Een vrouw op de vlucht kan niet schreeuwen
'Veel vluchtelingenvrouwen hebben hun ervaringen, bijvoorbeeld met geweld, nooit met iemand gedeeld. De schaamte is groot, hun eer is aangetast. Daarom is het zo belangrijk om de tijd te nemen, vertrouwen te winnen’, vertelt Jamila Talla in wijkcentrum Post West in Rotterdam. Ze is trainer en oprichter van de Stichting Voice of All Women. Ze weet waar ze het over heeft. Ze vluchtte zelf jaren terug - met jonge kinderen - uit Afghanistan. Ook daar zette ze zich al in voor vrouwen en kinderen en was ze werkzaam bij Unicef en het Rode Kruis.
Met de stichting, opgericht in 2010, helpt ze nu vrouwen uit onder meer Jemen, Syrië, Afghanistan en Irak die naar Nederland gevlucht zijn. Naast participatie-sessies worden in verschillende wijkcentra in Rotterdam rondom allerlei thema’s bijeenkomsten georganiseerd. Druk bezocht door vluchtelingenvrouwen, die vaak door reguliere instanties niet of nauwelijks worden bereikt. Niet gek, zegt Talla. ‘De angst voor ‘witte instanties’ is groot. Er gaan de meest vreemde verhalen rond. Pas nog hoorde ik een vrouw vertellen dat ze bang was dat ze in het ziekenhuis een chip kreeg ingeplant. Mensen maken elkaar ook bang.’
VOAW wil een brug slaan
VOAW wil graag een brug slaan tussen deze vrouwen en reguliere organisaties, vult Tahmina Ashraf-Bashir aan, dochter van Jamila en sinds 2 jaar de directeur van VOAW. Samen met Pharos, het expertisecentrum gezondheidsverschillen en met financiering van ZonMw is er een methodiek ontwikkeld voor zorgprofessionals om seksueel en gendergerelateerd geweld bij vluchtelingenvrouwen bespreekbaar te maken. Tijdens het project zijn 5 bijeenkomsten georganiseerd voor vrouwen uit de doelgroep.
40 vrouwen met dezelfde culturele achtergrond gingen hierbij in hun moedertaal in gesprek over gender, seksualiteit en uiteindelijk over seksueel geweld. Door de kennis te vergroten en vooral ook door eigen ervaringen te delen worden de deelnemers empowered. In de 4e sessie zijn professionals van onder meer wijkteam, centrum Jeugd & Gezin, Veilig Thuis en Vluchtelingenwerk uitgenodigd.
Tahmina: ’Voorafgaand kregen de professionals in 2 dagdelen uitleg over cultuursensitief werken rondom dit thema, we hebben later ook nog een Webinar voor professionals georganiseerd.’
Jamila: ‘Er is kennis nodig over de cultuur. Voor mij was het bijvoorbeeld heel normaal dat mijn vader met de dokter over mijn gezondheid sprak. Dat deed ik zelf niet. En neem de tijd. Deze vrouwen hebben vaak al jaren gezwegen, ze gaan niet zomaar in 10 minuten hun verhaal doen. Investeer in dat vertrouwen.’
Deze vrouwen hebben vaak jaren gezwegen
Ook wordt er aandacht besteed aan hoe professionals zich moeten opstellen. Een belangrijk advies van Tahmina: ‘Spreek vanuit jezelf, wat kun jij voor deze vrouwen betekenen. Niet vanuit een organisatie, dat is té groot. Heel veel van onze deelnemers kennen de naam van onze stichting niet eens, ze kennen bijvoorbeeld alleen de naam van Jamila.’
Tijdens de bijeenkomsten is het cruciaal om een veilige sfeer te creëren. Jamila: ‘Deze vrouwen zijn vaak heel bang. Ze leven echt in angst, ook door alles wat ze mee hebben gemaakt, daar moeten professionals zich bewust van zijn.’
‘Pas in de derde bijeenkomst komen meestal de verhalen los. Er wordt veel gehuild, er is veel herkenning. Sommige vrouwen vertellen liever over een buurvrouw die van alles heeft meegemaakt. Dan weet ik dat ze zelf die buurvrouw zijn.’
Juist omdat er veel verhalen loskomen, is goede nazorg belangrijk. Een ontspannende afsluiting met muziek of zingen, een telefoontje na afloop.
Je bent nu in een land met veel bodyguards, zij willen jou graag helpen
Het is belangrijk dat deze vrouwen hun ervaringen delen, zegt Jamila: ‘Ook voor de rest van het gezin. Vrouwen die blijven zwijgen, krijgen vaak lichamelijke en psychische klachten. Of relatieproblemen, ze zijn soms ook enorm streng tegen hun eigen tienerdochters.’ Ze weet uit ervaring waar ze op moeten letten. Wanneer een vrouw bijvoorbeeld het belang van maagdelijkheid of eer voortdurend benoemt, is dat voor haar een serieus signaal. ‘Vaak hebben ze dan zelf van alles meegemaakt.’
Een lange vluchtroute
De 36-jarige Awatef was een van de deelnemers. Ze komt uit Iran en is via een lange vluchtroute - met de boot van Turkije naar Griekenland en vervolgens half Europa door - in Nederland terecht gekomen. Op de bomvolle boot - 50 man op een bootje van nog geen negen meter - zat een vrouw de hele reis op haar been. ‘Ik had enorm veel pijn, maar we moesten ons stil houden.’ Na aankomst in Griekenland bleek haar been te zijn gebroken. ‘Ik heb veel gezien, ook later in de kampen in Nederland.’
Ze is even stil. Op het AZC en later ook in Rotterdam werden haar gezondheidsklachten niet serieus genomen. Tahmina: ‘Ze bleef maar bloeden, een vrijwilliger van ons is toen met haar meegegaan naar de huisarts. Ze bleek een buitenbaarmoederlijke zwangerschap te hebben en moest meteen naar het ziekenhuis. Zo niet dan zou ze overlijden.’
Een andere tip voor professionals, Jamila: ‘Veel vrouwen zullen het woord verkrachting niet in de mond nemen, maar vertellen in verhullende bewoordingen wat hen is overkomen. Ook daar moeten hulpverleners en tolken zich wel bewust van zijn.
Overgeleverd aan mensenhandelaren
Jamila: ‘Onderweg is jouw lichaam niet meer van jou, je kunt vaak jouw kinderen niet eens beschermen. Je bent overgeleverd aan de mensenhandelaren. Een vlucht verandert iedereen. En schreeuwen of om hulp vragen brengt jezelf en anderen in gevaar. Dat kan niet onderweg, dat kan alleen maar hier. In Nederland mag je om hulp vragen, dat houd ik de deelnemers ook altijd voor. Je bent nu in een land met heel veel bodyguards, mensen die jou kunnen helpen.’
Volgens VOAW moet er meer aandacht zijn voor dit thema, juist ook om deze vaak geïsoleerde vrouwen te bereiken. Jamilia: ‘Noem ze vooral geen kwetsbare vrouwen. Dit zijn juist hele sterke vrouwen die veel hebben meegemaakt. Maar zo’n stempel of label maakt het gat tussen deze groep en hulpverleners nog groter.’
De hulp van VOAW betekent veel voor Awatef. Ze is nu actief als vrijwilliger, ze spreekt Farsi en Arabisch, tolkt regelmatig en fungeert als vraagbaak. Ze weet precies waar ze vrouwen in Rotterdam West naartoe kan verwijzen. ‘Mijn tip aan vrouwen zoals ik? Wees actief, stap het buurthuis binnen en zoek contact. Je bent niet alleen. Met mijn gezondheid gaat het nu ook veel beter.’
Meer hulp op asielzoekerscentra
Ook op asielzoekerscentra in Nederland zou volgens Jamila meer hulp voor slachtoffers van seksueel geweld moeten zijn. ‘Niet alleen vrouwen zijn het slachtoffer, ook jonge jongens maken onderweg heel veel mee.’ Ze wijst op de misdaden van IS in Syrië en Irak. ‘De Nederlandse media stonden vol met verhalen over seksslaven van IS. Maar als vluchtelingen eenmaal hier zijn, wordt daar vreemd genoeg niet meer naar gevraagd.’
Vanuit het programma Zorg voor vluchtelingen financierde ZonMw 22 projecten. In deze publicatie zijn 3 van de 8 afgeronde praktijkprojecten uitgelicht. Bekijk ook hoe de andere 5 projecten nieuwe manieren hebben gevonden om statushouders te ondersteunen:
- Safe and Sound
- Wie ben jij? Wat kan je, wat heb je nodig?
- Ontwikkeling van een laag-intensieve psychologische interventie (PM+) voor en door Eritrese vluchtelingen
- Blended learning: trainingen. Cultuursensitief behandelen voor GGZ professionals
- 7ROSES: een laagdrempelige empowerment methodiek voor statushouders met psychosociale problemen in Nederland
Meer informatie
Colofon
Tekst Jessica Maas, Fotografie Bas Losekoot, Eindredactie ZonMw