Iedereen wint bij slimmer organiseren en betalen
Openhartig over leerprocessen
‘Ik heb genóten!’ Na afloop van de slotbijeenkomst ‘Uitkomstgericht organiseren en betalen’ kijkt dagvoorzitter Eric van der Hijden enthousiast terug. Hij weet waarover het gaat, want in het dagelijks leven is hij manager strategisch advies bij Zilveren Kruis. Van der Hijden is onder de indruk van de kwaliteit van de presentaties en de openhartigheid waarmee de projectleiders hun leerervaringen hebben gedeeld. ‘Vaak ontaarden zulke bijeenkomsten in abstracte beleidsteksten en in conclusies als: “Als we maar goed samenwerken, dan komen we er wel.”’ Maar deze bijeenkomst ging verder, aldus Van der Hijden: ‘De projectleiders beschreven heel transparant hun leerprocessen en ze waren eerlijk over de zoektocht die uitkomstgericht organiseren en betalen is. Dat delen van ieders zoektocht vond ik inspirerend. Er werden geen mooi-weer-verhalen verteld. Het waren realístische verhalen.’
Inzicht in organisatie- en contractvormen
Even uitzoomen. Om de best passende zorg te kunnen bieden, hebben patiënt en zorgverlener inzicht nodig in voor de patiënt relevante uitkomsten. Dan kunnen ze samen beslissen over de behandeling. Maar hoe organiseer je dat? De projecten, die subsidie ontvingen vanuit het ZonMw-programma ‘Uitkomstgericht Organiseren en Betalen’, geven inzicht in verschillende organisatie- en contractvormen en in de effecten van kansrijke initiatieven: wat werkt wel en wat niet? Tijdens de bijeenkomst in Zeist gaan de projectleiders in op succes- en faalfactoren en naar manieren om drijfveren te vinden om te komen tot samenwerkingsvormen voor persoonsgerichte zorg.
‘Best een beetje buikpijn’
De bijeenkomst wordt afgetrapt met een korte inleiding door Wout Adema, directeur zorg bij Zorgverzekeraars Nederland. Hij legt nadrukkelijk de link tussen enerzijds uitkomstgericht organiseren en betalen en anderzijds het Integraal Zorg Akkoord: ‘Dit onderwerp heeft diverse kanten die raken aan de agenda die we in Nederland hebben qua passende zorg. Houd dat vandaag in de gaten,’ roept hij de aanwezigen op. Volgens Adema is het nodig om in nauwe samenwerking met de IZA-partijen te komen tot invulling van de IZA-afspraken én het is nodig om de balans te houden tussen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. ‘Voor zorgverzekeraars is dit een belangrijk onderwerp,’ stelt Adema. ‘Als verzekeraar kun je er best een beetje buikpijn van krijgen,’ erkent hij, verwijzend naar de in het IZA genoemde ‘spanning in alle zorgsectoren tussen vraag en aanbod’.
Boeiende vragen, gezamenlijke uitdagingen
Uit de presentaties van de projecten (zie kadertekst) komt een aantal boeiende vragen en gezamenlijke uitdagingen naar voren. Hoe neem je bijvoorbeeld de monitoring van uitkomsten- en kosteninformatie structureel op in je PDCA-cyclus? Spannend is ook het delen van data, vertellen Linda Nijenhuis en Maud van den Berg. Dat vraagt een andere verhouding tussen de zorgaanbieder en de verzekeraar, ‘en als die relatie er niet is, moet je eraan werken.’ En wat doe je met de besparingen die je project eventueel oplevert? Bij het BUZZ2-project was de uitkomst dat er niet alleen de besparingen tussen aanbieder en zorgverzekeraar in een afbouwschema werden verdeeld – ‘al ging daar wel een lange dialoog aan vooraf’, vertellen Nijenhuis en Van den Berg.
Belang van netwerken
Een gezamenlijke conclusie van deze projecten is dat het belang van de gerealiseerde netwerken groot is. Zulke netwerken zijn een ‘helpend drukmiddel’ (zoals Chris Bangma van het project zorgpad prostaat carcinoom het omschrijft) als je interventies op een vlotte manier wilt realiseren. Bas Maurik (ZIZ) vertelt dat hij trots is op ‘hoe we als project door de grijze kaders van governance laveren. Met één GGD hebben we een samenwerkingsovereenkomst opgesteld zodat wij zelf het hele zorgpad kunnen aanbieden. En met de zorgverzekeraars zijn we een jaar bezig geweest voordat ze allemaal waren aangesloten.’ Tegelijkertijd wijzen Marieke de Wit en Lise Moers (Nederlands Hart Netwerk) erop dat zorgprofessionals het steeds drukker krijgen met de primaire zorg: ‘Het netwerk doen ze erbij. Hoe vinden ze daarin een goede balans?’
Contractering of bekostiging?
Volgens Peter Dohmen (Nza) is het risico van te sterke bekostigingsprikkels dat het de intrinsieke motivatie van betrokkenen kan dempen, terwijl je die juist wilt versterken. Hij geeft aan dat een aantal verzekeraars de voorkeur heeft om prikkels voor uitkomstgerichte zorg via contractering van zorg te regelen. Dat is een interessante stelling. Wat is nu de beste manier om je project te versnellen? Via de bekostiging of contractering? En wat is de relatie tussen deze 2? De NZa denkt dat beide nodig is om succesvolle experimenten duurzame op te schalen, waarbij een sleutelrol is weggelegd voor de bekostiging, omdat niemand daar dan meer om heen kan.
Opschalen
Een vraag die alle projectleiders bezighoudt, is hoe ze hun project kunnen opschalen. Of zoals uroloog Chris Bangma (project zorgpad prostaat carcinoom) het verwoordt: ‘Voor een individueel ziekenhuis is ons project te klein bier’. Als verzekeraars een bundelbetaling niet groot genoeg vinden, waarom zou je dan als project al je moeite doen? En Bas Maurik (ZIZ) zegt: ‘Het lukt ons niet om groeigeld te vinden om ons concept uit te breiden naar andere plekken’. Dit is een uitdaging, concluderen de projectleiders: lokale besparingen leveren nog geen bruto nationale besparingen op.
Dreamteam
Met welk team kun je de leerervaringen van een project optimaal benutten? Eric van der Hijden vraagt Daniëlle Cattel (expertisecentrum BUNDLE) om op basis van haar onderzoek een eigen dreamteam samen te stellen. Ze kiest voor: de zorgaanbieder (vertegenwoordigd door in elk geval een zorgverlener en een beslisser), de zorgverzekeraar (vertegenwoordigd door een strategisch en een uitvoerend medewerker), de NZa én de universiteiten. ‘Met zo’n team kun je solide evalueren en effecten meten,’ verduidelijkt Cattel. ‘Ik zou de projectleiders ook willen adviseren om evaluaties altijd naar voren te halen en niet pas achteraf te doen.’
Iedereen kan winnen
Tijdens het paneldebat geeft Peter Dohmen aan dat de huidige tendens in de discussie over de toekomst van de zorg is dat er keuzes moeten worden gemaakt die pijn gaan doen. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Deze experimenten laten zien dat als je het slimmer en anders aanpakt de verzekeraar, de zorgaanbieder en de patiënt alle 3 kunnen ‘winnen’. Het streven naar win-win-win, moet wat Dohmen betreft ook een randvoorwaarde zijn bij uitkomstgerichte bekostiging. Jeroen Struijs (LUMC, projectleider BUNDLE) meent dat alles begint met vertrouwen tussen betrokken partijen: ‘En dat vertrouwen is er in Nederland,’ zegt hij erbij. ‘In het buitenland kijkt men met jaloezie naar ons.’
‘De kunst is om de intrinsieke motivatie van mensen te prikkelen’, meent Marieke de Wit-van Kaam (Nederlands Hart Netwerk), zeker omdat het “Not Invented Here-syndroom” nog wel eens meespeelt. Motiveren doe je door de patiëntreis te doorlopen. Dat brengt in ieders hoofd van alles op gang.’
Stephanie Daleweij (VGZ) prijst de grondigheid waarmee de projecten zichzelf hebben geëvalueerd en (door BUNDLE) zijn geëvalueerd. ‘Maar anders organiseren en bekostigen zou toch niet zo ingewikkeld moeten zijn? Volgens mij moeten we steeds de vraag blijven stellen: voor welk probleem is dit een oplossing? ’ Renske Savenije (VWS) doet een oproep: ‘Ik zou het interessant vinden om uit te zoeken welke generieke factoren we nu zien in de 6 projecten. Wat werkt wél? Dat kunnen we vervolgens gebruiken bij het implementeren van nieuwe netwerkzorgprojecten.’ Jeroen Struijs sluit zich daarbij aan: ‘We moeten het huidige leergeld bestendigen door alle kennis uit de evaluaties van deze projecten te borgen. Ergens moeten de generieke lessen getrokken worden – en liefst op een onafhankelijke manier.’
Diepe buiging
Over één ding zijn alle aanwezigen het eens: anders bekostigen is complex. Wat betékent anders bekostigen? En wat vráágt het dan? Alles is anders dan je gewend bent. Het programma van ZonMw en deze 6 projecten helpen om antwoorden te vinden op deze nieuwe vragen.’
Brenda Mark-van Haarst (voorzitter ZonMw-programmacommissie Uitkomstgericht Organiseren en Betalen) sluit zich daar van harte bij aan. Ze maakt een ‘diepe buiging naar ZonMw’ en doet een hartstochtelijke oproep aan de projectleiders: ‘Blijf helpen om het systeem verder te transformeren. Jullie ambitie en vasthoudendheid zorgen ervoor dat het na ons nóg mooier wordt. Het kan, jullie hebben het vandaag laten zien. Hou vol!’
Colofon
Tekst: Stan Verhaag
ZonMw en uitkomstgerichte zorg
Om de best passende zorg te bieden, is inzicht nodig in uitkomsten van zorg die voor de patiënt relevant zijn. Daarom investeren we in onderzoek naar uitkomstgerichte zorg. Met als doel om samen beslissen en leren en verbeteren op basis van uitkomstinformatie in de dagelijkse praktijk te ondersteunen.