Geleerde lessen uit preventieprojecten van 6 verschillende gemeenten

Van elkaar leren staat centraal op de bijeenkomst van 6 gemeenten die projecten uitvoeren onder de gezamenlijke noemer ‘Aan de slag met preventie in uw gemeente’. De 25 deelnemers ontmoetten elkaar in Wormer, dichtbij Zaandam, een regio die in de top 5 staat als het gaat om het aantal te zware inwoners.

In vijf gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland loopt dan ook het project Bruggen naar Gezond Gewicht in Zaanstreek-Waterland dat ernaar streeft dat kinderen gezond opgroeien. Dat, en de 5 andere projecten, passeert vandaag de revue in de leernetwerkbijeenkomst, waar deelnemers hun kennis over de voortgang van hun preventieproject met elkaar delen.

Dit artikel geeft een indruk van de (inhoudelijke) sessies van de dag. Liever direct doorscrollen naar het deel-artikel van één van de sessies? Ga meteen naar:

Na het welkomstwoord door de wethouder Songül Mutluer schudt het openingspraatje door Karien de Ridder (sectormanager preventie & zorg bij GGD Zaanstreek-Waterland) ons direct wakker: onderzoek toont aan dat de maatschappelijke kosten van overgewicht bij kinderen kunnen oplopen tot 150.000 euro per kind. Een alarmerend feit dat helder wordt weergegeven in de factsheet behorend bij het rapport opgesteld door het Mulier Instituut en gefinancierd door ZonMw. Blijvend aandacht vragen voor structurele financiering voor dit probleem dat iedereen in Nederland aangaat, is dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Want een gezonde nieuwe generatie is gezond voor jong én oud.

6 x 3 geleerde lessen uit de praktijk

Wat kan je van de praktijk leren? Vaak te veel om op te noemen, dus werden de deelnemende projecten uitgedaagd om elk 3 geleerde lessen te delen. In 6 bliksemsnelle presentaties werden waardevolle ervaringen gedeeld.

Leeromgevingen flexibel aanpassen

Voor elke gemeente is op verschillende momenten een andere leeromgeving nodig (bijvoorbeeld een training, webinar of inspiratiebijeenkomst). De ene keer is het toevoegen van kennis relevant, de andere keer een herstructurering van bestaande cognitieve schema’s en dan weer de ontwikkeling van nieuwe schema’s (structuur voor informatieverwerking en interpretatie in iemands brein) . Daarom werden 3 leeromgevingen ontwikkeld die naar behoefte kunnen worden ingezet. Een ander inzicht was het goede beeld dat je verkrijgt door gezondheidsprofielen op postcodeniveau te maken. Zo kunnen de kwalitatieve data gematcht worden met kwantitatieve data. Tot slot: de focus op interventies binnen het project is een hele lastige fase. Hoe zorg je ervoor dat de integraliteit van de aanpak toch gewaarborgd wordt? De verbinding tussen integraliteit en een specifieke interventie is een spanningsveld. Lees er meer over op de projectpagina 'Aan de slag met preventie in de Drentse gemeenten.’

Zeg het met een video

Het succes van een project is in grote mate afhankelijk van een projectleider. Komt een projectleider bijvoorbeeld onverhoopt thuis te zitten, dan loopt het spaak. Ook is de invloed van de gemeente groot, zowel positief als negatief. Een andere geleerde les: soms moet je het anders aanpakken dan oorspronkelijk bedacht. Bij de interventie Welzijn op Recept bijvoorbeeld, is het idee dat je de huisarts betrekt. Maar die huisarts is consequent te druk. Daarom is de samenwerking met POH’s (praktijkondersteuners huisarts) goed bevallen. Die waren meteen enthousiast en dat werkt dus wel. Derde les is de kracht van filmpjes. Wat je anders in een lange presentatie deelt, vertel je in een paar minuten in een video. Lees er meer over op de projectpagina ‘Samen leren voor Gezond Gewicht in Rivierenland’.

Maak een plan per wijk  

Hoe krijg je de mensen in kwetsbare omstandigheden die in totaal verschillende wijken wonen met elkaar verbonden? Door te kijken welke thema’s per wijk spelen en zo een plan voor de gezondheid in de wijk te maken. Die verschillen van de wijken worden vanuit 4 centrale vragen gemonitord en geëvalueerd (lerende praktijken.) Als onderdeel van de activiteiten wordt er met de bewoners in gesprek gegaan. Dat vraagt echter wel wat van de lokale procesbegeleider, het is namelijk spannend en leerzaam. Lees er meer over op de projectpagina ‘Wijzer in de Wijk, inwoners gezond en wel door samen te werken aan een effectieve integrale aanpak'.

Monitoren en terugkoppelen leert ons veel

Binnen dit project zijn 3 monitors ontwikkeld. Daaruit wordt veel informatie gehaald die gebruikt kan worden om samen verder te leren. Dat wordt gedaan in een samen-leer-structuur, die weer gekoppeld is aan de monitor zodat ze elkaar versterken. Vanuit de monitoring maken we 3 verbeterpunten en 3 succesfactoren, die gereflecteerd worden. Hoe kunnen de ontwikkelpunten aangepakt worden en hoe kunnen de succespunten nog sterker worden? Ander leerpunt is dat door de verscheidenheid aan kleine projecten, complexiteit in problematiek en inzichten het voor lokale werkgroepen soms niet meer is te volgen. Binnen het project moet men daarom kritisch durven zijn en zich beperken tot wat er werkt in deze context. Lees er meer over op de projectpagina ‘Senioren sterker maken: fysiek en sociaal

Centrale zorgverlener ziet onderliggende problemen

De toegevoegde waarde van een centrale zorgverlener is groot. Naast het regelen van de juiste hulp voor een gezin, kijkt iemand vooral naar de onderliggende problemen. Zo kan een echtscheiding bijvoorbeeld een trigger zijn voor gewichtstoename bij kinderen. Meestal zijn het jeugdverpleegkundigen die deze extra ruimte, budget en scholing krijgen om bepaalde gezinnen intensiever te begeleiden. Een hele andere les luidt: een goed netwerk is onmisbaar als je de samenwerking tussen sociaal en zorgdomein wilt regelen. Vanuit dat netwerk heb je vervolgens één goede trekker nodig. En tot slot: weet altijd in te spelen op daar waar energie zit. Het heeft geen zin om iets voor elkaar te willen krijgen als iemand geen urgentie voelt. Of een andere prioriteit heeft. Dus meebewegen en invoelen is cruciaal om verder te komen. Lees er meer over op de projectpagina 'Bruggen naar Gezond Gewicht in Zaanstreek-Waterland’.

Slow speed dates

Na de plenaire sessie was er ruimte voor een frisse neus en een gesprek. De opdracht luidde: zoek iemand op van een ander project en ga twee keer een half uur intensief met elkaar in gesprek. Omdat het bijna twee jaar geleden was dat de projectmedewerkers elkaar fysiek troffen, werd dit bijpraatmoment goed benut en gewaardeerd.

Gezamenlijke publicatie

Het werd al eerder onderstreept: een gezamenlijk kennisproduct waarin de geleerde lessen gebundeld worden, versterkt de zichtbaarheid en vergroot de impact van alle projecten. Gemeenteambtenaren, beleidsmakers en wijkprofessionals profiteren ervan, waardoor inwoners beter geholpen kunnen worden. Een echte win-win dus, zo’n gezamenlijke publicatie. Zo kan het ook in andere gemeenten gebruikt worden bij het vormgeven van integraal gezondheidsbeleid met effectieve interventies.

Strategisch, tactisch en operationeel niveau

De dialoogtafel werkte de geleerde lessen, ’s ochtends gepresenteerd, verder uit en werden op thema geclusterd. Zo ontstond een inspirerend vel vol ideeën (zie afbeelding) dat vraagt om vervolgstappen. Maar voordat die benoemd worden, eerst nog even over de inhoud van het gezamenlijk kennisproduct. Die stipt zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau aan, zodat het voor iedereen toereikend is. Denk aan een korte infographic voor beleidsmakers, een managementsamenvatting voor beslissers en uitkomsten, uitgewerkt in tools, aanpak en methodes voor uitvoerders. Als daarbij een juiste mix van kanalen gebruikt wordt, zoals eigen en regionetwerken, alles is gezondheid, RIVM, VNG en JOGG, is het bereik bovendien doeltreffend en wordt een sterk signaal richting gemeenten en landelijk beleid afgegeven.

Werkgroep en aanjager

Voor uitvoerders is het ook nodig competenties te versterken. Andere producten zijn dan nodig, denk aan trainingen of advisering. Er zijn zeker voldoende ideeën over de vorm en de inhoud, maar voor het realiseren ervan is een werkgroep en een aanjager nodig. Alvast een preview op de signalen die we vanuit de projecten willen meegeven aan beleidsmakers? Dit werd genoemd: de taak voor de gemeenten om lokaal gezondheidsbeleid vorm te geven is complex en wordt onvoldoende wettelijk en financieel ondersteund. In de grillige praktijk help het om een lijn te kiezen en daar – met flexibiliteit – op door te gaan. ‘Wortels planten’ met een stevig netwerk, een sociale kaart en een trekker. Starten vanuit doel en visie en daar steeds naar teruggaan, niet starten vanuit een interventie.

Duurzame samenwerking en borging netwerken

Inzicht krijgen in een sociaal netwerk maakt helder waar de kwetsbare onderdelen zitten en welke samenwerkingen ontbreken of geoptimaliseerd kunnen worden. Carry Renders (Vrije Universiteit) en Aileen Boersen (GGD Zaanstreek-Waterland) geven handvatten hoe je een netwerk analyseert en hoe je de inzichten hiervan kunt benutten.

Waarom een netwerk analyseren?

In een sociaal netwerk staan mensen en hun onderlinge relaties centraal. Ze hebben een gemeenschappelijk doel of zitten samen in een samenwerkingsverband. Het opzetten en onderhouden van een netwerk is cruciaal bij de aanpak van een complex probleem als overgewicht bijvoorbeeld. Dat vergt namelijk een aanpak waar veel stakeholders bij betrokken zijn. Het succes ervan hangt daarmee mede af van hoe goed al deze verschillende stakeholders met elkaar samenwerken. Het analyseren van een netwerk helpt je kortom in kaart te brengen of er vanuit bepaalde organisaties relevante mensen missen of de groep diverser kan zijn of welke samenwerkingen versterkt kunnen worden.

Uitdagingen

In de praktijk blijkt het niet altijd makkelijk om een optimaal netwerk op te bouwen of in stand te houden. Als projectleider sta je daarbij voor verschillende uitdagingen:

  • Zorgen voor diversiteit van betrokkenen in het netwerk, ongeacht de belangen die er spelen.
  • Verkleinen van de kwetsbaarheid van het netwerk: wordt de rol van een persoon/organisatie vervuld zodra één persoon het netwerk ‘verlaat’? Het inzien van het belang van het netwerk kan per persoon verschillen.
  • Professionals in het netwerk hebben het druk. De kunst is om betrokkenen op de juiste manier te ondersteunen en niet te overvragen. En houd er rekening mee dat men voor anderen invult dat zij geen tijd hebben, terwijl dit niet zo hoeft te zijn. Het is belangrijk om hier een open gesprek over te voeren.
  • Het gevoel van concurrentie tegengaan; handelen vanuit gemeenschappelijk doel, samenvoegen van bestaande initiatieven.
  • Het aan boord houden van professionals; hoe houd je hen enthousiast en betrokken? Maar ook: wanneer is dat nodig? In sommige fases hoeft niet iedereen nauw betrokken te zijn.

Nut van een netwerkanalyse

Een netwerkanalyse geeft inzicht in de bovenstaande punten en kan daardoor helpen deze uitdagingen aan te gaan. Er zijn verschillende tools en methodes beschikbaar om een netwerk inzichtelijk te maken. En dat hoeft beslist géén tijdrovend verhaal te worden. Tijd ervoor vrijmaken levert je mogelijk zelfs tijd op. Tenslotte werkt een geolied en compleet netwerk in het voordeel van je project. Optimale samenwerkingen zijn uiteindelijk wel de basis van je succes. Dus als je, na een analyse, weet welke samenwerkingen lastig zijn, ontbreken of welke perspectieven, domeinen of sectoren missen, dan weet je wat je moet doen om het te verbeteren.

Hoe houd je je netwerk sterk?

De plussen van een goed netwerk zijn duidelijk. Maar wat zijn goede tips om het sterk te houden? Tijdens de dialoogtafel werden er een aantal geformuleerd:

  • Energie krijgen en doorgeven op een thema.
  • Gezamenlijke ambitie uitspreken (helpt bij de borging).
  • Er is een kartrekker nodig om het netwerk aan te jagen.
  • Blijven evalueren en leren van de samenwerking.
  • Elkaar ‘live’ kennen. Informeel een relatie opbouwen.
  • Belangrijk om een veilige sfeer te creëren zodat iedereen eerlijk en open durft te zijn.
  • Samenwerking in beeld brengen.
  • Goed documenteren van taken en contacten.

Sociale kaart

“Bij onze GGD hebben we een bruikbaar meetinstrument, de CAC-vragenlijst, om samenwerkingen in kaart te brengen,” vertelt Aileen Boersen. “Wil je daar meer over weten, dan kan je uiteraard contact met mij opnemen. Zelf eenvoudig beginnen, is wat wij onlangs hebben gedaan: een sociale kaart maken. Zo weet je precies wie er allemaal in je netwerk zit en heb je op thema gerangschikt wie contactpersonen zijn. Zo wordt het voor netwerkpartners makkelijker om elkaar te vinden en contact met elkaar te zoeken. Ik merk dat dat cruciaal is om het werk goed te kunnen doen. Nadeel is uiteraard dat zo’n lijst snel z’n actualiteit verliest, dus je moet er wel bovenop blijven zitten.”

Urgentie

“Nu de borging van de projecten in zicht komt, is een solide sociaal netwerk en het blijven onderhouden daarvan extra relevant,” meent Carry Renders. “Een solide sociaal netwerk is de sleutel voor (blijven) delen en uitwisselen van informatie en het (blijven) mobiliseren, implementeren en borgen van aanpassingen in de aanpak om deze steeds verder te verbeteren. Tenslotte is er voor borging tijd en geld noodzakelijk en precies dat krijg je alleen maar voor elkaar als met elkaar de urgentie van het probleem en eigenaarschap van de ontwikkelde aanpak gevoeld wordt.”

Inclusieve monitoring & evaluatie

Hoe zorg je voor een inclusieve deelnemersgroep aan je onderzoek en evaluatie van je aanpak? En hoe bereik je je doelgroep, vooral de sociaal kwetsbare mensen? Onder leiding van Monique Heemskerk (epidemioloog GGD Zaanstreek-Waterland) wisselden de deelnemers van deze dialoogtafel hierover van gedachten.

Doe het samen

Wat werkt en wat is uitvoerbaar, ook na looptijd van dit programma, als er mogelijk minder tijd en geld beschikbaar is? Een belangrijke tip is: doe het samen! Betrek mensen waar het onderzoek om draait vanaf het begin bij het onderzoek. Maar besef ook: mensen zijn soms ‘onderzoeksmoe’, dus maak er iets leuks van. Sluit bijvoorbeeld aan bij een wijkfestival. Andere tips: zet creatieve werkvormen in en focus op het resultaat, zodat je niet meer monitort dan nodig is. Maak gebruik van sleutelfiguren en/of professionals die de doelgroep kennen en netwerken en plekken waar de doelgroep komt. Zo bezoekt de vaccinatiebus kwetsbare wijken en dat biedt kansen.  

Meer inclusieve vragenlijst

Ook GGD Zaanstreek-Waterland heeft tips om vragenlijst-onderzoeken inclusiever te maken:

  • Verloot prijzen! Mannen, vaak ondervertegenwoordigd, reageren op merkartikelen, dus dan geldt: liever één duur artikel verloten dan 10 bioscoopbonnen.
  • Lager opgeleiden vullen eerder een vragenlijst op papier in dan online.
  • Gebruik gericht social media (Facebook, Instagram), met (betaalde) berichten naar bepaalde wijken/groepen waar de respons achterblijft.
  • Heb je een te lage respons uit een bepaald postcodegebied? Stuur een mailing naar dat gebied, deels in eigen taal, met het aanbod voor hulp bij invullen.

Borging

Monitoring maakt soms deel uit van een interventie, waarbij de interventie-eigenaar de vragenlijsten aanlevert en de uitkomsten in een rapport verwerkt. Dit maakt de interventie iets duurder, maar zorgt er wel voor dat monitoring geborgd is. Andere oplossingen die werden genoemd, zijn de opname van evaluatie in beleidsstukken en nota’s  (volksgezondheid/sociaal domein) van gemeenten en organisaties of als voorwaarde van subsidieverstrekking.

Meer informatie

Kleine initiatieven die groots uitpakken

Tijd voor een bezoek aan de Speelgoed- en kledingbank en de Next Level Chill Academy, oftewel de allereerste BSO voor pubers; 2 mooie projecten die zijn opgezet door vrijwilligers.

1 / 5

De Speelgoed- en kledingbank

Iedereen gelijk

Beiden hebben het ervaren. Als kind of nu als moeder van 4. Armoede. Soms even niet meer weten hoe je de eindjes aan elkaar knoopt. De twee (van de in totaal 13) vrijwilligers van de speelgoed- en kledingbank die ons rondleiden, zijn erop gebrand andere ouders en hun kinderen te helpen als het leven even tegenzit. In de prachtige winkel waar alle kleding fris is en het speelgoed brandschoon oogt, staat alles geordend uitgestald. Iedereen is welkom, je hoeft geen bewijs van armoede te tonen als je komt. Dat is expres. Want de drempel om hier naartoe te komen, moet zo laag mogelijk zijn. De schaamte die vaak hand in hand gaat met armoede, is hier niet welkom. We zijn gelijk; allemaal mens.

2 / 5

Menstruatie-armoede

Kleding, knuffels, speelgoed, spelletjes… Per item is er een limiet aan wat meegenomen mag worden. Misbruik wordt er nooit van gemaakt. De klanten zijn dankbaar voor de warme ontvangst en de ruime keuze. Daarbij wordt per gezin netjes bijgehouden wat er meegenomen wordt. Nieuw in het assortiment is het maandverband. Trots vertellen de vrijwilligers dat ze sinds kort een officieel uitgiftepunt zijn. Het is nog een groot taboe; geen geld hebben voor maandverband of tampons. Menstruatie-armoede noemen ze het. Vrouwen die moeite hebben met rondkomen, kiezen tenslotte eten boven menstruatieproducten. Gelukkig is er voor hen nu een plek waar ze maandelijks kunnen meenemen wat ze nodig hebben.

3 / 5

Next level chill academy

BSO voor pubers

De allereerste BSO voor middelbare scholieren noemt oprichter Miriam de Boer haar Next Level Chill Academy. Geheel naar het voorbeeld van het IJslands preventiemodel, bedacht de dansschooleigenaar dat er in haar Wormerveer iets moest komen voor al die kinderen die na schooltijd een fijne plek zoeken om te chillen met vrienden en rustig hun huiswerk te kunnen maken. Waarbij de bekende verleidingen als drugs en drank buiten de deur worden gehouden.

4 / 5

Succes

Met de Next Level Chill Academy is Miriam meer dan geslaagd in haar opzet. In de voormalige fabriek zijn knusse chillhoeken gecreëerd, royale huiswerkzitjes opgetrokken en een ruime (dans)vloer gemaakt. Zo hebben de jongeren die zich anders samen buiten vervelen een middelenvrije chillplek waar ze huiswerk kunnen maken, elkaar ontmoeten, tot rust komen en juist ook gestimuleerd worden om te bewegen. Tafeltennis, voetbal, dansen in alle vormen; het kan er allemaal. Niet gek dus dat het direct na opening al een groot succes werd. En naar alle waarschijnlijkheid blijft. Ouders, BOA’s, leerkrachten, medewerkers van het sociaal wijkteam: werkelijk iedereen juicht Miriams initiatief toe. Ze hopen dan ook allemaal dat er gauw uitbreiding in de regio volgt…

5 / 5

Over ‘Aan de slag met Preventie in uw gemeente’

Gemeenten spelen een belangrijke rol in een betere gezondheid van hun inwoners en in het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen wijken. ZonMw wil hen met het programma ‘Aan de slag met preventie in uw gemeente’ ondersteunen in de dagelijkse uitvoeringspraktijk, onder meer door het gebruik van erkende interventies te stimuleren. Deze zijn veelal ontwikkeld met financiering van ZonMw.

Samen leren

Preventie vraagt een integrale aanpak met naast zorg ook aandacht voor ruimtelijke ordening, welzijn, inkomen, onderwijs, participatie, milieubeleid en wijkvoorzieningen. In elke regio werken gemeenten, GGD’en, Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid en Werkplaatsen Sociaal Domein daarom samen. Zo kunnen de partijen van elkaars kennis en ervaring profiteren en al doende tot nieuwe inzichten komen.

Overkoepelende leerkring

Binnen deze subsidieronde vormen de projecten een overkoepelende leerkring. Dit stimuleert uitwisselen van kennis en ervaring tussen de verschillende regio’s, vergroot het lerend vermogen en voorkomt dubbel werk.

Voorlopige resultaten

Wat zijn de voorlopige resultaten van de 6 consortiaprojecten? En welke tips geven de projectleiders? Lees verder in onze digitale projectencatalogus.

Meer weten?

Onderwerpen