Loslaten van binair denken kan druk op transgenderzorg verlagen
In een interview lichten 2 van de onderzoekers, Chris Verhaak en Enny Das, de conclusies van hun studie naar (de zorg voor) trans personen graag toe. Beiden maken deel uit van een interdisciplinair team, waarin perspectieven uit de geneeskunde, psychologie, politicologie en communicatie- en taalwetenschappen samenkomen.
‘De combinatie en integratie van al deze perspectieven gaven het onderzoek enorme meerwaarde’, vertelt hoogleraar communicatie en beïnvloeding Enny Das. ‘We hebben eindeloos zitten puzzelen. Wat is er nu precies aan de hand?’
Een samenspel van individuele, maatschappelijke en structurele factoren
Een belangrijke conclusie van het onderzoek is dat we niet kunnen spreken van een nieuw fenomeen. In de afgelopen jaren zijn trans personen weliswaar meer zichtbaar geworden, maar dat kan ook komen doordat trans personen hun trans identiteit meer durven te uiten.
Met een overkoepelende schets van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren, verklaren de onderzoekers de toename van transgender personen en de transgenderzorg uit een complex samenspel van individuele, maatschappelijke en structurele factoren.
Zo is er in de huidige maatschappij meer aandacht en ook erkenning voor trans personen, maar tegelijkertijd is hun emancipatie verre van voltooid. ‘De stap naar zichtbaar worden is gezet, maar daarmee is er voor trans personen nog geen ruimte om zich veilig te voelen in de maatschappij’, constateert klinisch psycholoog Chris Verhaak.
De emancipatie van trans personen is verre van voltooid. De stap naar zichtbaar worden is gezet, maar daarmee is er voor trans personen nog geen ruimte om zich veilig te voelen in de maatschappij.
De wachtlijsten werden niet korter, maar langer
Verhaak is medeoprichter van de transgenderzorg die het Expertisecentrum Geslacht en Gender van het Radboudumc sinds 3 jaar aanbiedt. In haar werk voor dit centrum ziet ze wekelijks dat de (onderliggende) vragen van velerlei aard zijn. Anders dan de heersende beeldvorming, gaat het om veel meer dan puberteitsremmers en chirurgische operaties.
‘We dachten de wachtlijsten op te lossen, maar ze werden juist langer. Onze wachttijd na verwijzing is nu 2,5 jaar. We beseften al snel dat de vragen veel breder liggen dan alleen de strikte vraag naar behandeling. Ons expertisecentrum maakt deel uit van een maatschappelijk en cultureel proces.’
3 onderzoeksvragen en 4 deelstudies
Met subsidie van ZonMw onderzocht dit Nijmeegse onderzoeksteam 3 vragen: hoe kunnen we de toename in (specifieke groepen) transgender personen verklaren? Hoe kunnen we de toename in de vraag naar transgenderzorg verklaren? Hoe kunnen we verandering in de aard van de zorgvraag verklaren?
Voor een antwoord op de vragen kozen de onderzoekers voor 4 deelstudies. Dit zijn een onderzoek naar de cijfers, naar theoretische kaders, naar de mening van transpersonen en professionals (18 focusgroepen) en als laatste naar de berichtgeving in klassieke en sociale media. In een afsluitend hoofdstuk worden de bevindingen met elkaar verbonden.
Geen recente cijfers en verschillende definities
Al in de 1e deelstudie, die naar de cijfers, komen de onderzoekers tot opvallende bevindingen. Terwijl uit diverse publicaties blijkt dat het aantal trans personen sterk stijgt, laat dit onderzoek zien dat er een gebrek is aan recente cijfers en betrouwbare longitudinale registraties. Ook zijn bestaande databestanden moeilijk met elkaar te vergelijken. Een vaak terugkomend probleem is het gebruik van verschillende definities en interpretaties van begrippen als genderidentiteit, transgender en genderdysforie (zie kader). Een toename van het aantal trans personen is niet vast te stellen, constateren de onderzoekers.
Niet alle trans personen willen in transitie
Zelf verstaat dit onderzoeksteam van de Radboud Universiteit onder transgender personen alle personen die hun gender anders beleven dan het geslacht dat zij bij geboorte toegekend hebben gekregen. Een bekende misvatting waar deze Radboud studie vaak op stuitte, is dat alle transgender personen een zorgvraag hebben en dat alle trans personen daadwerkelijk in transitie zijn of willen.
‘In veel definities wordt transgenderidentiteit medisch geframed’, licht Das toe. ‘Het gevaar bestaat dan dat transgender als ‘afwijkend’ wordt gezien.’
Sommige vragen lenen zich beter voor de reguliere zorg
In de overige deelstudies wordt deze medische framing bevestigd. De psychologische last van het anders zijn ligt bij het individu, concluderen de onderzoekers. Zij noemen dit minderheidsstress en schetsen hoe in Nederland de situatie is ontstaan dat trans personen met hun vragen en problemen alleen bij gespecialiseerde, medische zorg terecht kunnen. ‘De specialistische zorg is voor trans personen van onmisbare waarde, maar is niet de meest passende plek voor al hun urgente vragen. Sommige vragen lenen zich beter voor de reguliere zorg, zoals huisartsen en ggz, maar die is daar onvoldoende op ingericht’, constateren de onderzoekers.
Nog hogere psychische nood, nog hogere wachttijden
De onderzoekers spreken zelfs van de fuik van de specialistische zorg. Alleen de genderklinieken van 3 UMC’s en enkele particuliere klinieken beschikken over de vereiste kennis en expertise van de psychische en somatische transgenderzorg. De wachtlijsten voor deze zorg lopen meer en meer op, waardoor een zichzelf versterkend proces ontstaat: nog hogere psychische nood, nog hogere wachttijden.
Als professional kan je niet meer zeggen "ik ben hier niet van"
‘Een jongere die aan een huisarts of psycholoog vertelt meerdere problemen te hebben, waaronder een zoektocht rond gender, wordt met die gendervraag vaak meteen naar de specialistische zorg gestuurd. Maar die vraag kan je helemaal niet isoleren. Ook professionals in de 1e en 2e lijn moeten hun kennis en expertise op dit gebied vergroten’, zegt Verhaak. ‘Als professional kán je niet meer zeggen "ik ben hier niet van".’
Aanbevelingen voor beleid en praktijk
- Stimuleer kennis over en integratie van trans personen in de maatschappij. Denk aan handelingsverlegenheid van professionals tegengaan en ouders en docenten voorlichten.
- Bied de juiste zorg op de juiste plek. Beleg gendervraagstukken op meerdere plekken, zoals reguliere ggz en huisarts. Vergroot tijdelijk het aanbod in de specialistische zorg om wachtlijsten terug te dringen.
- Bevorder inclusieve reguliere zorg, werk ook met ervaringsdeskundigen, meer genderdiverse professionals.
- Vergroot kennis in reguliere zorg.
- Zorg voor transparante en actuele communicatie over de zorgstructuur.
Aanbevelingen voor onderzoek
- Investeer in onderzoek om de bredere sociale en maatschappelijke context te betrekken bij studies naar de ontwikkeling van genderidentiteit en de vraag naar transgender zorg.
- Bevorder inclusieve gegevensverzameling. Denk aan transparantie in dataverzameling, het vermijden van proxies (bijvoorbeeld: het aantal transgender personen is gelijk aan het aantal personen dat transgenderzorg vraagt) en het gebruik maken van de mogelijkheid dat mensen zelf aangeven hoe ze hun geslacht beleven.
3 paradoxen in de (ook maatschappelijke) zorg voor transgender personen
Dit beeld komt terug bij de derde en laatste onderzoeksvraag: waarom is de aard van de vraag naar transgenderzorg veranderd? De onderzoekers signaleren hier een mismatch tussen de vraag naar en de inrichting van transgenderzorg. Trans personen hebben baat bij erkenning en acceptatie, die zich uitstrekt over verschillende maatschappelijke domeinen. Geen van deze domeinen zoals onderwijs, welzijn, werk kan daar voldoende aan tegemoet komen, waardoor er 3 paradoxen zijn ontstaan:
- Pathologiseren versus depathologiseren: de feitelijke situatie dat trans personen zich alleen tot specialistische centra kunnen wenden, werkt pathologisering van (diversiteit in) genderidentiteit in de hand.
- Diagnosticeren versus exploreren: genoemde zorgstructuur gaat gepaard met nauw omschreven diagnoses en zorgprocessen. Veel trans personen hebben juist behoefte aan verkennen en exploreren, maar daarvoor is geen plek.
- Medische zorg versus maatschappij: psychosociale problemen die hun oorsprong hebben in de samenleving, moeten in een medische context worden opgelost. Gerichte interventies op maatschappelijk niveau blijven uit.
Ik hoop dat kinderen op een veilige en ruimhartige manier in onze maatschappij hun genderidentiteit kunnen ontdekken. Wanneer we de maatschappij en de reguliere ggz en huisartsenzorg inclusiever kunnen inrichten, kan dit de druk op de specialistische zorg verlagen.
De polarisatie ontstaat over ‘kleine punten’
Beide onderzoekers benadrukken dat ze met hun resultaten geen makkelijk verhaal vertellen. In hun onderzoeksrapport 'Mijn gender, wiens zorg?' komt dit goed naar voren - het is een rapport vol nuances, onderlinge verbanden en vooral: een brede blik.
‘In de huidige debatten zie en hoor je veel kleine meningen, waardoor het overzicht ontbreekt’, licht Das toe. ‘Juist daardoor ontstaat polarisatie, op kleine punten is het altijd veel makkelijker een stellige mening hebben.’
Laat in elke sector het binaire denken los
In hun aanbevelingen maken de onderzoekers onderscheid tussen onderzoek en beleid (zie bovenstaand kader). Hun belangrijkste advies? Verhaak en Das twijfelen geen moment: de vraagstukken op dit terrein moeten meer uit maatschappelijk perspectief beschouwd en beantwoord worden.
Das: ‘Het binaire denken moet losgelaten worden - het exploreren van genderidentiteit is een fluïde proces. Het is belangrijk dat dit in de hele samenleving meer doordringt. Denk aan ouders, docenten en eerstelijnsprofessionals, maar bijvoorbeeld ook aan hrm-medewerkers en mentoren.’
Bovendien kan zo’n proces blijven bewegen. Het is een illusie om te denken dat als je maar genoeg exploreert, je vanzelf tot een definitief antwoord komt. ‘Laten we vooral niet in paniek raken als er iets beweegt’, besluit Verhaak.
Veelgebruikte begrippen
Geslacht/sekse | De lichamelijke, biologische kenmerken die een mens of dier een mannelijke of vrouwelijke rol bij de voortplanting geven, zoals de hormoonhuishouding, chromosomen, en de in- en uitwendige organen.
Gender | Een set aan identiteitsaspecten, gedragingen, rollen en verwachtingen die aan een bepaald geslacht worden toegeschreven. Sekse en gender komen niet bij elke persoon overeen, en kennen beiden meer dan 2 mogelijke invullingen.
Intersekse | Een conditie waarbij de geslachtskenmerken niet duidelijk aan één sekse zijn toe te wijzen. Dat kan gaan om in- of uitwendige genitaliën, hormonen of chromosomen.
Genderidentiteit | Beschrijft het innerlijk gevoel of de beleving van gender. Er bestaan naast vrouw en man veel verschillende genderidentiteiten. Opvattingen over en invullingen van genderidentiteit variëren doorheen de tijd en zijn cultureel en sociaal bepaald.
Transgender persoon/trans persoon | Een persoon van wie de genderidentiteit niet samenvalt met diens geboortegeslacht.
Cisgender persoon | Een persoon van wie de genderidentiteit samenvalt met dienst toegewezen geslacht bij geboorte (man of vrouw).
Binair | Het denken vanuit twee genders: de mannelijke en vrouwelijke gender.
Non-binair | Een paraplubegrip voor personen die zich niet aan de binaire gendervorm van vrouw of man conformeren en/of die norm overstijgen. Onder deze noemer vallen tientallen genderidentiteiten.
Transgender thema’s in de media
De aandacht voor transgender thema’s in kranten en op Twitter is tussen 2011 en 2022 toegenomen. In de kranten ging veruit de meeste aandacht uit naar de representatie van transgender personen en naar sociale normen. De houding was in het merendeel van de krantenberichten neutraal of positief over transgender thema’s. In de laatste jaren werd de houding in krantenberichten wat minder neutraal, en vaker polariserend.
Op Twitter had ongeveer de helft van de tweets een positieve houding ten aanzien van transgender thema’s. Ongeveer de helft van de tweets bevatte een negatieve emotie (ongeacht de houding). In de latere jaren nam het aantal tweets met een negatieve emotie toe en het aantal tweets met een positieve emotie af.
De resultaten illustreren hoe het maatschappelijk debat en de publieke opinie rondom transgender thema’s zich in de laatste tien jaar heeft ontwikkeld. De toon van het debat is over het algemeen positief, maar verhardt en polariseert in de laatste jaren. De bevindingen suggereren dat de emancipatie van transgender personen onderweg is, maar nog niet is voltooid.
Het was net voor corona dat ik letterlijk het woord non-binair leerde kennen en toen was het van: ‘’o shit, dit is het”.
Een vriend raadde mij aan mijn naam op de wachtlijst te zetten, ook al heb ik niet het gevoel dat het heel urgent is. Tegen de tijd dat het echt gaat knagen, is het anders te laat.
Volgens mij is er geen sprake van een hype. Het is eerder zo dat personen beseffen dat ze er mogen zijn.
Meer informatie
Colofon
Tekst: Gonny ten Haaft
Beeld: Hans Tak
Eindredactie: ZonMw
De bovenstaande informatie kunt u gebruiken om naar te verwijzen. Mocht u de tekst en foto’s willen gebruiken, neem dan contact op met pers@zonmw.nl.