Achter de schermen van het Actieprogramma Grip op Onbegrip
Geleerde lessen uit lokale initiatieven
Een belangrijke les is uit het programma 'Lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag' dat er geen snelle oplossingen zijn voor onbegrepen gedrag. Er zijn geen standaardinterventies die in alle situaties werken. Wat we wel geleerd hebben is dat de complexiteit van de uitdagingen rond onbegrepen gedrag vraagt om een meer mensgerichte, flexibele aanpak.
Om een mensgerichte aanpak te bereiken, moeten we stigmatisering voorkomen, stereotypen en vooroordelen loslaten, omdat die vaak negatieve effecten hebben op mensen. Het is belangrijk dat zorg- en hulpverleners echt betrokken zijn, zichzelf laten zien zoals ze echt zijn en de ruimte krijgen om maatwerk te leveren.
Complex vraagstuk
Wat we in het afgelopen 7 jaar geleerd hebben, is dat we te maken hebben met een complex vraagstuk. Taaie vraagstukken leiden zelden tot een standaardwerkwijze die in alle situaties werkt en als blauwdruk kan dienen voor andere regio’s. Daarom is het belangrijk dat alle betrokken partijen en samenwerkingspartners rond de aanpak van onbegrepen gedrag van en met elkaar leren en blijven leren. Hierbij is ook de inzet van ervaringsdeskundigen van essentieel belang.
Dit complexe vraagstuk vraagt om een samenhangende aanpak waarbij partijen domeinoverstijgend en interdisciplinair met elkaar samenwerken en de ruimte krijgen om met elkaar te leren.
Lerende aanpak
Het gaat bij het creëren van sterke regionale netwerken vooral om een goede samenwerking tussen verschillende niveaus, zowel geografisch op lokaal, regionaal, bovenregionaal en landelijk nveau, als binnen de organisaties: professionals, middenmanagement, bestuurders. De uitdaging is om de conflicterende belangen, visies en werkwijzen te herkennen, bespreekbaar te maken, van elkaar te accepteren en op elkaar af te stemmen. Dit vraagt dus om een flexibele aanpak in plaats van een standaardwerkwijze.
Wat in de ene regio goed werkt, hoeft niet per definitie ook in een andere regio te werken. Daarvoor zijn de verschillen in de praktijk te groot. Dit vraagt om een lerende aanpak, continue evaluatie, monitoring en begeleiding met directe terugkoppeling aan de regio’s.
Vroegsignalering en opvolging in de wijk
Er bestaat niet 1 waarheid in de aanpak van onbegrepen gedrag. Bestuurders en hulpverleners uit de domeinen zorg, veiligheid en het sociale domein hanteren allemaal hun eigen definities en kijken vanuit hun eigen perspectief tegen dit probleem aan. De verschillende visies staan vaak haaks op elkaar. Het is essentieel om deze conflicten expliciet te maken en de verschillende visies, belangen en perspectieven te erkennen.
Hieruit volgt dat een flexibele benadering nodig is om effectief om te gaan met de diversiteit en complexiteit van situaties die zich voordoen bij mensen met onbegrepen gedrag. Alleen dan komen we tot een samenhangend beleid, gericht op vroegsignalering en preventie, dat rekening houdt met de menselijke aspecten van onbegrepen gedrag.
We hebben geleerd dat de complexiteit van de uitdagingen rond onbegrepen gedrag vraagt om een meer mensgerichte, flexibele aanpak. Vroegtijdige signalering en opvolging in de wijk zijn daarbij essentieel om verdere escalaties te voorkomen.
Bestuurlijke en professionele flexibiliteit
Bestuurlijke of professionele moed kan het begin zijn van verandering in situaties met onbegrepen gedrag. Professionals moeten ruimte krijgen om het initiatief te nemen bij het oplossen of hanteerbaar maken van problemen met mensen met onbegrepen gedrag. Dit vraagt om de nodige flexibiliteit van bestuurders: flexibel meebewegen, ook buiten de kaders en belangen van de eigen organisatie, financiële en belangenstructuren. Hoewel de huidige financieringssystemen en structuren uitdagingen kunnen vormen, kunnen betrokkenen met moed constructieve oplossingen vinden om hiermee om te gaan.
Samenvattend: de 5 aandachtspunten
Voor het hanteerbaar maken van de aanpak van onbegrepen gedrag zijn onder meer de volgende 5 punten van belang:
- Een mensgerichte benadering betekent dat het belangrijk is om mensen met onbegrepen gedrag met respect en begrip te behandelen. Zorg- en hulpverleners moeten aandacht hebben voor mensen als individu en luisteren naar hun behoeften. Ze moeten echt proberen te begrijpen wat er in het leven van deze mensen gebeurt. Een mensgerichte benadering houdt ook in dat we stereotypes en vooroordelen moeten leren los te laten.
- De inzet van ervaringsdeskundigen, sleutelfiguren en sociale omgeving is waardevol om mensen met soortgelijke ervaringen te betrekken bij de hulpverlening. Ervaringsdeskundigen begrijpen vaak beter wat iemand doormaakt en kunnen sneller vertrouwen opbouwen. Sleutelfiguren, zoals lokale leiders, kunnen ook een rol spelen, zoals bij mensen met een migratieachtergrond.
- Vroegtijdig signaleren: het is belangrijk om problemen vroeg te herkennen, voordat ze ernstiger worden. Niet-acute meldpunten en laagdrempelige manieren om zorgen te uiten zijn nuttig om signalen van onbegrepen gedrag vroegtijdig te herkennen. Dit helpt om snel de juiste ondersteuning te bieden en voorkomt dat de situatie verslechtert.
- Wijkgericht werken: door hulp en ondersteuning dichter bij de leefomgeving van mensen te brengen, wordt het makkelijker om hun behoeften te begrijpen en escalatie van problemen te voorkomen. Wijkgericht werken betekent dat we in de buurt van mensen staan, problemen vroegtijdig herkennen en passende hulp bieden. Zo voorkomen we dus dat mensen in een crisis belanden.
- Improvisatie en speelruimte voor professionals zijn cruciaal voor een succesvolle aanpak van onbegrepen gedrag. Dit biedt professionals de flexibiliteit om maatwerk te leveren en creatieve oplossingen te vinden, specifiek afgestemd op individuele behoeften in een continu veranderende omgeving. Hoewel dit soms in conflict kan komen met formele regels, is adaptief leiderschap en bestuurlijke steun nodig om deze speelruimte te bieden. Het proces van 'maatwerk leveren', met voortdurende aanpassingen, richt zich op geleidelijke verbeteringen in plaats van grootschalige veranderingen. Dit geeft professionals de ruimte om te experimenteren en zich aan te passen aan de unieke behoeften van mensen met onbegrepen gedrag.
Aanbod aan subsidiemogelijkheden
- Zorg & Veiligheid
- Zorg & Samenleving
- Kennis & Inzicht
- Professionalisering
Deze 4 pijlers omvatten een breed scala aan projecten rond de thema’s:
- 'Regionale kenniswerkplaatsen onbegrepen gedrag'
- 'Vroegsignalering en opvolging in de wijk'
- ‘Domeinoverstijgend samenwerken in hotspots en veiligheidsregio’s’
- Ervaringsdeskundigheid
- Onderwijs en verdere professionalisering
Bekijk hier de volledige planning van 2023 - 2024.
Praktijkgericht onderzoek
'Praktijkgericht onderzoek Onbegrepen Gedrag' monitort het effect van interventies en werkwijzen voor een persoonsgerichte aanpak voor mensen met onbegrepen gedrag. De sluitingsdatum voor het indienen van subsidieaanvragen voor deze oproep is 21 november 2023, 14.00 uur.
Begeleiding en evaluatie
Het ZonMw-project BE-grip monitort en evalueert het hele Actieprogramma Grip op Onbegrip met een lerende aanpak die ruimte en flexibiliteit biedt voor een eigen, lokale of regionale werkwijze in alle gemeenten in Nederland. Onderdeel van het project is ook de begeleiding van regionale projecten, op zoek naar een bovenregionale, domeinoverstijgende aanpak, gericht op het begrijpen en aanpakken van onbegrepen gedrag.
Regioadviseurs
Tot slot, 10 regioadviseurs Zorg & Veiligheid ondersteunen gemeenten en ketenpartners in de regio vraaggericht en proactief in het domein van zorg, veiligheid & sociaal domein.
Naast financiering ook kennis, netwerk en contacten
ZonMw biedt subsidiemogelijkheden voor het financieren van onderzoek en uitvoering van verschillende initiatieven binnen het Actieprogramma Grip op Onbegrip (AGO). Hierbij biedt ZonMw maatwerk en individuele ondersteuning bij het aanvragen van subsidies. Bovendien stelt ZonMw haar uitgebreide netwerk en persoonlijke contacten beschikbaar voor degenen die betrokken zijn bij de aanpak van onbegrepen gedrag. Daarnaast signaleert ZonMw trends en ontwikkelingen, monitort de voortgang en evalueert de behaalde projectresultaten.