoek dus ik hoop dat we ze gaan vinden. Liefst ook nog een paar jongens! Want hun perspectief mist nog wel in de wetenschappelijke kennis.’

Ik geef het stokje door aan…

Het onderzoek van Victor van der Geest, over intergenerationele overdracht, klinkt erg interessant. Want dat het fenomeen bestaat, dat je die kwetsbaarheid doorgeeft, weten we. Maar heeft hij daar een verklaring voor? Is dat onderdeel van het onderzoek en zo ja, hoe onderzoek je dat?

Lees hier het interview met Victor van der Geest