In gesprek met Jet Bussemaker

‘Ik zal altijd fundamenteel onderzoek steunen. Het is heel belangrijk,’ zegt Jet Bussemaker. Maar uit haar opdracht als hoogleraar beleid, wetenschap en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg, aan de Universiteit Leiden, blijkt al dat ze ook naar andere talenten en aspecten kijkt.

Tijdens de conferentie pleit ze voor meer uitwisseling tussen de wetenschap, de maatschappij, het onderwijs en bedrijfsleven. ‘Bruggen slaan,’ noemt ze dat. Want neem het jongetje met diabetes dat in de zojuist vertoonde video vertelde over zijn hoop dat er een drankje of gemakkelijkere prikken zouden komen als behandeling van zijn ziekte.

Co-creatie

‘Ik ben er voor dat vragen in co-creatie worden geformuleerd. Ook samen met patiënten en burgers,’ stelt de hoogleraar, die ziet dat er op hogescholen meer aandacht voor de praktijk is. Ook vindt ze dat er vanaf het begin van een wetenschappelijk onderzoekstraject aandacht moet zijn voor de implementatie van de resultaten. Het voorkomt dat belangrijke vragen pas aan het einde worden gesteld, waardoor wetenschappers weer aan de slag moeten en het onderzoek langer duurt.

Carrière

Bussemaker zou willen dat wetenschappers met een meer open blik naar hun carrière kijken. Een mogelijkheid zijn de ‘duale trajecten’ waarbij promovendi tegelijk bij een bedrijf werken waardoor ze ook beter op hun toekomst zijn voorbereid. ‘Dus dat je niet als je promotie af is pas denkt over wat je verder wilt,’ aldus Bussemaker.

Zelf maakte ze grote switches. Bussemaker was staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport en vervolgens minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, tot ze vorig jaar hoogleraar werd. ‘Ik ben een herintreder in de wetenschap,’ stelt Bussemaker. Ze realiseert zich dat ze door haar politieke carrière een gat in haar wetenschappelijke publicaties heeft. Tegelijk toont ze met haar eigen loopbaan aan dat flexibiliteit mogelijk is en het niet nodig is om altijd op alle fronten te excelleren. Net zoals de wetenschapper die graag onderwijs geeft ook hoogleraar kan worden.

‘De discussie over waarderen en belonen mag wat mij betreft nog wel breder dan alleen gericht op de universitaire carrière,’ zegt Bussemaker. Ze ziet het wel voor zich, de promovendus die in de samenleving werkt en als gemeentefunctionaris aan de slag gaat.