Antidepressiva tijdens de zwangerschap: afbouwen of doorgaan?

In de wandelgangen heette de studie ‘Stop or go?’ Dit is de vraag die veel zwangere vrouwen zich stellen als ze vanwege depressie of angstklachten antidepressiva slikken, vertelt Nina Molenaar. Met een collega-PhD deed ze een promotieonderzoek naar veilig afbouwen van antidepressiva tijdens de zwangerschap. ‘In Nederland gebruiken steeds meer mensen deze medicijnen, bij zwangere vrouwen is dit nu 2 tot 3 procent. Er is geen bewijs van grote risico’s voor het ongeboren kind, maar verhalen hierover halen af en toe de media. Sommige zwangere vrouwen vragen zich dan af of ze niet beter kunnen stoppen. Het punt is dat een terugval in een depressie of angststoornis ook weer risico’s kent. Er zijn aanwijzingen dat kinderen van depressieve moeders vaker te vroeg worden geboren. Of op latere leeftijd zelf depressies of angstklachten krijgen. Maar los daarvan: je wilt toch liever niet ongelukkig zijn rond je zwangerschap?’
Verstandig afbouwen
In elk geval leefde er duidelijk een vraag naar de beste preventieve behandelkeuze bij depressie of angst tijdens de zwangerschap. Molenaar: ‘Het is niet verstandig cold turkey te stoppen. Wij wilden een vergelijking maken tussen doorgaan met antidepressiva en begeleid afbouwen in combinatie met een cognitieve therapie die terugval voorkomt. De deelnemende vrouwen zouden door loting in de STOP- of GO-groep terechtkomen.’ Al snel bleek de inclusie lastig. Het streven was 200 studiedeelnemers, maar ondanks alle inspanningen – tot aan aandacht in de Volkskrant toe – bleef de teller steken op 44. ‘Vrouwen hebben hoe dan ook een voorkeur: stoppen of juist doorgaan. Dan wil je liever niet afhankelijk zijn van loting.’ Voor de beantwoording van de oorspronkelijke onderzoeksvraag was de statistische power van de studie onvoldoende, maar de resultaten zijn volgens Molenaar wel een goede indicatie om iets zinnigs te zeggen over verstandig afbouwen.
Kleine studie
De STOP-groep bouwde stapsgewijs af onder begeleiding van een speciaal bij de studie betrokken psychiater. Daarnaast volgden de vrouwen een (online) terugvalpreventietherapie van 8 sessies. De GO-groep bleef haar medicatie gebruiken. Beide groepen kregen verder de normale verloskundige zorg en werden tot 3 maanden na de bevalling gevolgd. Van de 24 vrouwen in de STOP-groep vielen 3 deelnemers terug in een depressie (15%). Van de 20 vrouwen in de GO-groep gold dat ook voor 3 deelnemers (12,5%). Er waren geen verschillen in depressieve symptomen tussen de 2 groepen. Molenaar: ‘Omdat het een kleine studie is, kunnen we niet zeggen of afbouwen in combinatie met terugvalpreventie beter of minder goed werkt dan doorgaan met de medicatie. In de richtlijn stond al geen voorkeur voor doorgaan of afbouwen, en dat blijft ook zo. Wel hebben behandelaars nu een aanpak beschikbaar als een zwangere vrouw liever wil afbouwen. We hebben ze over onze bevindingen op congressen geïnformeerd en bijvoorbeeld via kanalen van de beroepsvereniging voor gynaecologen.’

Als een vrouw liever toch wil afbouwen, laat haar het dan onder begeleiding doen, liefst inclusief terugvalpreventie
Stoppen onder begeleiding
Molenaar verwijst naar een meta-analyse met studies onder algemene groepen: begeleid afbouwen blijkt minder nadelige uitkomsten te hebben dan ‘gewoon’ stoppen. En een andere studie laat zien dat preventieve therapie net zo effectief is als doorgaan met antidepressiva. ‘De populaties zijn weliswaar anders, dus nader onderzoek onder zwangere vrouwen is nodig voor een heus bewijs. Maar dit zijn voor mij wel extra aanwijzingen dat stoppen onder begeleiding beter is dan zonder begeleiding.’ Overigens is Molenaar naar eigen zeggen over afbouwen niet meer zo stellig als vroeger. ‘Overal ter wereld zijn miljoenen kinderen gezond geboren terwijl hun moeder antidepressiva gebruikte. Maar als een vrouw liever toch wil afbouwen, laat haar het dan onder begeleiding doen, liefst inclusief terugvalpreventie. Verloskundigen of gynaecologen vinden in onze studie in elk geval handvatten voor een goede gezamenlijke beslissing als een vrouw hierover vragen heeft.’
Wetenschap behapbaar maken
De totale studie van het Erasmus MC liep van 2014 tot en met 2024. ‘Onze gerandomiseerde trial duurde 4 jaar, maar in andere studies zijn de kinderen nog langer gevolgd. Daarover zijn de publicaties nog in de maak.’ Na haar promotietraject in Rotterdam heeft Molenaar in de Verenigde Staten haar kennis rond zwangerschapspsychiatrie 4 jaar lang verder verdiept als postdoc. Inmiddels schrijft ze met haar voormalige Erasmus-collega een populairwetenschappelijk boek dat in 2025 uitkomt. ‘Het gaat over uiteenlopende mentale problemen tijdens en na de zwangerschap. We willen de wetenschappelijke kennis hierover behapbaarder maken, inclusief die uit onze studie. Nog altijd worden psychische problemen vaak gemist bij zwangere vrouwen. Ons boek geeft ze informatie, ook over wat je zelf kunt doen en welke behandelopties er zijn.’ Denk aan begeleide bewegingstherapie, waarover in het proefschrift de stelling staat dat deze behandeling ten onrechte amper wordt ingezet. ‘Bij ernstige depressie zijn antidepressiva een belangrijke behandelmethode, maar voor milde klachten zijn ze minder effectief dan we vaak denken. Een goede bewegingstherapie is mogelijk een alternatief bij depressie of angst. Er is bij zwangere vrouwen ook al onderzoek naar gedaan. Het is vooral lastig een vorm te vinden die deelnemers gemotiveerd houdt.’
Meer mensen includeren
Gevraagd naar tips voor andere onderzoekers in de ggz, pleit Molenaar eerst voor meer onderzoek in de groep zwangere vrouwen. Voor de beste aanpak valt veel te leren van andere studies in de ggz. En onder verwijzing naar de moeizame inclusie voor haar promotiestudie: ‘Ga van tevoren goed in gesprek met de patiënten of mensen voor wie je iets wilt uitzoeken. Het is de vraag of een klassieke RCT wel de beste vorm was voor onze onderzoeksvraag, omdat de onzekerheid van loten voor onze groep kennelijk te groot was. Met een semi-gerandomiseerde studie is het niveau van bewijs misschien minder hoog. Maar als je daarmee wél meer mensen includeert, kom je uiteindelijk toch verder.’
Nina Molenaar deed haar promotieonderzoek in het Erasmus MC. De studie werd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Mijke Lambregtse-van den Berg, die later als projectleider werd opgevolgd door Astrid Kamperman. Molenaar is momenteel wetenschappelijk medewerker bij het Nederlands Huisartsen Genootschap en werkt daarnaast als freelance onderzoeker en schrijver.
Colofon
Tekst: Marc van Bijsterveldt (december 2024)
Beeld: Nina Molenaar
Meer informatie
- GGG-studie 836021011: ‘Tapering antidepressants in pregnancy: a pragmatic multicenter RCT to investigate risk and benefits for mother and child’
- ‘Antidepressants in the Perinatal Period : challenging choices in current practice’, proefschrift van Nina Molenaar, 21 November 2018
- Programma Goed Gebruik Geneesmiddelen
- Onderwerp Geneesmiddelen