Nieuw type overstijgende richtlijn draagt bij aan betere paramedische zorg

De richtlijnen oncologie en zelfmanagement zijn nu overstijgend, in plaats van alleen voor een specifieke aandoening. Dit helpt fysio-/oefentherapeuten betere beslissingen te nemen waardoor ze betere zorg geven.

Dit nieuwe type richtlijnen is ontwikkeld door een projectgroep onder leiding van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). ‘We zien dat zorgverleners geconfronteerd worden met een oerwoud aan richtlijnen’, zegt Philip van der Wees, hoogleraar paramedische wetenschappen bij het Radboudumc. De wetenschappelijke kennis over aandoeningen groeit exponentieel. ‘We vatten die kennis samen in richtlijnen zodat zorgverleners niet zelf al die literatuur hoeven te lezen en toch up-to-date zijn’, aldus Van der Wees. Daarmee stijgt ook het aantal richtlijnen met aanbevelingen die zorgverleners ondersteunen bij het stellen van diagnoses, het bieden van de juiste zorg en met de patiënt de aanpak bepalen.

Aanpak Stroomlijning kwaliteitsstandaarden fysio-/oefentherapie

Hoogleraar paramedische wetenschappen Philip van der Wees en senior beleidsmedewerker Mitchell van Doormaal maakten deel uit van een projectgroep die als doel had om overstijgende richtlijnen te ontwikkelen voor fysio- en oefentherapeuten op het gebied van oncologie en zelfmanagement. In 2020 startte het project FAST: Fysio-/oefentherapie Aanpak Stroomlijning kwaliteitsstandaarden. De projectgroep bestond uit richtlijnadviseurs en wetenschappers van het KNGF, de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM), Radboudumc, Amsterdam UMC en Nederlands Kanker Instituut (NKI) Antoni van Leeuwenhoek. Hoewel de uitkomst anders was, was de aanpak wel vergelijkbaar met reguliere richtlijnontwikkeling: voorbereidingsfase (ophalen van knelpunten uit de praktijk), ontwikkelfase (literatuuronderzoek, overwegingen in kaart brengen met de werkgroep) en de  commentaarfase (commentaar op concept van stakeholders zoals therapeuten, patiënten, andere zorgverleners).

Richtlijn voor grotere groep patiënten en aandoeningen

Richtlijnontwikkeling is kostbaar en tijdrovend. ‘Het duurt 2 jaar om een richtlijn te ontwikkelen. Om alle kennis in richtlijnen op te nemen, heb je zoveel middelen nodig, dat redden we niet’, zegt Mitchell van Doormaal, senior beleidsmedewerker Kwaliteitsstandaarden bij het KNGF. Bij deskundigen leeft al langer de vraag of het niet slimmer kan. Zoals richtlijnen die zich niet zoals nu specifiek op 1 aandoening richten, maar overstijgend zijn.

Afbeelding
Portret Mitchell van Doormaal
Een richtlijn kan dan voor een grotere groep patiënten en aandoeningen gelden.

Oncologie

In de huidige praktijk raadpleegt een fysiotherapeut die een patiënt met kanker helpt gezond te bewegen, de specifieke richtlijnen voor borstkanker, longkanker of een andere kankersoort. Ook al kampen patiënten vaak met dezelfde soort problemen, zoals broze botten en vermoeidheid. Het doel van de projectgroep was om een overstijgende richtlijn oncologie te ontwikkelen. ‘Een belangrijke ervaring uit dit deelproject was dat veel wetenschappelijke literatuur gericht is op specifieke typen kanker. Zo ging bij een bepaald onderwerp 70 à 80% van de wetenschappelijke literatuur over borstkanker. Maar in hoeverre is dat toepasbaar op andere kankersoorten? Dat waren af en toe ingewikkelde discussies,’ zegt Van Doormaal.

Zelfmanagement

De andere pilot was het opstellen van een generieke richtlijn zelfmanagement, een onderwerp dat voor elke patiënt binnen de fysio- en oefentherapie belangrijk is. ‘Het gaat om de vraag hoe je als fysiotherapeut zelfmanagement kunt ondersteunen, of iemand nu COPD heeft of artrose. Hoe krijg je een beeld van belemmeringen bij patiënten, zoals bijvoorbeeld een gebrek aan motivatie?. Hoe kun je hier als fysio- of oefentherapeut mee omgaan?’, zegt Van Doormaal.

Internationale doorbraak

Na een jaar waren de concepten klaar, waarna deze werden voorgelegd aan onder andere zorgverleners en patiënten. ‘De fysiotherapeuten gaven bij zelfmanagement aan dat de aanbevelingen niet specifiek genoeg waren. Dus daar hebben we in de laatste fase nog werk van gemaakt’, aldus Van Doormaal.

Philip van der Wees 696x329
1 / 1

In december 2021 zijn de 2 richtlijnen goedgekeurd door de besturen van het KNGF en de VvOCM (de initiërende beroepsverenigingen), en andere organisaties die meewerkten aan de richtlijnen.

'We hebben echt iets nieuws ontwikkeld, ook als je internationaal kijkt.'

‘Het kostte wel meer tijd dan bij een gewone richtlijn want het was complexer. Maar waar we voorheen afzonderlijke richtlijnen voor verschillende aandoeningen ontwikkelden, doen we dat nu maar éénmaal. Daar zit de winst.’

Implementeren

De nieuwe richtlijnen staan op de website van het KNGF. De reacties zijn positief. ‘Fysiotherapeuten ervaren de richtlijnen als een goed hulpmiddel en stellen hen in staat hun vak optimaal uit te oefenen, bijvoorbeeld als patiënten broze botten hebben door kanker’, zegt Van Doormaal. Hij denkt ook dat het bijdraagt aan een uniformere behandeling. Door onder andere de vele richtlijnen voor specifieke aandoeningen, de tegenstrijdigheden die er soms zijn én de hiaten, zijn er nog grote verschillen in behandeling tussen fysiotherapeuten. ‘Deze richtlijnen dragen bij aan optimale zorg, bij welke fysio- of oefentherapeut een patiënt ook komt’, zegt Van Doormaal.

Ook Van der Wees ziet voordelen. ‘Het helpt fysiotherapeuten om betere beslissingen te nemen waardoor je betere zorg krijgt.’ Al heeft hij ook een waarschuwing. ‘De algemene kritiek op richtlijnen is dat ze teveel one size fits all zijn. Die kritiek is deels terecht, want het zijn vaak algemene aanbevelingen. Zorgverleners moeten deze altijd spiegelen aan de individuele patiënt. Bij generieke richtlijnen geldt dat wellicht nog meer,’ zegt Van der Wees. De hoogleraar wijst erop dat het nu aankomt op implementeren van de 2 richtlijnen. Hij roept zorginstellingen op om een goed leerklimaat te creëren waarbij ook goed gebruik van richtlijnen hoort.

Vliegwiel

Van der Wees hoopt dat de 2 richtlijnen als ‘een vliegwiel’ functioneren. ‘Iedereen denkt na over hoe we richtlijnen beter kunnen vormgeven’, zegt hij. Het FAST-project kan als voorbeeld dienen. Het heeft bij zelfmanagement laten zien ‘dat we met 1 richtlijn toekunnen in plaats van in de ongeveer 20 richtlijnen een specifiek stuk over zelfmanagement te moeten ontwikkelen’, zegt Van der Wees. Al is een overstijgende richtlijn zeker niet voor alles geschikt en blijven gedetailleerde richtlijnen nodig. ‘Dus generiek als het kan, maar specifiek als het moet’, stelt Van der Wees. Internationaal worden de resultaten ook gedeeld. Van Doormaal heeft de resultaten van het FAST in september gepresenteerd op het congres van het Guidelines International Network (GIN) in Toronto.

Meer overstijgende richtlijnen

In februari is een KNGF-projectgroep gestart met een nieuwe overstijgende richtlijn voor digitale zorg, ofwel zorg op afstand. Een andere projectgroep (geleid door het KNGF en bestaande uit richtlijnadviseurs van VvOCM, Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD), Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF), Ergotherapie Nederland en de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH)) werkt aan een brede paramedische richtlijn Kwetsbare ouderen.

Programma Paramedische Zorg

Het doel van het programma Paramedische Zorg is het stimuleren van de kwaliteit en transparantie in de paramedische zorg. Hiermee leveren we een bijdrage aan de verbetering van de patiëntenzorg en de gezondheid van patiënten. Het programma bestaat uit 2 onderdelen: kennisvergroting en onderzoek. In het eerste onderdeel doen we onderzoek naar kennisvragen uit de kennisagenda’s van de betrokken beroepsgroepen. In het tweede onderdeel werken we aan ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden, (stroomlijning van) richtlijnontwikkeling en het verbeteren van transparantie van zorg.

Colofon

Tekst: Tjitske Lingsma
Eindredactie: ZonMw