Commissieleden aan het woord: wat zijn de opbrengsten van Create Health?
Waarom was Create Health zo’n belangrijk programma?
Jan: “Het programma richtte zich op verschillende onderwerpen waarnaar veel onderzoek is gedaan, maar waarbij we niet veel verder komen. Met name qua eenzaamheid en dementie liep het echt vast. Daarom was ik zo blij dat deze onderwerpen, naast obesitas, zo’n grote rol speelden in Create Health. Dit programma gaf gelegenheid om echt out of the box te denken en te komen tot nieuwe inzichten, oplossingen en interventies. Heel gezond dat onderzoekers en de creatieve sector in dit programma bij elkaar gebracht zijn. Dat is best uniek te noemen.”
Wat was het voordeel van die combinatie?
Helianthe: “Bij een creatief ontwerpproces is het heel normaal om eindgebruikers in een vroeg stadium te betrekken. Zij zijn immers het uitgangspunt, de mensen voor wie je iets maakt. Die werkwijze is een mooie aanvulling op het gedachtegoed van de cliënt of patiënt centraal. Wat me wel opviel bij de meeste projecten, is dat de ontwerpkant bij wijze van spreken voorop de tandem zat. Designers ontdekten nu geregeld zaken die we vanuit de zorg allang weten. Bij sommige projecten zag je het wel goed gaan: daar werd de expertise van de zorgpartners vanaf het begin af aan stevig ingezet. Het gaat erom dat je elkaar écht aanvult.”
Dit programma gaf gelegenheid om echt ‘out of the box’ te denken en te komen tot nieuwe inzichten, oplossingen en interventies.
Waar zat de belangrijkste uitdaging?
Jan: “Eén gezamenlijk doel realiseren met mensen uit verschillende disciplines en achtergronden, dat is niet altijd makkelijk. Zo zijn onderzoekers gewend om heel systematisch en meer gesloten te werken, terwijl designers graag in een groep discussiëren en al tekenend op een bord problemen oplossen. Tijd om elkaar en elkaars werkwijzen te leren kennen was erg belangrijk. Ook het betrekken van eindgebruikers was bijna in alle gevallen niet eenvoudig. Als je iemand individueel benadert omdat hij past in jouw profiel ‘lage sociaal-economische status’ of ‘lijdt aan dementie’, voelt dat heel stigmatiserend. Hieruit is de positieve methodiek ontstaan om niet zozeer individuen te benaderen maar groepen mensen die in een bepaalde wijk wonen. Of bijvoorbeeld eerst het vertrouwen te winnen van een groep dementerenden in een zorginstelling.”
Welke projecten sprongen er voor jullie echt uit?
Helianthe: “Ik ben erg enthousiast over het project SQUEALED, waarbij gebruik wordt gemaakt van een slimme meter. Maar het project Healthy Storytelling heeft wel echt mijn hart gestolen. Heel knap hoe ze verschillende doelgroepen hebben weten te bereiken, zelfs na de nodige opstartproblemen. Dit is dan ook een van de vier projecten die een VIMP hebben gekregen: een voucher om ze op weg te helpen met verdere implementatie. Ik denk echt dat dit project kans heeft om op grotere schaal uitgerold te worden en van betekenis te zijn.”
Wat is een VIMP?
VIMP staat voor ‘voucher implementatie’ en binnen Create Health kregen vier projecten deze extra subsidie toegekend. Naast Healthy Storytelling konden Dementia Dynamics in Design, Healthy Storytelling for eHealth, Growing Roots en Track Trace and Trigger! rekenen op extra ondersteuning bij het doorontwikkelen van hun project.
Jan: “Over het algemeen was het niveau erg hoog. Ik vond de toegepaste creativiteit bij alle projecten erg verrassend.”
Betrek eindgebruikers in een vroeg stadium; zij zijn immers de mensen voor wie je iets maakt.
Hoe zien jullie de uitrol van de projecten voor je?
Jan: “Het liefst hadden we voor ieder project een VIMP beschikbaar gesteld, maar daarvoor was het budget niet toereikend. Ik hoop toch dat ook de andere projecten kunnen gaan opschalen en dat hun producten op de markt gaan verschijnen. In sommige gevallen zie ik dat wel gebeuren: daar zit een grote faciliterende partij achter, zoals een gemeente. Of er is een enthousiaste ondernemer betrokken die het voortouw kan en wil nemen. Als er een goede infrastructuur onder een project zit, is de kans groter dat het zal beklijven in de maatschappij. In andere gevallen zal het toch flink trekken zijn.”
Wat raad je die partijen aan?
Jan: “Wat ik al zei: enthousiaste partners vinden die verder willen met het idee en die willen investeren. Dat kan alsnog in een latere fase, maar eigenlijk is het slimmer om daar al aan de voorkant over na te denken. Op die manier kun je geïnteresseerden meenemen in de ontwikkeling en zorgen dat er eigenaarschap ontstaat. Daarom is het ook belangrijk om ruchtbaarheid te geven aan wat je doet, zodat mensen er enthousiast over worden en betrokken raken. Marketing is dus een belangrijk onderdeel van je werkzaamheden als je wilt dat een product het levenslicht ziet.”
Helianthe: “Dit soort inzichten is ook nuttig voor partijen als ZonMw. Bij een volgend programma kunnen we daar in de aanvraag nadruk op leggen: dat projectdeelnemers al op voorhand aandacht besteden aan en nadenken over vervolgstappen. Of niet, natuurlijk, afhankelijk van het doel dat je hebt met je onderzoek. Wil je graag een product opleveren of gaat het je meer om de theoretische verkenning?”
Nadruk op onderzoek
Ondanks dat het ontwikkelen van prototypes en producten een mooie bijvangst is van Create Health, was dit niet het hoofddoel van het programma. Het gericht toewerken naar een eindproduct was ook juist een middel om fundamenteel onderzoek aan op te hangen. Naast prototypes hebben de projecten daarom ook (internationale) publicaties opgeleverd, waarop anderen kunnen voortbouwen met verder onderzoek en verdere productontwikkeling.
Als je mensen uit verschillende disciplines samenbrengt, is het belangrijk tijd te nemen om elkaars werkwijzen te leren kennen.
Welke andere lessen hebben jullie geleerd tijdens Create Health?
Helianthe: “Als het gaat over het overkoepelende onderzoek, CHIWaWA, hebben we ook veel geleerd. We vonden het belangrijk om te zien welke algemene lessen we uit Create Health konden trekken, zodat designers en onderzoekers daar in toekomstige projecten van kunnen profiteren. We hadden dit echter niet heel duidelijk gecommuniceerd naar de projectdeelnemers, waardoor zij het onderzoek soms zagen als een extra taak. Daar kunnen we in een volgend programma al eerder op inspelen.”
Jan: “Een ander leerpunt had te maken met het betrekken van eindgebruikers. Financiers van dit soort projecten leggen steeds meer nadruk op het betrekken van eindgebruikers in het gehele proces. Door de covid-periode, waarin het moeilijk of zelfs onmogelijk was om eindgebruikers te vinden, bleek dat het echt niet altijd nodig is om dat in álle projectfasen te doen. Een belangrijk besef, zeker omdat veel doelgroepen overvraagd worden.”
Experimenteren, leren en verbeteren, dat is de rode draad?
Jan: “Precies! Dat is ook die agile manier van werken die we in de projecten zijn tegengekomen, die echt uit de designwereld komt. Heel mooi dat deze subsidie de ruimte gaf om ook te ontdekken wat (nog) niet of minder goed werkt. Als iets niet meteen lukt, levert dat een prachtig leermoment op voor de toekomst. Want zeg nu zelf: als alles gladjes verloopt, valt er weinig te leren.”
De commissie van Create Health bestond uit 9 professionals met verschillende achtergronden. Van huisartsgeneeskunde tot fondsenwerving en van zorgtechnologie tot ouderenzorg. De taak van de commissie was het selecteren van de projecten, het tussentijds toetsen van de voortgang en bijsturen, en het uitreiken van subsidies voor implementatie (VIMPs).