Sandra Mustert: ‘Wees flexibel. De praktijk is weerbarstiger dan de theorie.’

Samen werken we aan 25 projecten die toekomstige generaties een sterkere start bieden. Wie zijn de mensen achter deze onderzoeken? En wat drijft hen? In deze interviewserie stellen we de 25 projectleiders voor van de projecten binnen het ZonMw-programma ‘Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap’. Deze keer: Sandra Mustert.

In haar tijd als jeugd/wijkverpleegkundige behoorde ook het consultatiebureau tot haar werkveld. Zo legde ze de basis voor haar kennis over de Jeugdgezondheidszorg. Na een managementopleiding zei ze de verpleegkunde vaarwel en ging zij aan de slag in diverse management functies. Inmiddels werkt Sandra alweer 15 jaar voor de GGD Gelderland-Midden. En de jeugdgezondheidszorg is altijd haar specialisme gebleven, nu als strategisch adviseur.

Lokale aanpak beter neerzetten

‘De laatste 3 jaar zet ik me ook in voor Kansrijke Start,’ begint Sandra, ‘dus dit project, een praktijkgericht onderzoek,  sluit daar mooi op aan. We willen de lokale aanpak voor kwetsbare (aanstaande) ouders beter neerzetten. Daarom participeren in dit project aanstaande en jonge ouders, Jeugdgezondheidszorg, het medisch- en sociaal domein, TNO en de gemeenten Ede en Arnhem alsmede vertegenwoordigers van alle 15 gemeenten in de regio Gelderland-Midden. Door van elkaar te leren, willen de projectpartners de hulp en ondersteuning bij aanstaand en jong kwetsbaar ouderschap verder verbeteren, om deze vervolgens duurzaam in de regio in te bedden.’

Hoe houd je een netwerk goed?

‘We zijn gestart in tijden van COVID-19,’ vervolgt Sandra, ‘en we merken dat het best ingewikkeld is om na zo’n digitale start betrokkenheid in het netwerk te creëren.’ ‘Wat eigenlijk überhaupt al een klus is,’ merkt Geertje Postma op. Haar vraag aan Sandra luidt dan ook: ‘Mijn ervaring is dat een goed functionerend netwerk vaak sterk afhankelijk is van individuen die zich verbonden voelen met het vraagstuk. Ervaart Sandra dat ook zo? En heeft zij tips hoe je zo’n netwerk op praktijkniveau bij elkaar houdt, ook als kernfiguren wegvallen, omdat ze bijvoorbeeld een andere baan hebben?’

Durf af te wijken

‘Dit is 100% herkenbaar,’ antwoordt Sandra. ‘Ook wij hebben te maken met wisselingen waarbij de opvolging nog niet voor elkaar is. Zo’n netwerk sterk houden, betekent investeren. Dus veel bellen, contact blijven zoeken, steeds weer het gesprek aangaan, koffie drinken en herhaaldelijk onderstrepen waarom we dit project doen. Maar durf ook van gebaande paden af te wijken als de praktijk daarom vraagt. Zo hadden we in de projectplanning een tijdsplanning gemaakt, waarbij we per onderwerp een aantal sessies hadden ingepland. Gaandeweg merkten we dat er meer sessies nodig zijn, dus hebben we dat geregeld. Dus wees flexibel, is mijn tip. De praktijk is weerbarstiger dan de theorie.’

Soms is de oplossing simpel

Sandra: ‘Na twee live bijeenkomsten, heeft het project een boost gekregen. Sindsdien heeft ons project 3 focuspunten: allereerst het multidisciplinair overleg voor zwangeren in een kwetsbare situatie. Ten tweede de focus op de sociale regie; wie neemt in welke fase verantwoordelijkheid? En tot slot richten we ons op het inzetten van de MamaWegwijzer, een flyer met de belangrijkste telefoonnummers en websites die heel praktisch insteken op de situatie waar kwetsbare zwangeren zich op dat moment in bevinden. De MamaWegwijzer maakten we samen met ervaringsdeskundigen. Hun betrokkenheid bij het project is ontzettend leerzaam. Zij drukken ons iedere keer weer met de neus op de feiten hoe basaal sommige zorg moet zijn. Om een voorbeeld te geven: een vrouw was tijdens haar zwangerschap afgekickt en uit de drugsscene gestapt. Voor haar kind wist ze die omslag te maken. Maar na 2 jaar was ze doodop: haar kind wilde maar niet stoppen met huilen. Een professional ontdekte dat ze haar kind niet liet slapen overdag. Het was haar simpelweg nooit verteld. Nadat de moeder een middagslaapje introduceerde, knapte het kind wonderwel op. Zo simpel kan het dus zijn.’

Handen ineen slaan voor landelijke interventies

‘Wat ik zelf nog aan het leernetwerk wil meegeven,’ zegt Sandra, ‘is het idee om voor specifieke doelgroepen misschien maar eens landelijk de handen ineen te slaan. Zo richten we ons nu bijvoorbeeld op mensen met een verstandelijke beperking of een vluchtelingenachtergrond. Ik zou het mooi vinden als we interventies landelijk kunnen delen en inzetten, want ik kan me voorstellen dat er veel overeenkomsten zijn als het erom gaat hoe je met deze doelgroepen in gesprek kunt gaan.

Ik geef het stokje door aan…

‘Net zoals wij,’ besluit Sandra, ‘richt het project van Ariene Volmer zich op leerlingen in het VSO en MBO. Daarom wil ik Ariene vragen waar het accent op de preventie moet liggen als je deze doelgroepen benadert. En daarnaast: hoe betrek je naast de meiden ook de jongens?’

Lees hier het interview met Ariene Volmer